CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2019

 

Carlo Gesualdo - Madrigali, Libri quinto & sesto (1611)

Gesualdo: Madrigalen Libro V en VI (selectie)

Exaudi Vocal Ensemble: Juliet Fraser (sopraan), Lucy Goddard (mezzosopraan), Tom Williams (countertenor), Stephen Jeffes en David de Winter (tenor), Jimmy Holliday (bas), James Weeks (dirigent)
Winter & Winter 910 259-2 • 74' •
Opname: gegevens ontbreken

 

Als we Carlo Gesualdo, de prins van Venosa en de graaf van Conza (ca. 1561-1613) een plaats in de muziekgeschiedenis moeten geven, dan is het die van avant-gardist onder de madrigalisten en niet als de 'principe assassino', de prinselijke, zeer muzikale moordenaar, zoals hij tijdens zijn leven maar ook daarna werd genoemd. Bloeddorstige wraak, het zou zo aan een Verdi-opera kunnen zijn ontleend: Gesualdo die zijn overspelige vrouw en haar minnaar op beestachtige wijze vermoordde. Natuurlijk spreekt zo'n daad, een heuse crime passionnel, tot de verbeelding. Zeker na zoveel jaar, want als het vandaag zou gebeuren zou die verbeelding weleens plaats kunnen maken voor afschuw en berichten in de krant dat na onderzoek in het Pieter Baan Centrum de weg openligt naar gevangenisstraf en wellicht aansluitend tbs.

Maar laten we Gesualdo toch vooral beoordelen naar de muziek die hij heeft voortgebracht: madrigalen van het beste soort, met in het achterhoofd misschien de gedachte dat in een deel daarvan Gesualdo's nogal wankele geestelijke gesteldheid wel enigszins wordt weerspiegeld.

Moord
Laat ik eerst even de misère in kaart brengen die niet alleen Gesualdo's geliefde en haar minnaar, maar ook Gesualdo zelf trof, toen hij zijn echtgenote Donna Maria d'Avalos, dochter van de markies van Pescara, in bed aantrof met Fabrizio Carafa, de hertog van Andria. Een 'heterdaadje' dus. Een paar minuten later was het met hen gedaan: Gesualdo had samen met zijn bedienden beide om zeep gebracht om de beide danig verminkte lichamen vervolgens in zijn paleis tentoon te stellen, zichtbaar voor iedereen die dat wel of niet wilde. Kort daarop vluchtte Gesualdo, meer beducht voor familiewraak dan voor het gerecht.

Vele verhalen erover deden de ronde. Zelfs grote Italiaanse dichters, waaronder Torquate Tasso, kregen er geen genoeg van om er hun poëzie aan te wijden. Wat natuurlijk allemaal niet wegnam dat het een verschrikkelijke daad was die niet bepaald van heldenmoed getuigde. Maar er kwam nog een bloedig vervolg, toen Gesualdo zijn tweede zoon uit de weg ruimde nadat hij tot de ontdekking was gekomen dat die wellicht niet door hem was verwekt. Waarschijnlijk bracht Gesualdo ook zijn schoonvader om, toen die wraak wilde nemen op de moord van diens dochter. Het blijft echter gissen of de beide gebeurtenissen zich daadwerkelijk hebben afgespeeld omdat er in de ambtelijke annalen niets van is terug te vinden. Wat niet wegneemt dat Gesualdo een uitermate heethoofdig personage moet zijn geweest waarmee niet viel te spotten en die er niet voor terugdeinsde om iemands leven te nemen.

Huwelijk
Gesualdo vertrok in 1594 naar Ferrara, toen een belangrijk muzikaal centrum. Daar draaide het om de muziek in haar vele verschijningsvormen en waar hij in het bijzonder werd aangetrokken door de madrigaalkunst die er een ware bloeiperiode beleefde. De weduwnaar vond daar al snel een nieuwe levensmetgezel, Leonara d'Este, de nicht van hertog Alfonso II. Ze trouwden, wat op zich toch wel merkwaardig is, want zij moet toen toch ook kennis hebben gemaakt met de psychotische schaduwkanten van de componist. Ook kan het haar niet zijn ontgaan dat Gesualdo vier jaar eerder zijn vrouw uit de weg had geruimd.

Het huwelijk zal zeker een van Gesualdo's inspiratiebronnen zijn geweest, want in Ferrara componeerde hij naar hartenlust. Maar ook de uitstekende musici die hem omringden zullen zijn creativiteit gestimuleerd hebben. hoewel bewijzen daarvoor ontbreken ligt het alleszins voor de hand dat het Vijfde Madrigalenboek in Ferrara is ontstaan. In ieder geval kan met zekerheid worden gezegd dat het Eerste boek daar wel is gecomponeerd. De samenwerking met het Concerto delle donne, dat uit drie vrouwenstemmen bestond, in heel Italië beroemd was en waarvoor menige componist muziek had geschreven, moet invloed hebben gehad op de melodische conceptie van zijn madrigalen. Dat blijkt althans uit een overgeleverde brief van Gesualdo die hij in juni 1594 schreef. Daarin deelde hij mede dat hij voor het schone drietal muziek componeerde.

