CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2009

 
   
   
   

Dieterich Buxtehude - Opera Omnia X

Orgelwerken - deel 5

Praeludium in C, BuxWV 136 - in e, BuxWV 142 - in e, BuxWV 143 - in g, BuxWV 150 - in A, BuxWV 151 - in a, BuxWV 152 - in a, BuxWV 153 - Preambulum in a, BuxWV 158 - Magnificat Primi Toni BuxWV 204 - Magnificat Noni Toni BuxWV 205 - Toccata in d, BuxWV 155 - 'Nun bitten wir den heiligen Geist' BuxWV 209 - Te Deum laudamus BuxWv 218 - 'Wär Gott nicht mit uns diese Zeit' BuxWV 222 - 'Von Gott will ich nicht lassen' BuxWV 221 - 'Herr Christ, der einig Gottes Sohn' BuxWV 191 - 'Ich danke dir, lieber Herre' BuxWV 194- 'Herr Christ, der einig Gottes Sohn' BuxWV 192 - 'Mensch, willt du leben seliglich' BuxWV 206 - 'Nun bitten wir den heiligen Geist' BuxWV 208.

Appendix: de complete orgelwerken van Nicolaus Bruhns

Praeludium in e (grote versie) - in e (kleine versie ) - in G- 'Nun komm der Heiden Heiland' (oorspronkelijke versie).

Ton Koopman op het Erasmus-Bielfeldt orgel (1736), St. Wilhaldi, Stade (D).

Challenge Classics CC72249 • 66' + 39' • (2 cd's)

www.challenge.nl


Dit is het vijfde en tevens laatste deel van Koopmans registraties van alle op de een of andere manier bewaard gebleven orgelwerken van Dieterich Buxtehude. Het resultaat van zijn inspanningen mag er zijn, met zonder uitzondering groots, fantasierijk en bevlogen spel waarmee deze grote organist, klavecinist, dirigent en musicoloog zowel de bekende als de onbekende stukken in een nieuw daglicht heeft geplaatst.

In zijn toelichting gaf Koopman zelf al aan dat helaas vele vragen open moeten blijven. De bronnen waaruit kon worden geput zijn deels van een twijfelachtige oorsprong, tussen de eerste en de laatste zit niet minder dan honderdvijftig jaar, terwijl Buxtehudes handschriften ontbreken. Niemand zal het onder dergelijke omstandigheden nog in zijn hoofd halen om een serieuze discussie over de Urtext te beginnen! Voor de organist zit er in ieder geval niets anders op dan met intuïtie, kennis, historisch besef én moed met deze stukken aan de slag te gaan, in de wetenschap dat de muziek van Bach en Mozart zelfs op een straatorgel nog goed klinkt, maar die van Couperin en Buxtehude niet.

Voor die goedwillende en goed geëquipeerde organist is er wel een béétje goed nieuws: deze orgelwerken gedijen juist uitstekend in een nogal vrije aanpak, de stylus phantasticus of improviserende stijl, al voegde Koopman daar gelijk aan toe dat een dergelijke aanpak echter zijn grenzen stelt. Zo leidde de onjuiste interpretatie van de preambule tot Frescobaldi's eerste toccataboek ertoe dat men iedere Prélude met een accelerando begon. Voor Koopman stond het vast dat Prélude en toccata ieder hun eigen tempo hadden. Het 'tempo della mano' werd vervangen door het 'tempo dell'anima'.

In deze orgelstukken verbond Buxtehude de grote tradities van de Italiaanse en Franse orgelmuziek met die van de belangrijke Scandinavische en Noord-, Midden- en Zuid-Duitse orgelscholen, wat per saldo een uniek en ronduit fascinerend repertoire opleverde dat een onvergankelijke plaats in de Europese orgelliteratuur heeft ingenomen. Buxtehudes orgelwerk diende de grote Johann Sebastian Bach tot voorbeeld voor zijn eigen ongekende meesterwerken op dit terrein. Hij moet hebben beseft dat deze muziek van de grote Buxtehude niet alleen de harmonisch vormgegeven symbiose van al die stijlen vertegenwoordigde, maar dat de componist en organist uit Lübeck daaraan ook nog eens een uniek karakter wist te verlenen.

Niet minder interessant is de keus voor de twee orgelPréludes en de koraalfantasie (met diminuties van Ton Koopman) van een van Buxtehudes meest talentvolle leerlingen, Nicolaus Bruhns (1665-1697) uit. Jammer dat ze tevens het gehele orgeloeuvre van Bruhns vertegenwoordigen, want dit zijn bijzonder fraaie, originele stukken.

Het door opnametechnicus Adriaan Verstijnen in april 2008 fraai vastgelegde Erasmus-Bielfeldt orgel dateert uit de periode 1731-1736 en heeft zoals vrijwel alle oude orgels een lange reparatie- en reconstructiegeschiedenis achter zich. Daarover valt in het cd-boekje veel wetenswaardigs te lezen, met inbegrip van de dispositie (helaas niet in het Nederlands). Jammer is wel dat de titel boven de Duitse vertaling teruggrijpt op een eerdere uitgave: de orgelwerken deel 4, Opera Omnia IX! Hier heeft iemand duidelijk niet opgelet.

Façade van het Erasmus-Bielfeldt orgel in St. Wilhaldi, Stade (D)

index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links