CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2010

 

 

Cramer: Erwachen in den grellen Tag op. 4 nr. 1 - Ave Rosa op. 4 nr. 2 - Michel mit der Lanze op. 4 nr. 3 - Vale op. 4 nr. 4 - Auftrag op. 4 nr. 5 - Waldhornklänge op. 4 nr. 6 (orkestratie: Jeppe Moulijn) - Wenn die Linde blüht - Bispill op. 1 nr. 1 - Bussemann op. 1 nr. 2 - Wa heet se doch? op. 1 nr. 3 - e Jäger op. 1 nr. 4 - Int Holt op. 4 nr. 5 - Schlafliedchen für's Peterle - Souvenir de Malmaison - In einer grossen Stadt - Blümekens - Briefwechsel - Spruch - Meiner Mutter - Auf einer grünen Wiese - Nach dem Balle - Siegesfest - Fatinga - Im Pavillon - Am Meer - Wenn der Abend sinkt.

Nathalie Mees (sopraan), Wim Voogd (piano),
LKO Orchestra o.l.v. Stephan Pas.

Aliud ACD BH 051-2 • 63' • (sacd)

www.stephanpas.com/discografie/anna-cramer-liederen


In maart 2004 schreef ik naar aanleiding van de verschijning van de eerste cd op het label Globe met liederen van Anna Cramer:

Dit is een belangwekkende en op dit moment zelfs een unieke uitgave. Anna Cramer (1873-1968) is in de Nederlandse muziekgeschiedenis een bijna onbeschreven blad. Ze bracht haar jeugd door in Hilversum, Baarn en Amsterdam, werkte vervolgens in de hoofdstad waarschijnlijk als dienstbode en studeerde daar piano aan het conservatorium. Haar levensloop tussen 1895 en 1934, als haar naam in de Amsterdamse archieven weer opduikt, blijft grotendeels in raadsels gehuld. Dat zij in Berlijn (en wellicht ook nog in München en Wenen) heeft gewoond, evenwel staat vast. In 1903 bood zij vanuit Berlijn tevergeefs een aantal liederen aan de Haagse muziekuitgever Abraham Noske ter publicatie aan.

Een halve eeuw later, in 1958, leverde de inmiddels hoogbejaarde dame een koffer vol met muziekmanuscripten af bij de toenmalige Nederlandsche Handel-Maatschappij. Een jaar later werd zij volgens kranten uit die tijd aangetroffen in een geheel vervuilde woning, waar zij "op oude kranten en muziekpapier slaapt". Aldus een deel van de door de musicoloog Elmer Schönberger geschreven toelichting in het goed gedocumenteerde cd-boekje.

Tijdens Cramers langdurige verblijf in o.a. Berlijn zal haar belangstelling voor de Duitstalige poëzie ongetwijfeld hebben aangewakkerd en verdiept. De op deze cd verzamelde liederen op de veel sombere, melancholieke teksten van o.a. Bierbaum, Busse, Simlinger, Rosenfeld en Von Liliencron tonen een componeertechniek die zich - in tegenstelling tot bijv. menige compositie van Hugo Wolf - vooral concentreert op de "Gesangslinie" en aldus de pianobegeleiding daaraan vrijwel ondergeschikt maakt. Het veelvuldige gebruik van halve toonsafstanden en de vrij abrupte wisselingen van mineur naar majeur past in de componeertechniek gedurende de eerste twee decennia van deze eeuw.

We horen in de liederen zowel Schubert (in Sah im Traum de troosteloze begeleidingsfiguur van Der Leiermann uit Winterreise!), Mahler, Wolf als Richard Wagner, Richard Strauss en de (nog 'tonale') Schoenberg met een vleugje Alban Berg doorklinken, maar dat neemt niet weg dat Cramers muzikale vocabulaire bij vlagen zeker oorspronkelijk en daarbij krachtig genoeg is om te verrassen en te ontroeren.

Precies 6,5 jaar later is het de beurt aan deze nieuwe uitgave op het Aliud-label, met een programma dat (uiteraard) afwijkt van die andere cd. En dus is er weer sprake van een aantal heuse wereldpremières op cd: de zes liederen op. 4, Wenn die Linde blüht, de vijf gedichten op. 1, Meiner Mutter, Auf einer grünen Wiese, Nach dem Balle. Fatinga, Am Meer en Wenn der Abend sinkt.

Uit de op deze cd verzamelde, tussen 1903 en 1927 gecomponeerde liederen blijkt duidelijk dat Cramer door haar studie en verblijf in eerst Duitsland en daarna Oostenrijk goed op de hoogte was van het eigentijdse componeren in die landen. Dat zij zich bijzonder aangetrokken moet hebben gevoeld tot de laatromantiek is evident: haar liederen zijn er van doordesemd. Een echt eigen stijl heeft zij niet ontwikkeld, maar dat neemt niet weg dat zij met esprit en groot vakmanschap een oeuvre heeft geschapen dat het alleszins waard is om gehoord te worden én bewaard te blijven. En zeker met pleitbezorgers als Nathalie Mees, Wim Voogd en het LKO Orchestra onder leiding van Stephan Pas.

Interessant is de orkestbewerking van de zes liederen op. 4 door Jeppe Moulijn in 2007. Bijzonder is de bijna mahleriaanse sfeer die hij op indrukwekkende wijze bijna tastbaar weet op te roepen, mede versterkt door de uitstekende opname. Hulde ook voor de Nederlandse tekst!

 
  Anna Cramer (ca. 1900)
   

Het leven van Anna Cramer had zeker tragische kanten. In het begin van de jaren dertig verbleef ze in een psychiatrische kliniek, ze had voortdurend geldzorgen en ze had, eenmaal terug in Nederland, niet of nauwelijks contact met de buitenwereld, laat staan met het toen nog bloeiende Nederlandse muziekleven. In 1958 leidde ze dusdanig aan achtervolgingswaan dat ze haar manuscripten in een Amsterdamse bankkluis deponeerde. Nog steeds gebukt onder psychische problemen werd ze in 1960, ze was toen 87, opgenomen in een verpleeghuis in Blaricum, waar ze kort voor haar 95ste verjaardag overleed. De koffer met haar manuscripten kwam gelukkig in het muziekarchief van het Haagse Gemeentemuseum terecht, waarna ze hun definitieve bestemming kregen in het Nederlands Muziekinstituut. Of er op andere plaatsen nog manuscripten van haar rondzwerven weten we niet, maar waarschijnlijk is dat niet.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links