CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2019 |
Als in een uitvoering het (imaginaire!) ideaal wordt bereikt? Dan is het hier wel, in de drie officieel genummerde strijkkwartetten van Benjamin Britten (1913-1976) door het Britse Doric String Quartet, aangevuld door Brittens drie Divertimenti en de Fantasieën uit 1680 van Henry Purcell (1659-1695), die er wonderwel bij passen. Er is overigens nog een strijkkwartet van Britten: evenals het officiële eerste in D, maar zes jaar eerder geschreven, in 1931, en nog in 1974 door de componist gereviseerd, maar toch buiten de officiële nummering is gelaten. Dat Brittens strijkkwartetten (ze behoren al lang en breed tot de 'klassieken') bij de topensembles, waaronder het Belcea, het Brodsky Quartet (door collega Gerard Scheltens hier besproken) en nu dus het Doric, zo geliefd zijn laat zich gemakkelijk verklaren door de hoge merites ervan, terwijl ze ook in puur technisch opzicht dankbaar materiaal zijn. De opname werd gemaakt op een echte Britten-locatie: de concertzaal van Snape, op steenworp afstand van de River Alde. De warme akoestiek doet wonderen voor dit hoogst geacheveerde en gloedvolle, zeer geëngageerde kwartetspel door een van de beste ensembles op dit gebied die Engeland - en dat land niet alleen - rijk is. Geluidstechnicus Jonathan Cooper (tevens de producer van dit project) heeft het gedetailleerd, maar warm vastgelegd. De fractie meer galm gaat niet ten koste van de definitie. En na afloop hoeft niemand de spreekwoordelijke hars van de broek te kloppen. index |
|