CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Chopin - Complete Sonatas

Pianosonate nr. 1 in c, op. 4 - nr. 2 in bes, op. 35 - nr. 3 in b, op. 58

Joseph Moog (piano)

Onyx Classics 4152 • 77' •

Opname: januari 2016, SWR Studio, Kaiserslautern (D)

   

De Chopin-liefhebbers mogen zich gelukkig prijzen. Ik besprak zojuist de formidabele vertolking van 24 Mazurka's (klik hier) en vervolgens dient zich Joseph Moog (1987, Ludwigshafen) aan met de drie pianosonates. Met de nadruk op drie, want meestal blijft het bij de laatste twee sonates omdat de eerste zowel bij vertolkers als bij publiek minder in de smaak valt. Het waarom is voor mij altijd een raadsel geweest. Deze benjamin heeft wel degelijk oorspronkelijkheid in zijn mars, getuige het Largetto in 5/4 maat, toen heel bijzonder maar nu de gewoonste zaak van de wereld. En wie wordt niet getroffen door die heerlijk bruisende finale? Terwijl het openingsdeel, Allegro maestoso, een markante veelkleurigheid tentoonspreidt die voortdurend laveert tussen drama en dichterlijke vlucht. Maar goed, het is zoals het is. Dat de Tweede sonate het meest bekend is geworden dankt het werk uiteraard aan die fameuze treurmars die onder meer voor harmonie- en fanfareorkesten een dankbaar repertoirestuk is geworden en gebleven. Menige notabel is op deze muziek ten grave gedragen, zelfs de heel wat mindere notabele Stalin. De Derde (met George Sand als grote inspiratiebron) staat met de Tweede te boek als een van de vele hoogtepunten in de pianoliteratuur.

Bij Moog draait het om een zowel melodisch als harmonisch tot in de kleinste finesse uitgewerkte architectuur die geen enkele plaats biedt aan valse sentimenten. Het lijkt een paradox maar is het niet, deze pure poëzie in tonen met een prozaïsche inslag. Toonkleuren worden gecreëerd met behulp van een geraffineerd toucher en dito pedaalgebruik, de afbeelding is afwisselend krachtig en lyrisch, dramatisch en spectaculair tegelijk. Zoals in het Doppio movimento van de Tweede sonate waarin de extreem nauwkeurige linkerhand gelijke tred houdt met superieure expressieve exploraties in de rechter, met een scherp oor voor de volmaakte balans tussen beide.
Proportionaliteit is een andere belangrijke eigenschap van dit Chopin-spel. Van de zeer smaakvolle rubati naar de niet minder overtuigende accelerandi en wat daar aan nuances tussenzit. Frases worden met meesterhand geprojecteerd. De Marche funèbre in de Tweede sonate is daardoor niet droevig sentimenteel maar droevig verheven, een wereld van verschil. Het eraan voorafgaande Scherzo een wonder van ogenschijnlijk vrij stromende maar tot in de perfectie beheerste lyriek. Even bijvoorbeeld Maurizio Pollini geeft Moog zich rekenschap van het tempo in de finale van de laatste sonate: Presto ma non tanto. Het moet een beheersbare wervelwind blijven waar iedere noot perfect op zijn plaats valt. Als ik wat de twee laatste sonates betreft zou moeten kiezen tussen Pollini en Moog is de keus misschien wel lastig, maar dankzij de schitterende opname en drie sonates samen op één cd wordt het wel gemakkelijker om voor Moog te kiezen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links