CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2010
|
Over drie jaar is het feest en dan hopelijk niet alleen in Utrecht, al was het in deze stad dat op 11 april 1713 het verdrag werd gesloten en officieel een einde maakte aan de Spaanse Successieoorlog. Aan de vele handtekeningen die op die gedenkwaardige dag werden gezet waren lange onderhandelingen vooraf gegaan. Gedurende anderhalf jaar was de stad Utrecht het toneel geweest van een groot aantal komende en gaande internationale diplomaten, die in het politieke en geografische centrum van ons land de staatkundige toekomst van Europa bepaalden. Het grote internationale gezelschap bestond voornamelijk uit adellijke vertegenwoordigers van de diverse landen. Geen wonder dus dat Utrecht in die periode kunst en cultuur hoog in het vaandel had. Zoals vele kunsten kon ook de muziek prima dienen om de partijen dichter bij elkaar te brengen. Een uitstekend smeermiddel dus. Een eeuw later, van 18 september 1814 tot 9 juni 1815, zou in Wenen een soortgelijke vredestichting plaatsvinden, toen na de overwinning op Napoleon door de overwinnaars, Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Engeland, Europa staatkundig opnieuw ingedeeld moest worden. En ook toen was er volop muziek in de Oostenrijkse hoofdstad en werd er met groot enthousiasme op de ongetwijfeld prachtige ensembleklanken gedanst. De Stichting Vrede van Utrecht (klik hier voor de website) loopt alvast op de grootscheepse viering in 2013 vooruit met de presentatie van allerlei culturele 'opwarmertjes' op de mooiste plekken in de stad. In de zomermaanden, als het weer niet al te veel roet in het eten gooit, zijn er op forten, kastelen, maar ook op andere historische plekken verschillende evenementen die de Vrede van Utrecht ook in cultureel perspectief plaatst. Bovendien worden in samenwerking met de Universiteit Utrecht in de Nicolaikerk lezingen gehouden en zijn er door het gehele jaar heen programma's voor en door Utrechters. Er is zelfs een gratis toegankelijk feest op het imposante Domplein, met DJ's op de al even indrukwekkende Domtoren. De Stichting, een initiatief van de gemeente en de provincie, heeft de lat hoog gelegd. Dat past in de ambitie om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te worden. Uiteraard stond de Vrede van Utrecht ook hoog op de Engelse agenda: de Oorlog van koningin Anne (Queen Anne's War) woedde immers nog in volle hevigheid. Merkwaardig genoeg kreeg Händel van staatswege het verzoek om een Te Deum te componeren. Normaliter werd een dergelijke opdracht aan Engelse componisten verleend, en niet aan een van oorsprong 'Duitser' als Georg Friedrich Händel, de 'Kapellmeister' van de keurvorst Hannover, met wie de Engelse koningin Anne bepaald geen vriendschappelijke relatie onderhield. Mogelijk heeft Händel de opdracht in de wacht gesleept met hulp van enige hem goedgezinden in adellijke kringen, maar het is zeker ook niet uitgesloten dat zijn successen in Londen een belangrijke rol hebben gespeeld. Zijn talent en zakelijke handigheid hadden hem in niet meer dan twee seizoenen tot de meest toonaangevende componist van Engeland gebracht. Het regende bijkans compositieopdrachten en niet van de minsten. Händels Te Deum is ook weer zo'n goed voorbeeld van een combinatie van creatieve inventiviteit en zakelijke handigheid. Misschien had hij de compositie al afgerond toen de opdracht op zijn deurmat viel. Maar belangrijker is dat het indrukwekkende werk getuigt van Händels kennis van de manier waarop de Engelse ceremonies en vieringen