CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2020 |
We realiseren het ons vaak niet, maar veel Oude Muziek komt tot ons louter en alleen door toeval. Manuscripten die toevallig 'ergens' spontaan opduiken of worden gevonden. Zoals die archivaris die niet naar iets bepaalds op zoek is, maar tijdens het opruimen zomaar op een verstoft manuscript stuit, of een muziekwetenschapper die wel naar iets bepaalds zoekt en en passant op iets stuit dat hem volkomen onbekend is, maar van grote waarde blijkt te zijn. Wetenschap en toeval, ze gaan nogal eens hand in hand. En dan te bedenken dat een dergelijk manuscript, vaak al zo'n zeshonderd jaar oud, opstanden, oorlogen maar ook ander groot ongerief wist te overleven, al is er vaak wel ingrijpend restauratiewerk nodig om het schijnbaar onleesbare weer leesbaar te maken. Waarbij het echter ook kan voorkomen dat schitterende boekwerken, tot in de perfectie gebonden en voorzien van de fraaiste, met meesterhand ingetekende afbeeldingen, ongeschonden uit het stof van eeuwen oprijzen om vervolgens dankzij gekoesterde handen aan een nieuw leven te kunnen beginnen. De Klaagzangen van Jeremia voor Goede Vrijdag van de Franse componist Antoine Brumel (1460-1512) is zo'n manuscript, daterend uit 1559 en ondergebracht in de Biblioteca Nazionale Centrale in Florence. Het tweede manuscript waaruit wordt geput is uit 1560, dat wordt bewaard in de bibliotheek van het Conservatoire Royal in Brussel, deels bestaande uit geestelijke werken van anoniem gebleven componisten, maar daartussen ook werk van Josquin des Prez, Antonio Moro en Loyset Compère. Zoals zo vaak in dit soort zaken mondde een en ander uit in een uitvoerige musicologische exploratie naar de achtergronden van de beide manuscripten en de uiteraard daarmee verbonden uitvoeringspraktijk, een zoektocht die in het cd-boekje tot in detail door een van de beide zangers annex dirigenten van het ensemble Musica Secreta, Laurie Stras, uit de doeken wordt gedaan. Ook in dit werk van de grote polyfonist Brumel zijn de contrasten briljant uitgewerkt. Het is gecomponeerd in het indrukwekkende 'alternatim', d.w.z. dat de ingenieus vormgegeven meerstemmigheid wordt afgewisseld door (eenstemmig) gregoriaans, nog eens versterkt door de expressieve rijkdom van de wringende harmonieën in een niet minder inventieve stemvoering. Interessant is ook dat het in deze uiterst fijnzinnig toegepaste compositietechniek niet altijd op slag duidelijk of we in de melodie een of meerdere stemmen horen! Zoals we ook worden geconfronteerd met verre van conventionele cadensen en virtuoze soli. Uit dit alles kan worden opgemaakt dat Brumel niet alleen naar nieuwe wegen zocht (en vond!), maar ook dat hij ons een bijzonder geïnspireerd werk heeft nagelaten. Wat gelukkig niet wil zeggen dat de overige koorstukken op deze cd minder aandacht zouden verdienen. Integendeel zelfs, want het blijken ware zestiende-eeuwse juweeltjes, eveneens passend in de Lijdensweek. Musica Secreta heeft deze lamentaties opgenomen met negen vrouwenstemmen, aangevuld met orgel en viool. Dat de dames het hier voor het zeggen is logisch, want zo was het ook in de zestiende eeuw, toen de nonnen deze muziek zongen. Maar misschien nog belangrijker is de uitvoering, want die is ronduit schitterend, dankzij een volmaakte dictie, de vlekkeloze Latijnse uitspraak, de net zo perfecte balans tussen de stemmen en de beide instrumenten. Dan is er het expressieve, zeer geïnspireerde en daardoor inspirerende karakter van het geheel en in het kader daarvan de getoonde moed om ook de vele dissonanten in dit werk ruim baan te geven ten faveure van de contrastwerking. Het ensemble putte daarbij uit de beide overgeleverde in groot formaat overgeleverde koorboeken, waardoor het niet nodig was om van individueel uitgewerkte partijen gebruik te maken. Zo moeten de nonnen, die de boeken eerst bezaten, in vroeger tijden deze muziek ook hebben gezongen! De titel van dit album, 'From Darkness Into Light', wordt in de muziek zelf ook weerspiegeld: alsof Brumel wilde uitdrukken dat hoe donker het ook mag zijn, er altijd wel een lichtpuntje te ontdekken valt. Hoewel behorend tot het sombere tenebrae-ritueel in de laatste drie dagen van de Lijdensweek, bieden Brumels lamentaties ook uitzicht op het stralende Licht zoals dat een eeuw later zo voortreffelijk door Rembrandt, in 1653, in 'De Drie Kruisen' in beeld werd gebracht. __________________ index |
|