CD-recensie

 

© 1999 Aart van der Wal

 

Britten: Sinfonietta op. 1 - Sinfonia da Requiem op. 20.

Honegger: Symfonie nr. 3 (Liturgique).

Radio-Sinfonieorchester Stuttgart o.l.v. Sir Neville Marriner.

Capriccio 10428 • 61' •


Benjamin Britten mag zonder overdrijving als een eclecticus worden beschouwd. Uit de smeltkroes van vele muzikale stromingen (o.a. Purcell, Stravinsky, Bartók en Schönberg, maar ook Engelse volksliedjes) smeedde hij een volstrekt eigen melodische en harmonische stijl. De op achttienjarige leeftijd geschreven Sinfonietta voor tien instrumenten, opgedragen aan zijn leermeester Frank Bridge, verraadt weliswaar zijn sterke bewondering voor Schönbergs Kammersymphonie nr. 1, maar is in de uitwerking van de motieven hoogst origineel. Marriner geeft een vlotte, partituurgetrouwe lezing en schat het werk op zijn juiste waarde: een jeugdwerk dat niet te diep graaft, maar waaruit wel grote compositorische begaafdheid spreekt. Het door Britten in 1940 tijdens zijn verblijf in Amerika gecomponeerde en aan zijn ouders opgedragen Sinfonia da Requiem is grootschalig van opzet (drievoudige houtblazers, altsaxofoon, zes hoorns, twee harpen, slagwerk en strijkers) en vooral in het Lacrymosa sterk syncopisch geconcipieerd. De ritmisch flakkerende motieven, de heftige dissonanten en de schrille blazersglissandi roepen Bergs Drie orkeststukken op. 6 in herinnering. Marriner geeft een gedegen vertolking, al had die bittere verscheurdheid in het Dies Irae scherzo nog scherper belicht kunnen worden. Daardoor ook komt het resignerende slotdeel (Requiem aeternam) een fractie aan expressiviteit tekort.
Honeggers laatste symfonie (1945/46) betekende voor de componist ook een definitief afscheid van de mechanische Brave New World (met o.a. Pacific 231!). In het eerste deel (Dies Irae) wordt op zeer huiveringwekkende wijze de morele en fysieke verwoesting van de wereld geschilderd. In het daaropvolgende De profundis komen er weliswaar troostrijker klanken aan bod, maar overheerst ook daar de vertwijfeling. In de finale (Dona nobis pacem) wordt het gevecht tegen de destructieve krachten met grote bitterheid gevoerd, maar eindigt het werk in diezelfde berustende sfeer als Brittens Sinfonia da Requiem. Marriners grote ervaring en routine staan borg voor een uitstekende verklanking, maar deze interpretatie mist in de finesses de fenomenale, diep doordringende zeggingskracht die Von Karajan dit werk wist mee te geven (adagio!), bovendien nog versterkt door een superieure DG-opname. Als er iets doorslaggevend is, is het dit wel! Wanneer de combinatie Britten/Honegger u echter aanspreekt, kan ik deze uitgave van Capriccio zeker aanbevelen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links