CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2023

Byrd: My Ladye Nevells Booke

Klik hier voor de inhoudsopgave

Pieter-Jan Belder (klavecimbel, muselaar en virginaal)
Brilliant Classics • 3.21' • (3 cd's)
Opname: mei 2012, nov. 2017, maart 2018, sept. 2021 op Nederlandse locaties

 

William Byrd (ca. 1543-1623) heeft naam gemaakt als een van de meest vooraanstaande componisten in de Britse muziekgeschiedenis en dat wil wat zeggen, want alleen al die geschiedenis reikt heel ver. De meeste historici zijn het er wel over eens: Byrd zette door de hoge kwaliteit van zijn vocale én instrumentale composities zijn componerende tijdgenoten ver in de schaduw. Maar ook op het Europese vasteland was het lastig zoeken naar diens gelijke, al kon Orlando di Lasso wat betreft missen en motetten op die status zeker aanspraak maken.

Al tijdens zijn leven genoot Byrd ook een grote reputatie als componist van muziek voor toetsinstrumenten als het spinet, virginaal en orgel. Het klavecimbel kwam eerst aan het einde van de zestiende eeuw tot ontwikkeling, te beginnen in Italië, waarna het geleidelijk in geheel Europa tot een belangrijk toetsinstrument zou uitgroeien.

Byrd had het zelf genoteerd: hij voltooide My Ladye Nevells Booke op de ‘leventh day of September: in the year of our lorde God 1591 and in the 33 yeare of the raigne of our sofferaine lady Elizabeth by the &c God queene of England: &c. By me Jo: baldwine of windsore –– laudes deo 11 september 1591'. Dat was in het jaar dat het uit Italië overgewaaide klavecimbel nog in geen (Britse) velden of wegen te bekennen was. In My Ladye Nevells Booke ligt het zwaartepunt bij de ‘pavan' en de ‘gaillard', de twee dansvormen die Byrds grote voorliefde hadden en wier benaming we in verschillende afwijkende benamingen tegenkomen. Die voorliefde verklaart zich allicht doordat Byrd ze graag inzette voor zijn uiteenlopende experimenten, melodisch, harmonisch, ritmisch en contrapuntisch. Zowel in My Ladye Nevells Booke als in het Fitzwilliam Virginal Book (waarin naast Byrd maar liefst zo'n 25 componisten vertegenwoordigd zijn!) komen we echter meer vormen tegen die door Britse componisten, waaronder ook Byrd, tijdens de cultureel zo vruchtbare Renaissance graag werden beproefd, zoals variaties, fantasieën en marsen.

Eerst nog even terug naar het virginaal, dat samen met het spinet hét toetsinstrument was in het Engeland van de zestiende eeuw. Beide instrumenten zijn de voorlopers van het klavecimbel, met de snaren haaks op het toetsenbord. Het virginaal lijkt sterk op het clavichord, maar principe en bouwwijze zijn volkomen verschillend van elkaar.

De Britse virginaalmuziek kan zonder enig bezwaar (ook) op het klavecimbel worden gespeeld. Sterker nog, de Engelse virginalisten maakten na de komst van het klavecimbel dat onderscheid niet eens, terwijl ook het traditionele spinet voor hun muziek prima geschikt is. Dat het klankkarakter en -volume van het klavecimbel anders zijn speelt j geen echte rol van betekenis.

Bij virginaal en klavecimbel worden de snaren aan het einde aangeslagen (getokkeld). Bij een ander instrument uit diezelfde periode, de muselaar, is dat niet het geval: daarvan worden de snaren in het midden getokkeld, hetgeen de mogelijkheden van het instrument beperkt. Ook het toetsenbord is anders, niet links, zoals bij het virginaal, maar rechts gepositioneerd. Op oude schilderijen, onder andere die van Vermeer, is dat onderscheid duidelijk te zien.

Zeker met het oog op grotere klankvolume is vandaag de dag het klavecimbel meer in zwang dan het virginaal. Dat geldt, althans deels, ook voor de uitvoering van het complete My Ladye Nevells Booke, want voor dit album heeft Pieter-Jan Belder maar liefst vijf verschillende instrumenten van stal gehaald: vier klavecimbels van verschillende makelij, een muselaar en een virginaal:

• Muselaar (1970) van Derek Adlam naar Ruckers, 1611
• Klavecimbel (1997) van Herwil van Gelder naar Venetiaans model (Pisaurensis)
• Klavecimbel met twee manualen (1980), van Adlam Burnett naar Ruckers 1642 )
• Klavecimbel (2012) van Gerhard Boogaard naar Ruckers van onbekende datum
• Virginaal van (Johannes?) Ruckers (1604)

In het boekje wordt precies aangegeven welk instrument voor welke compositie is gebruikt.

Natuurlijk heeft de keuze van Belder een historische grondslag, maar ook de speltechnische en niet in de laatste plaats hun klankeigenschappen zullen Belder hebben aangezet tot deze specifieke keuze.

Het spreekt bijna vanzelf dat Belder niet de eerste klavecinist is die My Ladye Nevells Booke compleet heeft vastgelegd, al is de discografie, dienaangaande nog steeds bescheiden, met aan de top tot dan toe de albums van Hyperion (met David Moroney, alweer zo'n kwarteeuw oud) en L'Oiseau-Lyre (met Christopher Hogwood, zelfs al ruim 45 jaar oud).

Of Belder er gebruik van heeft gemaakt weet ik niet, maar wat betreft het decoratieve aspect van Byrds (en niet alleen van hem!) muziek zijn er in de loop van de vorige eeuw veel vragen gerezen. Wie het standaardwerk op dit gebied, Ornamentation in the Harpsichord Music of William Byrd (1997, Juilliard School) van Asako Hirabayashi enigszins kent weet hoe weerbarstig deze materie is en welke enorme invloed de ornamentatie heeft op de uitvoering van Byrds virginaalwerken. Wat voor Byrds tijdgenoten zo ongeveer 'gesneden koek' moet zijn geweest stelt ons qua uitvoering voor menig raadsel en kan een mogelijke oplossing alleen worden gevonden vanuit een breder historisch perspectief. Het is bovendien slechts één aspect waardoor de uitvoeringen zozeer van elkaar kunnen verschillen. Van die door Belder kan in ieder geval worden gezegd dat deze niet alleen top of the bill is, maar bovendien getuigt van de meest actuele inzichten (wat overigens ook geldt voor het eveneens door hem uitgevoerde The Fitzwilliam Virginal Book (Brilliant Classics 95915, release 2020, 15 cd's). Belders uiterst soepele maar tegelijkertijd volkomen overtuigende benadering van deze kostelijke partituren levert - en dat is nog altijd het belangrijkste winstpunt - een uiterst muzikantesk profiel op, terwijl in het licht daarvan de versieringen niet puur 'academisch' zijn, maar eerder door intuïtie lijken te zijn bepaald. Hartverwarmende vertolkingen dus in bovendien een schitterend klankgewaad. Wie kan (nog) meer verlangen?


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links