CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2016
|
Een Tsjechische violist, een Tsjechische pianist en een Tsjechisch orkest zij het onder een Engelse dirigent. Je zou toch zeggen creatieve ammunitie genoeg om de muziek van de Bohemer Antonín Dvorák het volle folkloristische pond te geven. Helaas, het pakt anders uit. In zowel het Vioolconcert als de Romance en de Mazurka tonen solist, orkest en dirigent onvoldoende engagement en (dus) te veel routine. Incidenteel lijkt het zelfs alsof braaf een lesje wordt opgezegd. Slecht gekozen rubati en accelerandi tonen met name in de vioolpartij bovendien onvoldoende subtiliteit. Zelfs de finale met die bruisende furiant en klagende dumka (Quasi moderato) wil de Tsjechische folklore maar niet in vuur en vlam zetten. En dat voor een violist die in dezelfde stad woont (hij werd geboren in Pilsen) als waar op 14 oktober 1883 het Vioolconcert in première ging, met Frantisek Ondricek als de solist. Het is niet de techniek maar onvoldoende muzikale betrokkenheid die deze cd minder aantrekkelijk maakt. Dat geldt in mindere mate voor de Vier miniaturen die als Romantische stukken te boek staan en die mede dankzij Lukás Klánský wel voldoende expressief reliëf krijgen. Jammer dat op de cd de metagegegevens weer eens ontbreken. Ik denk erover na om dat voortaan te gaan vermelden. index |
|