met muziek luister werden bijgezet, met alle daarmee verbonden 'pomp and circumstance'. Hij had een fijn oor voor de typisch Engelse gebruiksmuziek die hij in zijn stukken zeer geraffineerd wist te verwerken, zonder daarbij overigens zijn persoonlijke componeerstijl naar de achtergrond te schuiven. Wat het Te Deum betreft had hij bovendien geweldige voorbeelden in Purcells Te Deum en Crofts anthem Rejoice in the Lord. Purcells Te Deum lijkt min of meer model te hebben gestaan voor Händels Te Deum, terwijl diens Jubilate interessante raakvlakken heeft met Crofts Rejoice. Händel is ook de componist die een superieure synthese wist te bereiken tussen solisten en koor, tussen solozang en tutti. De grootschalige opzet doet nooit afbreuk aan het fijnzinnige karakter van melodiek en harmonie, terwijl de muzikale uitbeelding van de tekst steeds trefzeker is en van een grote verfijning getuigt. Wat dat betreft is het zeker niet alleen The Messiah die daarvoor model kan staan. Het succes van Händels Te Deum was dusdanig dat het werk jaarlijks werd uitgevoerd ter gelegenheid van St. Cecilia's Day, op 22 november, en daarmee Purcells pendant van de eerste plaats verstootte. Händel had met zijn 'Church-Musick' het onmogelijke mogelijk gemaakt! Het Jubilate werd na het Te Deum gecomponeerd. Beide werken waren bedoeld als muzikale omlijsting van een dienst van dank en gebed in een afgeladen St. Paul's Cathedral op 7 juli 1713, drie maanden na het sluiten van de Vrede van Utrecht. Het Jubilate kan en wordt weliswaar afzonderlijk uitgevoerd, maar dient in feite toch als aanvulling op het Te Deum. De Ode voor de Vrede van Utrecht van William Croft (1678-1727) begint met een ouverture die de componist los had gepubliceerd. In het voorwoord van deze losse uitgave memoreerde Croft dat hij het had geschreven om - als een soort proeve van bekwaamheid - daarmee in Oxford de doctorstitel te behalen en dat het stuk onderdeel was van een groter geheel. Maar 'doctor in musick' werd je niet zomaar. De voorwaarde was niet alleen het componeren maar tevens het uitvoeren van een grootschalig werk, voor solisten, koor en orkest. Een componist die het om de doctorstitel te doen was moest dus flink uitpakken. Met alleen maar een ouverture lukte dat niet. In de toelichting geeft dirigent Jos van Veldhoven aan dat twee zaken hem door het hoofd spookten: de datum van 13 juli 1713, waarop de eerste uitvoering van Crofts muziek plaatsvond, dus drie maanden nadat de Vrede van Utrecht een feit was, en nog geen week nadat Händels Te Deum en Jubilate in St. Paul hadden geklonken. Dan was er die intrigerende titel, 'With Noise of Cannon', waarbij de verwijzing naar het kanon mogelijk betrekking heeft op het oorlogsgeweld dat aan de Vrede van Utrecht vooraf ging. Onderzoek in de archieven van de Bodleian Library in Oxford leverde een intrigerend resultaat op:
De tekst in het manuscript van een van de twee odes, de ode op deze cd, een wereldpremière, zorgde voor nog een verrassing: de rechtstreekse verwijzing naar de Vrede van Utrecht. Daarmee was er in ieder geval een historisch verband tussen Händels Te Deum en Jubilate en Crofts Ode. Maar ook tussen Händel en Croft bestond er een relatie. Ze kenden elkaar goed en waren beiden verbonden aan de Chapel Royal. Evenals Händel was Croft een componist van groot aanzien. Terwijl Händel in Londen druk in de weer was met de voorbereidingen voor de uitvoering van zijn Te Deum en Jubilate repeteerde Croft zijn nieuwe Ode voor de uitvoering in Oxford. Daarmee kon hij, zo liet het