CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2017
|
Het valt niet te ontkennen: het is vrijwel onmogelijk (geworden) om iets nieuws toe te voegen aan een tot aan de nok gevuld discografisch repertoire. Nieuws in de betekenis van creatief nieuw, op basis van nieuwe gezichtspunten - zonder daarbij de partituur geweld aan te doen - waardoor de met datzelfde repertoire vertrouwde luisteraar een gevoel van eureka krijgt. Aan de andere kant: er zijn ook luisteraars die er niet of (veel) minder mee vertrouwd zijn en daardoor wel 'in' zijn voor zo'n uitstekende uitvoering van zowel Chopins 24 Préludes als van diens Tweede pianosonate. Want op het pianospel van Julien Brocal (Arles, 1987) valt werkelijk niets af te dingen. Dat hij zich mag rekenen tot de artiestenstal van het prestigieuze impresariaat van Askonas Holt zegt in dit verband ook wel iets. Het is een legitieme vraag: wat moeten we eigenlijk met al die nieuwe opnamen van (over)bekende stukken? Positief is dat ook een jonge(re) generatie daarmee de uitdaging wil aangaan, zich een terrein wil verwerven dat door de 'groten' al is overwonnen; soms al lang geleden. Alleen al daarom is het nogal zot om het spel van Brocal iets toe te dichten dat het niet kán bezitten: op een hogere trap dan bijvoorbeeld Lipatti of Pollini. Er zijn evenmin vergezichten die bij Brocal nieuwe perspectieven doen openen, maar wel moet worden gezegd dat zijn spel grote muzikale substantie paart aan vlekkeloze techniek. Men mag het eerste belangrijker achten dan het tweede, maar voor mij horen ze onverbrekelijk bij elkaar. Tenzij er een pianist zou zijn (geweest) die zo onvergelijkbaar Chopin speelt dat de techniek echt op de tweede plaats komt. Die is er, in de persoon van Alfred Cortot. Uit de 'oude doos' zegt men dan. Nu afstappend van 'wat er allemaal al is' mogen we kennis maken met Brocals formidabel geïnterpreteerde Chopin. Hier is magie aan het woord, hier is de verbeelding aan de macht. Niets laat zich kwantificeren of kwalificeren, het is muziek die in de ruimte staat, maar dan wel een ruimte die is gecreëerd door een ontegenzeglijk groot Chopin-vertolker. Muzikale dichtkunst die soms net even wordt aangeraakt door een vluchtig accent of een kort ingehouden rubato, poëzie die mag wonen in een betoverend klankpaleis. Dit is een gewéldige Chopin, doorzichtig en warm tegelijk, fabuleus uitgespeeld in zowel de linker- als de rechterhand, met meesterhand gedoseerd en vervuld van een onzegbaar verlangen naar iets dat zich onmogelijk laat concretiseren maar dat er wel degelijk is. Kortom, we bevinden ons in het onpeilbare domein van een Lipatti, Pollini, Blechacz...én soms zelfs Cortot. De Yamaha-vleugel is met veel liefde opgenomen. De pianostemmer verdient een extra pluim. index |
|