CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2021 |
Het album ‘Hilary Hahn Paris' is al enige weken in huis en ik heb me er al kostelijk mee geamuseerd, maar eerst vandaag, 5 maart, is het hier op de markt gebracht. Geloof me: deze Amerikaanse violiste (1979, Lexington, Virginia) is een superster op haar instrument. Dat is op zich geen nieuws want ze heeft al een groot aantal opnamen op haar naam staan. Eens een wonderkind, nu een door en door gerijpte musiciënne die alleen al qua speltechniek werkelijk geen enkele zee te hoog gaat, maar die virtuositeit paart aan een superieur inzicht in ook de ‘binnenkant' van de partituur. Ik zou het, wat deze nieuwe uitgave betreft, ook anders kunnen formuleren: dat er geen violist of violiste te bedenken valt die deze vier werken beter weet te profileren dan Hahn. Dat het ook anders kan mag waar zijn, maar dat is een aspect dat niet alleen met alle belangrijke kunst is verweven. Wat de muziek trouwens springlevend houdt, zich niet laat conserveren. Zij het wel met de kanttekening dat iedere opname onwrikbaar vastgeklonken blijft aan het moment dat deze is gemaakt en het belang van het bijwonen van live-concerten nog eens dubbeldik onderstreept. ‘Paris' als albumtitel is natuurlijk niet willekeurig gekozen. Hahn was nog piepjong toen ze in de lichtstad al van haar enorme talent blijk gaf. Ze hield toen al intens van de metropool en later trad ze er regelmatig op, met vrijwel steeds het orkest dat ook deze prachtige uitgave siert: het Orchestre Philharmonique de Radio France, ofwel het filharmonisch orkest van de Franse omroep. De liefde zal ongetwijfeld van twee kanten zijn gekomen, want nog vrij kort voor de op ons afstormende corona-ellende was zij er artist-in-residence. De meeste muziekliefhebbers zullen Chaussons Poème en Prokofjevs Eerste vioolconcert goed kennen, maar dat geldt in geen geval voor Rautavaara's speciaal voor haar geschreven twee serenades die op dit album hun wereldpremière beleven. De titels suggereren een romantische inborst: Sérénade pour mon amour en Sérénade pour la vie. Het zijn vrij korte stukken, van respectievelijk bijna acht en zeven minuten. De Finse dirigent Mikko Franck (1979) was goed bevriend met zijn landgenoot, de componist en muziekpedagoog Einojuhani Rautavaara (1928-2016). Franck heeft veel werk van zijn vriend gedirigeerd (en doet dat uiteraard nog steeds). Hij fungeerde in eerste instantie tevens als verbindende schakel tussen Hahn en Rautavaara, die al eerder, in 2010, een kort werk voor haar componeerde: Whispering, speciaal bestemd voor Hahns 27 Encores project. Ze raakte in die tijd ook verliefd op Rautavaara's Vioolconcert (1977) dat zij samen met Mikko en eveneens het Franse omroeporkest, meerdere malen voor het voetlicht bracht. Dat bleek uiteindelijk ook de weg naar deze serenades, hoewel Rautavaara toen al ernstig ziek was, het nog maar de vraag was of hij aan het door Mikko namens Hahn overgebrachte verzoek, het componeren van een nieuw vioolconcert, kon voldoen. In 2016 overleed de componist. Van het nieuwe vioolconcert had Hahn intussen niets meer vernomen. Ze vroeg er Franck nog maar eens naar. Ja, hij had het met Rautavaara besproken, maar een vioolconcert zou het niet worden. Daarentegen wel een set bestaande uit drie serenades. Echter, het was er niet meer van gekomen. Maar wat bleek na de begrafenis van zijn vriend? Franck kreeg een bijna voltooid manuscript in handen, getiteld Two Serenades voor viool en orkest, met de subtitels in Frans en Fins. Voor Hahn? De vioolpartij was compleet, de eerste serenade geheel voltooid, de orkestratie van de tweede gevorderd tot de helft, waarna de notenbalken leeg bleven: er was alleen nog het particel op twee notenbalken. Om die tweede serenade toch uitvoerbaar te maken vroeg Franck een vroegere leerling van Rautavaara, de bekende Finse componist Kalevi Aho, of hij de orkestratie wilde voltooien. Die stemde toe en zo kon in februari 2019 toch de eerste uitvoering van de beide serenades plaatsvinden. Hahn schrijft in het cd-boekje:
Parijs speelt ook in de beide overige stukken op deze cd een belangrijke rol: Ernest Chausson (1855-1899) was zelf geboren en getogen in Parijs (zijn successen kwamen helaas eerst vrij kort voor zijn dood: hij overleed op 10 juni 1899 in Limay) , terwijl Sergej Prokofjev vanaf 1920 een aantal jaren in de stad doorbracht, hopende op succes als componist (als pianist had hij al een naam opgebouwd), en waar op 1 oktober 1923 zijn Eerste vioolconcert ten doop werd gehouden. De vraag is evenwel of Prokofjev aan de hoofdstad wel zulke prettige herinneringen heeft overgehouden, want hij moest het vooral opnemen tegen een andere Rus, Igor Stravinsky die met zijn balletmuziek aanzienlijk meer succes oogstte. In 1927, zeven jaar later, keerde Prokofjev Parijs definitief de rug toe en keerde hij terug naar de Sovjet-Unie. Maar terug naar Hilary Hahn, wier spel is in alle opzichten een waar sprookje is: technisch subliem, interpretatief gloedvol en glanzend, uitermate precies, afwisselend diep lyrisch, onstuimig, zelfs stormachtig (Prokofjev!) Vertolkingen die ook ritmisch en dynamisch staan als een huis, mede ingegeven door een bijna vanzelfsprekende intuïtie die geen imitatie toelaat. Het orkestspel past er naadloos bij aan en Mikko Franck ontpopt zich in dit repertoire als de ideale dirigent De opname is een juweel. Kort en goed een subliem album. index |
|