CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2023 |
Aan het begin van de jaren tachtig, toen de onlangs overleden Friedrich Cerha zich met niet-Europese volksmuziek bezighield, bladerde hij min of meer toevallig in een Weens spreekwoordenboek van zijn vriend Ernst Kein en daarbij tot de schrikbarende ontdekking kwam dat hij als componist de Weense volksmuziek, die hem met de paplepel was ingegoten en van haver tot gort kende, geheel en al had verwaarloosd. Daar moest verandering in komen en snel ook, zo vond hij. Aldus besloot hij, nog werkend aan het slot van zijn opera Baal, om gelijk aan de gang te gaan met wat zijn (eerste) Keintate zou worden. De titel is een amalgaam van ‘Kantate' en de naam van Kein. De gebruikte teksten zijn alle afkomstig uit Keins Wiener Panoptikum en Wiener Grottenbahn.
De première van het stuk vond plaats in 1983, in ‘Metropol', een toentertijd door Johann Strau ß vaak bezocht lokaal in de Weense ‘Vorstadt'. Bij die gelegenheid sprak Cerha het verzamelde publiek, merendeels uit bekenden bestaande, toe:
In het cd-boekje worden meer sluiers opgelicht:
De titel van de cyclus Eine Art Chansons, voltooid in 1987 en het tweede werk op deze cd , is in zoverre misleidend dat het geen liederen ‘volgens de regelen der liedkunst' betreft, maar dat het eerder moet worden beschouwd als parodie of anders wel het artistieke spel van woorden, vormen en satire met het dagelijkse Weense leven als mikpunt, en daarom niet verstoken van het populaire en groteske, naast de doorklinkende kritiek op de politieke uitwassen in die tijd. Het gecultiveerde en verfijnde heeft aldus plaats gemaakt voor de glibberige wereld van revue en variété, menigmaal zelfs afdalend naar het absurde. In 1989 kreeg het werk alsnog een vervolg, met een daaraan aangepaste titel Eine letzte Art Chansons. Het zal daarbij al evenmin verwondering wekken dat Cerha het stuk speciaal bedoelde voor de van vele markten thuis zijnde HK Gruber, componist, chansonnier, virtuoos op de contrabas en een van de voortrekkers van de Derde Weense School. Gruber is bepaald niet vies van een goede grap en toont zich als het hem zo uitkomt behoorlijk recalcitrant (of gij speelt het spel als zodanig). Kortom, Eine letzte Art Chansons is hem bij wijze van spreken op het lijf geschreven.
Het was ook Gruber die in 1989 de première gaf van Cerha's eerste cyclus, Eine Art Chansons, gestoeld op teksten van de Wiener Gruppe, het tegendraadse schrijverscollectief dat tussen 1954 en 1964 de overstap maakte naar nieuwe literaire vormen, zowel op papier als visueel. Daarbij ging het vooral om taalvrijheid annex experimenteerdrift, om poëzie ook uitgedrukt in klank, collage of voorgedragen in Weens dialect. Wat deze uitvoeringen betreft: u heeft het ongetwijfeld al geraden, idiomatischer en meer authentiek kan het echt niet. Voor zover dat nogal vage begrip de lading dekt, weet u ongetwijfeld wat ik daarmee bedoel. Met bovendien de aantekening dat Cerha niet alleen met Gruber intensief heeft samengewerkt, maar ook met de verschillende musici die op deze cd laten horen dat ze ieder voor zich tevens solist van groot formaat zijn. Uiteraard zijn de gezongen teksten in het cd-boekje afgedrukt. Hier vindt u (nog) meer relevante informatie over dit onderwerp. index |
|