|
CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2014
|
Chopin: Nocturne op. 27 nr. 1 - op. 32 nr. 2 -
op. 48 nr. 2 - op. 27 nr. 2 - op. 9 nr. 3 -
Impromptu op. 66 (Fantaisie-Impromptu) - op. 29 - op. 36 - op. 51 - Pianosonate nr. 3 in b, op. 58
Louis Lortie (piano)
Chandos CHAN 10813 • 77' •
Opname: juni 2013, Potton Hall, Dunwich, Suffolk
| |
 |
Ik vraag me weleens af wat labels maar ook musici bezielt om overbekend repertoire uit te brengen terwijl er al bulkladingen daarvan in de catalogus staan. Het enige zinvolle argument dat ik zou kunnen bedenken is een andere visie op het overbekende werk, zeg maar een verfrissende blik. De Chopin van de Frans-Canadese pianist Louis Lortie past absoluut niet in die categorie. Sterker nog, hij kan met geen mogelijkheid opboksen tegen coryfeeën als Argerich, Pires, Pollini, Rubinstein, Tharaud, Cortot en François, om er slechts enkele te noemen.
Met Lorties pianistiek is niets mis, scherp gearticuleerd, zo helder als glas, een doorgaans fraai uitwaaierend kleurenspel, maar waar het aan ontbreekt is sensualiteit, betrokkenheid en ritmische finesse. Waar ik evenmin van ben gecharmeerd is zijn nogal schoolse rubato dat misschien wel daardoor zo voorspelbaar en te weinig subtiel is. Trek een Cortot uit de kast en laat u zich op slag verrassen door groots rubatospel en raffinement, daarbij niet in het minst gehinderd door de technische beperkingen. Dat is misschien wel wat ik bij Lortie nog het meest heb gemist: raffinement, die zo bijzondere kunst van de Chopin-retoriek.
In de weerbarstige Pianosonate op. 58 wordt nog duidelijker dat Lortie geen eminent Chopin-vertolker is. Al in de eerste maten verliest hij de slag met zo'n fameuze opname als die van Martha Argerich uit 1965. De verschillen worden in het verdere parcours alleen maar groter, zelfs huizenhoog, onoverbrugbaar. Vergeleken met Argerich speelt Lortie de hoekdelen zelfs zo slap als een vaatdoek, al worden de contrasten in het Scherzo gek genoeg wel ineens aanmerkelijk scherper, meer masculien aangezet. Het schitterende Largo daarentegen valt in brokstukken uiteen, de frases lijken op zichzelf te staan, het momentum is nergens present. Ga naar Freire of Hamelin en hoor het grote verschil tussen spanningsopbouw en fletsheid. De Fazioli staat er mooi op, maar mist een scherpe attaque, wat ook al niet meehelpt. Kortom, een teleurstellende uitgave die ik geen enkele Chopin-liefhebber kan aanbevelen. Op het doosje staat 'volume 3' vermeld, wat mogelijk wijst op een complete Chopin-cyclus van deze pianist. Het lijkt mij uitgesloten dat de reeds verschenen en nog komende delen een ander 'gezicht' zullen laten zien.
|
|