![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2017
|
De introductie in het cd-boekje van de componist Mikhail Kollontay (Moskou, 1952) doet het ergste voor de violist en zijn gehoor vermoeden: 'What do everyday excercises of a violinist contain? The inevitable playing of opening strings, first one minute of the A-string, then a bow change and then another minute. With the metronome, which stands on the workplace of each performer. The curious sounds that fill up their consciousness in the moments of these distorted and sometimes painful exercises, this high-frequency whistle, all the own sounds of their inner ear, the destructively roaring trombones-A are all inside their musical consciousness, while the violinist practices inconceivable passages. The silent world of music is conditioned by the one-dimensional reality of the sound. The tender tone of the bottle, obstacles, the losses of the transposition, hallucinations: they are all obvious. Is the nature of music just an acoustic one?' Een weinig opwekkend beeld dus. U ziet die eenzame violist al staan, in zijn studeer- of hotelkamer ergens in de wijde wereld, volop in de weer met vinger- en streekoefeningen, zijn gehoor gepijnigd door krasserige viooltonen, in plaats van een copieus ontbijt of uitnodigend museumbezoek. En zo weinig opwekkend begint Kollontays Vioolconcert uit 2011/12 ook, en natuurlijk op die open A-snaar. De daarop volgende stilistische smeltkroes kent vele alchemistische vaders en zonen, maar Kollontay heeft er wel degelijk een eigen fascinerend wereldbeeld uit gecreëerd dat nu eens niet een artistiek armageddon in het vooruitzicht stelt maar de pure schoonheid van de roos en de nachtegaal (Kollontay heeft, in navolging van Beethoven en Messiaen, de vogelstem nauwkeurig beluisterd en genoteerd), de uit het soefisme stammende liefdesgeschiedenis die Kollontay in de finale bijna sprookjesachtig muzikaal gestalte geeft.
De Oostenrijkse componist Nikolaus Fheodoroff (1931-2011) schreef zijn Vioolconcert in 1994. Over muziek in het algemeen zei hij: 'Was eigentlich hört man, wenn man Musik hört? Was geschieht zwischen dem ersten und dem letzten Ton eines Satzes? Wird da eine 'Geschichte' erzählt? Oder gibt es irgendwelche durch Zahlen erfassbare Proportionen? Oder flie ß en einfach Töne am Ohr vorbei: hohe und tiefe, leise und laute, langsame und rasch bewegte?
Dat is misschien wel wat beide componisten het meest met elkaar verbindt: de integratie van het solo-instrument in het orkestrale beeld. Dat lijkt in het Vioolconcert van Fheodoroff door de bescheiden samenstelling van het ensemble (strijkorkest en pauken) gemakkelijker te realiseren dan in het voor 'vol' orkest geschreven Vioolconcert van Kollontay. En zo speelt Elena Denisova haar vaak ingewikkelde solopartij en zo dirigeert Alexei Komenko beide werken ook. Van het Russische radio- en televisieorkest uit Moskou mag een sterke speelstijl wel worden verwacht, maar verrassend is toch wel de uitstekende spelkwaliteit van het orkest uit Karinthië dat zich in het Vioolconcert van Fheodoroff van zijn beste kant laat horen en zich warmbloedige pleitbezorger toont van de muziek van hun streekgenoot (die ten tijde van de opname nog volop in het muzikale leven stond). Jammer alleen dat de solist vooral in het tweede deel van het Fheodoroff-concert te luid is opgenomen. Dat het de ORF beter moeten doen. Wat deze beide concerten gelukkig niet aankleeft is dat anders dan in veel eigentijdse muziek de middelen belangrijker zijn dan het doel en dat een gewilde zoektocht naar het extravagante alleen maar het tegenovergestelde oplevert. Waarom deze (uitstekende!) opnamen pas nu beschikbaar zijn gekomen is mij niet duidelijk geworden, maar de hoofdzaak is dat ze er zijn. index |
|