CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2020

Wölfl: Pianosonate in E, op. 33 nr. 3 (1805)

Clementi: Pianosonate in A, op. 50 nr. 1 (1804/21)

Hummel: Pianosonate nr. 3 in f, op. 20 (ca. 1807)

Dussek: Pianosonate in fis, op. 61 (Élégie harmonique sur la mort de son Altesse Royale le prince Louis-Ferdinand de Prusse) (1806/07)

Muzikale illustraties

Jean-Efflam Bavouzet (piano)
Chandos CHAN 20128 • 83 •
Opname: december 2019, Potton Hall, Dunwich, Suffolk (VK)

   

Dit is om twee redenen een bijzonder album: ten eerst is er het sublieme spel van de Franse pianist Jean-Efflam Bavouzet (1962), een welbekende verschijning op onze site, en ten tweede het niet of nauwelijks bekende repertoire: sonates van Joseph Wölfl (1774-1812), Muzio Clementi (1752-1832), Johann Nepomuk Hummel (1778-1837) en Jan Ladislav Dussek (1760-1812). Vier componisten die, bezien door de bril van nu, nog maar nauwelijks betekenis lijken te hebben en ver in de schaduw blijven van hun veel beroemder tijdgenoot: Ludwig van Beethoven (1770-1827), wiens 250 ste geboortejaar wordt gevierd.

Maar het album biedt nog meer: vijf veelzeggende muzikale illustraties van kruisbestuivingen die er bepaald niet om liegen en die een verhelderend beeld geven van de fascinerende verwantschap tussen de vijf componisten. Waarbij we ons alleen al daardoor realiseren dat Beethovens werken niet zomaar op zichzelf staan of geboren zijn vanuit het niets. Het zijn geen - om Bavouzet te citeren - op zichzelf staande rotsformaties die oprijzen uit de woestijn, maar Himalaya's die deel uitmaken van een gebied waarin andere bergen wel de beste stukken zouden kunnen zijn van de reeds genoemde tijdgenoten.

Het waren ook geen vreemden voor elkaar: alle vier kenden Beethoven goed, terwijl ze ook onderling contacten onderhielden. Niet zo verwonderlijk, want ze maakten allen deel uit van het volop bloeiende Weense muzieklandschap in die dagen.

Door de werken van dit veel minder bekende viertal te bestuderen of alleen maar te beluisteren en tevens in de context van Beethovens creaties te plaatsen brengt ons dat dichter bij de 'lingua franca' van de muziek uit die tijd. En hoe meer we ons erin verdiepen, des te meer zien we ook de zich soms spontaan opdoemende verbanden tussen het een en het ander, zoals die paar maten in Hummels sonate die zo uit Beethovens op. 110 lijken te zijn weggelopen. Of het Adagio maestoso uit diezelfde Hummel-sonate dat vrijwel het complete hoofdthema omvat uit het Largo van Beethovens Eerste pianoconcert (feitelijk zijn Tweede).

Het gaat er dus minder om dat Beethoven als componist hun meerdere was (en dan met name op het terrein van de inventie en vormstructuur) en meer om de intrigerende verwantschappen én contrasten. En mede dankzij de goed overwogen indeling van dit programma maken we de reis mee van de Klassiek tot de dan nog bescheiden maar toch onmiskenbare transitie naar de Romantiek. Al de eerste maten van de Wölfl-sonate met die zo typisch Weense afwisseling van lange en korte noten is een welsprekend voorbeeld van wat ons in het verdere discours te wachten staat. Wölfl die nog dicht tegen Mozart aanleunt en Dussek die al de stap naar de Romantiek maakt: hij zet de toegangspoort naar Schumann, Mendelssohn, Chopin en zelfs Wagner alvast op een kier.

Clementi's Sonate is een juweel van meerstemmigheid en - zoals Bavouzet het aanduidt - 'linear composing style'. De canons in het Allegro vivace zijn stilistisch net zo ingenieus ingevlochten. Trouwens, het gehele beeld zoals dat zich voor ons ontvouwt lijkt zijn nog ingenieuzer pendant te vinden in Beethovens pas elf jaar later gecomponeerde op. 101. Opnieuw is de verwantschap treffend.

Het is ronduit fascinerend om deze sonates tevens te horen in het licht van dit Beethoven-herdenkingsjaar en dat Bavouzet de moeite heeft willen nemen de annotaties zo in vijf muzikale voorbeelden te gieten dat die meer zeggen dan de spreekwoordelijke duizend woorden.

Daar komt nog bij dat het spel van Bavouzet van een onweerstaanbare schoonheid is en de perfect gestemde en geïntoneerde Yamaha CFX is voortreffelijk vastgelegd. Waarmee wat mij betreft feitelijk alles is gezegd. Of nee, toch niet. Dit is een veel belangrijker aanwinst dan de zoveelste herhalingsoefening en heruitgave in het Beethoven-jaar 2020.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links