CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2024 |
Ferrucio Busoni (1866-1924) is bekender geworden door zijn Bach-bewerkingen (hij liet maar liefst zeven banden na) dan als componist en muziektheoreticus. Wat zijn onbekendheid vooral in de hand heeft gewerkt was de ontstellende moeilijkheidsgraad. Zo staat zijn Pianoconcert (mét mannenkoor!) vooral bekend als uiterst zware beproeving en de Fantasia contrappuntistica heeft het stempel ‘vrijwel onspeelbaar' opgedrukt gekregen. Geoffrey Douglas Madge komt de eer toe dat hij als eerste Busoni's complete pianowerken vastlegde, een buitengewoon uitdagend project dat in 1987 werd afgerond. Waarna rond het millennium Wolf Harden (Naxos) het stokje van hem overnam. Roland Pöntinen (CPO), Marc-André Hamelin (Hyperion) en Holger Groschopp (Capriccio) beperkten zich liever tot een selectie. Peter Donohoe heeft zich al eerder bewezen als groot Busoni-vertolker (Chandos CHAN 20237) en in de Fantasia contrappuntistica (hier in de versie van 1921 voor twee piano's) vond hij in Karl Lutchmayer (in de opname links gepositioneerd) een evenzeer met dit zo bijzondere idioom vertrouwde als virtuoze partner. Positief is ook dat Chandos de onderdelen van de Fantasia van aparte tracknummers heeft voorzien. Zeker voor wie dieper tot deze eclectisch-kameleontische maalstroom wil doordringen is dit een handige bijkomstigheid. De klank van beide Steinways D is uitmuntend vastgelegd. index |
|