Fysiek geweld
Het jaar daarop keerde Gesualdo met Leonara terug naar zijn kasteel in Gesualdo. Ook daar stond de muziek op het eerste plan. De niet onbemiddelde componist huurde zangers en instrumentalisten in om zijn muziek uit te voeren, maar een cultureel centrum - zoals in Ferrara - werd het toch niet.

Ook met Leonara boterde het uiteindelijk niet. Ze beschuldigde hem van fysiek geweld tegen haar. Leonara's familie stelde pogingen in het werk een scheiding van deze bruut door te drukken. Ze was ten slotte meer buiten dan in het kasteel te vinden. Voor Gesualdo moet het een buitengewoon onplezierige tijd zijn geweest, want hij deed er alles aan haar terug te halen. De vele boze brieven aan haar getuigen ervan. Maar nee, Leonara bleef in Modena, in het huis van haar broer. Misschien was dat maar goed ook, want anders had zij mogelijk hetzelfde lot getroffen als haar voorgangster.

Terug naar huis
In de zomer van 1596 keerde Gesualdo terug naar het familielandgoed vlakbij Napels. Daar gaat het uiteindelijk goed mis. Hoewel hij zijn straf kon ontlopen werd hij door zijn besmette verleden geplaagd. Hij vereenzaamde, ging nog maar zelden de deur uit en zag of sprak vrijwel niemand meer. Hij werd beheerst door visioenen en waanvoorstellingen, laat zich vrijwel kastijden en kan slechts in de omarming van een jongen de slaap vinden. De paranoïde Gesualdo stierf in eenzaamheid in Avellino, drie weken na de dood van zijn zoon Emanuele.

Dood en lijden
Gesualdo's grote compositorische kracht lag in het gebruik van de halve toonsafstand. De chromatiek gaf spanning en 'verlossing', minder voorspelbaar ook. Het expressieve element kreeg meer gewicht, zoals ook blijkt uit de zes madrigalenboeken die tussen 1594 en 1611 ontstonden. Ze worden beheerst door twee thema's, de dood en het lijden door de liefde, die beide een grote emotionele kracht in zijn composities losmaakten. Knoersende dissonanten onderstrepen de dramatische ontwikkelingen. Het parcours is rusteloos, vaak ook van de hak op de tak, verrassend chromatisch, afwisselend angstig en klagend pulserend. De uiterste vocale grenzen worden verkend, alsof het eigen leven er model voor staat. Het is buitengewoon krachtige, compromisloze muziek die ver afstaat van de gebruikelijke gelijkmatigheid in die tijd en op Gesualdo's tijdgenoten ongetwijfeld gemengde indrukken zal hebben achtergelaten. Nee, dit is geen muziek om te behagen, maar in noten gevatte rauw realistische overpeinzingen. Gesualdo's muziek roept vragen op, de thema's zijn vaak diametraal en niet specifiek gericht op het realiseren van esthetische schoonheid. Het lijkt veel meer op een soort middeleeuws verisme, dat in de madrigaalkunst is verpakt.

Dit album
Er zijn van Gesualdo in totaal zes madrigaalboeken overgeleverd. Het Britse Exaudi Vocal Ensemble, in 2002 opgericht door James Weeks en Juliet Fraser, koos in totaal 18 madrigalen uit de laatste twee boeken. Ze werden gepubliceerd in 1611 en zijn op twee madrigalen na geschreven voor 'cinque voci', dus vijfstemmig, te weten twee sopranen, altus, tenor en bas, al komen er in de discografie wel degelijk varianten voor (bijvoorbeeld mezzosopraan in plaats van sopraan).

Deze madrigalen vragen het uiterste van de vijf zangstemmen. Van een koor in de strikte betekenis van het woord is feitelijk ook geen sprake: hier zijn vijf solisten in eendrachtige samenwerking aan het woord die excelleren in volmaakt doorzichtige stemvoering, intonatie, timing, dictie en expressie. Niet minder belangrijk zijn de fijnzinnig op elkaar afgestemde timbres en de zelfverzekerdheid die wordt uitgestraald in dit buitengewoon lastige chromatisch vormgegeven discours. Geen wonder dat Igor Stravinsky een groot bewonderaar was van deze madrigalen, getuige ook de balletmuziek die hij schreef ter ere van deze madrigalist: Monumentum Pro Gesualdo, die in 1960 in New York in première ging.

De opname is prachtig, in het boekje zijn de teksten opgenomen in zowel het oorspronkelijke Italiaans als in de Engelse vertaling van James Weeks, die tevens zorgde voor de beknopte maar niet minder lezenswaardige en verhelderende toelichting. Het label Winter & Winter heeft zich er ditmaal niet gemakkelijk vanaf gemaakt door voor teksten en toelichting naar de website te verwijzen. Is men daar tot inkeer gekomen?


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links