zich aanzien, bovendien die zo fel begeerde doctorstitel halen. Voor de 'vredestekst' strikte Croft de predikant Joseph Trapp, die Croft het libretto leverde. Het zal geen toeval zijn dat het Allegro in de ouverture thematisch verwant is aan Händels meer dan vijfendertig jaar later gecomponeerde Music(k) for the Royal Fireworks, ditmaal ter gelegenheid van de Vrede van Aken in 1748, die een einde maakte aan de Oostenrijkse successieoorlog. In onze tijd zou onmiddellijk aan plagiaat worden gedacht, maar het ligt meer voor de hand dat Händel in dit geval Croft uit eerbetoon heeft geciteerd. Dat de grote Händel graag thema's van anderen gebruikte en zich daarbij soms als een echte 'gazza ladra' gedroeg heeft de Engelse musicoloog Winton Dean aangetoond. Maar zo bijzonder was dat in die tijd trouwens niet. Bach deed het ook en zelfs Mozart citeerde bijna letterlijk werk van Händel in zijn Requiem. Zo lijkt Händels Funeral Anthem for Queen Caroline - The ways of Zion do mourn HWV 264 uit 1737 model te hebben gestaan voor het introitus (vanzelfsprekend transponeerde Mozart het origineel van g-klein naar d-klein.) De overeenkomsten in zowel de instrumentale inleiding als het contrapunt kunnen onmogelijk over het hoofd worden gezien. Ook de Kyrie-fuga in datzelfde Requiem verwijst naar twee werken van Händel: het slotkoor 'We will rejoice in thy salvation' uit het Dettingen Anthem uit 1743, en And with his stripes we are healed uit Messiah. Dit alles met de kanttekening dat Mozart het voorbeeld van Händel niet zomaar slaafs navolgde, maar er zijn geheel eigen invulling aan gaf. Deze nieuwe uitgave van Channel Classics biedt niet alleen een wereldpremière in de vorm van een hoogst geïnspireerde en doortimmerde uitvoering van William Crofts Ode for the Peace of Utrecht, maar tevens een niet minder bevlogen vertolking van Händels Te Deum en Jubilate. Wat de laatste twee werken betreft is daarmee de niet minder spetterende en soms zelfs spectaculaire uitvoering onder leiding van Simon Preston op het label L'Oiseau-Lyre niet onttroond, maar de opname (1978/79) is inmiddels toch wel gedateerd. Bovendien is die uiteraard alleen in gewoon stereo, dit in tegenstelling tot de Channel Classics-sacd, die tevens surround-weergave biedt. Bovendien mist u dan het prachtige werk van Croft (de koppeling op L'Oiseau-Lyre is daarmee vergeleken nogal conventioneel, met Händels Jubilate en Vivaldi's Gloria RV 589). Dan is er nog Nikolaus Harnoncourt met zijn Concentus musicus Wien op Apex, die Händels Te Deum koppelde aan The Ways of Zion do mourn HWV 264. Zeker interessant om erbij te hebben, al is het alleen maar om HWV 264. De opname klinkt ruimtelijker dan ik mij van de Philharmonie in Haarlem herinner, maar de gesuggereerde kerkakoestiek past deze muziek als een handschoen. Articulatie en helderheid blijven daarbij volkomen intact en laten nergens te wensen over. Solisten, koor en orkest staan er bijzonder fraai op, met volledig behoud van hun individuele karakteristieken. Het gebruik van historische instrumenten verhoogt de waarde van deze uitgave nog eens extra. Een mooie, bijzonder goed verzorgde productie, de zoveelste van het huis Channel Classics. Apropos, hoe zit dat nu met die 'Noise of Cannon'? Jammer, maar u zult er niet door worden opgeschrikt. En al evenmin door 'rattling drums'. Wie dus rekent op een soort achttiende-eeuwse Ouverture 1812 moet ik teleurstellen. "With Noise of Cannon" verwijst alleen naar de tekst:
Maar wel stevige taal voor een predikant, en zeker in die tijd! index |
|