CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2018

 

Dusapin: Wenn Du dem Wind... (voor mezzosopraan en orkest) (2014) - Aufgang (voor viool en orkest) (2011) - À Quia (voor piano en orkest) (2002)

Natascha Petrinsky (mezzosopraan), Carolin Widmann (viool), Nicholas Hodges (piano), Orchestre National des Pays de la Loire o.l.v. Pascal Rophé
BIS-2262 • 79' • (sacd)
Opname: juli 2017, La Cité des Congrès, Nantes (F)

 

De vele premières door vooraanstaande orkesten en dirigenten kunnen niet verhelen dat de muziek van Pascal Dusapin (Nancy, 1955) niet voor iedereen gemakkelijke kost is. Terwijl, we weten het, toegankelijkheid en kwaliteit niet synoniem zijn met elkaar: het een hoeft immers niet noodzakelijkerwijs verband te houden met het ander.
We hebben in ons land al eerder kennis kunnen maken met de muziek van Dusapin. Niet dat zijn stukken op de reguliere concertprogramma's van onze orkesten te vinden zijn, maar wie er de moeite voor heeft genomen (we wonen tenslotte niet allemaal in of bij Amsterdam) werd wel degelijk beloond.
Zo stond zijn opera Faustus in 2010 op het programma van de vooruitstrevend programmerende NTR ZaterdagMatinee, later nog gevolgd door meerdere orkestwerken van deze Franse componist. En in 2013 ging bij het Holland Festival het Vioolconcert in première (het was nota bene tevens het laatste concert van de ten onrechte door de Haagse kringen aan haar einde geholpen Radio Kamer Filharmonie). En niet al te ver van huis, bij de Brusselse Munt, werd in 2015 de opera Penthesilea voor het eerst uitgevoerd, naar het gelijknamige toneeldrama van Heinrich von Kleist, geleid door Franck Ollu en geregisseerd door Pierre Audi.
Maar gelukkig is er ook de cd, voor menige componist zelfs de laatste nog resterende strohalm op weg naar de eeuwige conservering, want sommige labels durven het (nog steeds!) aan).

Het is niet Dusapin die de weg naar de luisteraar heeft gevonden, maar aan de toehoorder om de muziek van deze revolutionaire Fransman zelf te (gaan) ontdekken. Dat vereist echter een actieve rol: achterover leunen is er niet bij, want de muziek van Dusapin is, hoewel niet ontoegankelijk, wel van eigentijdse snit. Dat levert bij menigeen al bij voorbaat een schrikeffect op. Maar belangrijker: Dusapin is bovenal een grootmeester in het scheppen van fascinerende, diep gelaagde klankcomplexen met een kleurenrijkdom die verblindend is. Wie er oor voor heeft, natuurlijk. Muziek door een selectief filter dat tegelijkertijd verspreiding in veel breder kring kan belemmeren. Zo heeft Dusapin het ongetwijfeld ook gewild. Hij is daarmee de antipode van Arvo Pärt.

Pascal Dusapin

Is er nog meer dan die geraffineerd uitgewerkte klankcomplexen in Dusapins muziek te herkennen? Ja, want als we er perceptief voor zijn maken we kennis met zijn feilloze gevoel voor instrumentatie, ritmiek en frasering. Ze horen bij elkaar, ze zijn zelfs onafscheidelijk, maar dan lijkt het toch meer op het geheim van de meester dat het vaak volstrekt onduidelijk is waar het ene begint en het andere ophoudt. Ook als het 'slechts' om pure klank lijkt te gaan, valt vaak het onderscheid weg tussen wat nog als textuur en wat nog als puls geldt. Een mengelmoes die flarden oplevert en geen houvast biedende sequensen. De luisteraar moet blijkbaar uit zijn comfortzone, hij moet voortdurend worden verrast, het gevoel van een hechte architectuur moet hem al bij voorbaat worden ontnomen. Dusapin gaat menigmaal zelfs nog een stap verder, door in het rusteloze harmonisch discours zelfs het gevoel van progressie uit te sluiten. Ongewisheid wordt zelfs functioneel, totdat pas na meerdere malen beluisteren een slipje van die sluier (en niet meer!) wordt opgelicht.

Voor Dusapin lijkt transparantie sowieso geen belangrijk streven te zijn, zoals hij ook weinig opheeft met het puur cosmetische element in zijn muziek. Zij introduceert zelfs een vorm van lelijkheid die - hoe paradoxaal het ook mag klinken - weldadig aandoet. Het is een 'effect' (sommigen zullen misschien zeggen: affect) dat we - zij het in een volstrekt andere context en ongetwijfeld ook met geheel andere bedoelingen - in de muziek van Mahler maar ook in die van Sjostakovitsj tegenkomen. Functionele lelijkheid, die bij Dusapin soms zelfs wordt ervaren als de platvloerse voortzetting van het eerst met exquise middelen in gang gezette drama.

Dusapin staat als componist alleen in de wereld. In die zin dat er geen nationale school, geen aanwijsbare hang naar eclectische vormen valt aan te wijzen, terwijl hij wel degelijk 'steelt van het verleden', maar dan op zo'n wijze dat het herkenbare toch onherkenbaar wordt. Hij doet dat echt meesterlijk, hij verbindt de afzonderlijke eclectische elementen tot een nieuw geheel.

Het is muziek die - wie er oor voor heeft - fascineert: zij legt net zo gemakkelijk de weg af van het verhevene naar het kitscherige als van het stralende naar het omfloerste, of van het extatische naar het schimmige, van het sterke ritmische profiel naar een volstrekt onduidelijke puls.

BIS heeft het aangedurfd om een volledige cd aan Dusapin te wijden. Misschien heeft de marketingafdeling nog een beetje tegengesputterd, maar de bezwaren werden in de kiem gesmoord, het uiteindelijk resultaat mag er zijn. Dat het zo fenomenaal kon uitpakken heeft mogelijk (het lijkt in dit geval een eufemisme) met de aanwezigheid van de componist zelf te maken. Hij was erbij tijdens de sessies en daarmee heeft hij zeker het stempel van authenticiteit op deze vertolkingen gedrukt. Bovendien is Dusapin er de man niet naar om genoegen te nemen met 'second-best'. Wat niet wegneemt dat het verbazingwekkend is dat het zeker niet tot de top behorende orkest uit het land van de Loire - zij het onder de baton van de in dit repertoire gepokte en gemazelde Pascal Rophé (in het eigentijdse repertoire überhaupt) - met deze uitermate complexe stukken zo goed uit de voeten kon. Maar ook de geweldige prestaties van de drie solisten zijn niet vanzelfsprekend, want dit is ook voor hen zeer lastig repertoire. Sterker nog, zelfs voor een topvioliste als Carolin Widmann (die daarenboven haar eigentijdse componisten als geen ander kent!) zal 'Aufgang'* een enorme uitdaging zijn geweest. Ik vermoed dat dit voor editor niet veel minder is geweest... De opname is - zowel in surround als in stereo - schitterend.

______________
U vindt hier een bespreking van collega Siebe Riedstra van de uitvoering van 'Aufgang' door de violist Renaud Capuçon en het Orchestre Philharmonique de Radio France o.l.v. Myung-Whun Chung.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links