CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2018

 

Bloch: Schelomo

Elgar: Celloconcert in e, op. 85

Gary Hoffman (cello), Koninklijk Filharmonisch Orkest van Luik o.l.v. Christian Arming
La Dolce Volta LDV 42 • 52' •
Opname: juli 2017, Salle Philharmonique, Luik (B)

   

Deze twee belangrijke werken voor cello en orkest samen op deze cd: het is niet uniek maar wel bijzonder. Op de achterzijde van het doosje staat een bekende spreuk afgedrukt: 'Alles ist eitel'. Ofwel alles is ijdelheid. Het zijn de wijze woorden van de zoon van David. Het najagen van wind. De lucht en de leegte. Er is niets nieuws onder de zon. De oude tekst gaat verder: welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon? Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde blijft altijd bestaan. Wijze woorden, u vindt ze in het bijbelboek Prediker.

Zoals ook het onrecht dat zich onder de zon afspeelt niets nieuws inhoudt. De Duitse componist Bernd Alois Zimmermann wijdde er zelfs een opzienbarend stuk aan: 'Ich wandte mich und sah alles Unrecht, das geschah unter der Sonne'. Hij voltooide het apocalyptische opus op 5 augustus 1970. Vijf dagen later koos hij vrijwillig de dood. Een overmaat van ellende, te vaak ziek, teveel onverdraaglijke tegenstellingen in dat o zo weerbarstige leven. Ten slotte geen enkele hoop meer, alles gedoemd tot de ondergang.

Wat hebben die troosteloze woorden van koning Salomo en wat heeft deze naargeestige geschiedenis met deze nieuwe cd te maken? Meer dan u misschien denkt. Wat zei Ernest Bloch over zijn 'Schelomo'? Dat zelfs in zijn meest donkere werken toch altijd nog wel een sprankje hoop doorklonk, maar dat dit nu juist voor 'Schelomo' niet opging. De voorloper misschien van ' Ich wandte mich und sah alles Unrecht, das geschah unter der Sonne'? Bloch schreef het werk tijdens de Eerste Wereldoorlog, bepaald geen periode van hoop en verwachting. Uitgerekend aan het einde daarvan, in 1918, werd Zimmermann geboren. Ook hij werd later in zijn werk sterk beïnvloed door de verschrikkingen van de oorlog. Hij ondervond ze aan den lijve, ruim twee decennia later, als Duits soldaat in Polen, Rusland en Frankrijk. De gruwelijkheden sloeg ook bij hem diepe wonden, die zijn verdere leven lang bleven schrijnen. Wat had hij gezien, wat had hij gedaan; of juist niet gedaan? Vragen, vragen, vragen. De afschuwelijke geschiedenis van de twintigste eeuw. Die afgrijselijke werkelijkheid van toen is van het netvlies verdwenen, maar gebleven zijn de vastgelegde beelden. En de muziek. Bloch en Zimmermann lijken daarin verenigd.

Edward Elgar voltooide zijn Celloconcert, zijn laatste grote werk, in 1919, op de valreep van de Eerste Wereldoorlog, met de verschrikkingen nog vers in het collectieve geheugen. Ik kan hier met een gerust hart Benjamin Britten aanhalen, het motto dat hij boven zijn 'War Requiem' plaatste:

My subject is war 
and the pity of war.
The poetry is in the pity.

Deze woorden van Wilfred Owen passen ook bij Elgars Celloconcert. Ook daarin wanhoop, angst, ontgoocheling. Het heeft ook te maken met wat daarmee zo sterk en in een mensenleven vaak onuitwisbaar verbonden is: lijden, pijn, sterven.

De gedichten van Owen (voor Brittens 'War Requiem' een belangrijke inspiratiebron) spreken ook wat dit betreft boekdelen. Hij was erbij, maakte het allemaal mee en stierf in Frankrijk, op het slagveld van de Eerste Wereldoorlog. Een oorlog die toen al op zijn einde liep.

Owens diep gevoelde lyriek zegt het, de titel spreekt voor zich: 'Anthem for Doomed Youth':

What passing-bells for these who die as cattle?
Only the monstrous anger of the guns.
Only the stuttering rifles' rapid rattle
Can patter out their hasty orisons.
No mockeries now for them; no prayers nor bells; 
Nor any voice of mourning save the choirs,
The shrill, demented choirs of wailing shells;
And bugles calling for them from sad shires.

What candles may be held to speed them all?
Not in the hands of boys, but in their eyes
Shall shine the holy glimmers of goodbyes.
The pallor of girls' brows shall be their pall;
Their flowers the tenderness of patient minds,
And each slow dusk a drawing-down of blinds.

Hoewel Jacqueline du Pré in Elgars Celloconcert onvergetelijk is en ongetwijfeld zal blijven, mag dit werk zich ook koesteren in de diep gevoelde warmte van deze nieuwe vertolking door de Canadese cellist Gary Hoffman en het filharmonisch orkest van Luik onder de baton van Christian Arming. Het is diezelfde warmte, diezelfde compassie die Blochs 'Schelomo' direct in het hart doet sluiten. Mooi opgenomen mag dit best een aanwinst worden genoemd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links