CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2024

Mysterium

Orbón: Partite No. 4 (voor piano en orkest)

Burgos: Cloches (voor piano en orkest)

Noelia Rodiles (piano), Oviedo Filarmonia o.l.v. Lucas Macías
Eudora EUD-SACD-2406 • 48' • (sacd)
Opname: aug. 2023, jan. & febr. 2024, Auditorio Principe Felipe, Oviedo (Spanje)

 

Ik vermoed dat velen onder u, zelfs muziekminnende Rotterdammers, het zich niet meer zullen herinneren (als ze er al bij aanwezig zijn geweest): de uitvoering van Partite IV in de Doelenzaal door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, ergens eind jaren tachtig. Het was de Mexicaanse dirigent Eduardo Mata (1942-1995), toen een naam van belang, die het stuk van de Spaanse componist Julián Orbón (1925-1991) eerst in Dallas op 11 april 1987 en vervolgens in Europa met verve introduceerde. Zijn metgezel in deze onderneming: de Belgisch-Amerikaanse pianist Tedd Joselson (Antwerpen, 1954), die met Mata meetrok. OOk Joselson werd een naam van belang, nadat de chef-dirigent van het Philadelphia Orchestra, Eugene Ormandy, hem spontaan het stempel van een ‘true talent' had opgedrukt (waarna het platenlabel RCA Victor zich prompt over de pianist ontfermde).

Dat Mata met het stuk uitgebreid op tournee ging (ook Venezuela stond op zijn programma, met het Orquestra Sinfónica Simón Bolivar) was zo vreemd niet: die Partita was immers in opdracht van Mata zelf geschreven, maar ondanks de daarmee geboekte successen heeft de tijd er tenslotte toch nogal hardvochtig mee afgerekend: het verdween al vrij spoedig daarna van het repertoire. Of dat terecht was? Men oordele zelf. Wat er wel minstens van gezegd kan worden is dat het een uitermate kleurrijk stuk is.

Niet minder kleurrijk maar van nog groter klankraffinement getuigend is het uit 2023 stammende Cloches (Klokken) van Manuel Martínez Burgos (*1970), eveneens voor piano en orkest en feitelijk een vijfdelig (de voorgeschreven cadens meegerekend) pianoconcert. Uit klokken(gelui) heeft menige componist de nodige inspiratie geput, wat overigens niet per definitie heeft geleid tot een succesvolle onderneming. Het in mijn optiek mooiste, meest indrukwekkende werk op dit gebied (maar van een geheel andere signatuur) stamt van Rachmaninov, maar dit terzijde. Het stuk van Burgos mag er echter eveneens zijn.

Burgos, eveneens Spaans van origine, is als componist belangrijk genoeg dat diens werk exclusief wordt gepubliceerd door het Weense Universal Edition. Deze trotse bezitter van een door de Universiteit van Oxford verleende doctorsgraad in de muziek, heeft in de loop der jaren een onnoemelijk aantal nationale en internationale prijzen op zijn naam gebracht. Daarmee is hij, statistisch bezien, zelfs de meest ‘geprezen' Spaanse componist van zijn generatie. Maar ook collega's als Helmut Lachenmann, Tristan Murail, Unsuk Chin en Kaija Saariaho lopen met zijn werk weg, met als samenbindende kwalificatie (al zegt het op zich weinig) het door hem opgeroepen ‘klankuniversum dat is vervuld van expressieve kracht en verbeelding'. Dit pianoconcert getuigt er ook van, waarbij kleur niet wordt weggemoffeld door vrij ontoegankelijke toonreeksen of een obscure stemvoering. Zoveel is duidelijk: vakmanschap en inventie gaan in dit werk een indrukwekkend verbond aan.

Grote waardering ook voor de uitvoerenden, die er een behoorlijke kluif aan moeten hebben gehad. Het kost veel tijd én energie alvorens stukken zoals deze echt ‘gaan zitten', maar dat is, voor zover ik het zonder partituur kan beoordelen, zonder enig voorbehoud gelukt. Cloches gaat op dit album als premièrewerk, waarvan ik veronderstel dat de componist bij de repetities en opnamen aanwezig is geweest. Hij hoefde er in ieder geval niet al te ver voor te reizen.

De opnamekwaliteit is wat ik intussen als 'Eudora-stijl' heb leren waarderen: vlekkeloos. Dat de 'koek' met 48 minuten schoon op is, is wel jammer.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links