CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2023

Johannes Brahms - The Complete Sonatas for Violin and Piano

Brahms: Vioolsonate nr. 1 in G, op. 78 - nr. 2 in A, op. 100 - nr. 3 in d, op. 108

Johannes Leertouwer (viool), Julian Reynolds (piano)
Challenge Classics CC72964 • 71' • (sacd)
Opname: jan. 2023, Evangelisch Lutherse Kerk, Haarlem

 

Er is in ons land waarschijnlijk geen musicus te vinden die meer weet van het werk van Johannes Brahms dan de violist, dirigent en musicoloog Johannes Leertouwer. En hij kan er ook nog boeiend over vertellen, zoals bleek uit het gesprek dat ik met hem had na afloop van een door hem geleid Brahms-concert in de Leidse Gehoorzaal, met op het programma het Eerste pianoconcert met als solist Paolo Giacometti en na de pauze de Eerste symfonie. Het bleken ware ear-openers dankzij de door Leertouwer gekozen, bijzondere aanpak.

Hoe zat dat? Had hij iets ontdekt dat door anderen over het hoofd was gezien? Op zijn website (klik hier) valt hierover het nodige te lezen en te horen, terwijl ik er zelf hier eveneens de nodige aandacht aan heb besteed. Waardoor ik gelijk kan overgaan naar dit nieuwe album met Brahms' drie vioolsonates (dus zonder de F-A-E-sonate).

Alvast ter introductie:

'We made this recording in January 2023, one week before I defended my dissertation on historically informed performance practice of Brahms's orchestral music at Leiden University and received my doctorate. The research had offered me the opportunity to re-investigate my ideas about contemporary performance style, particularly of 18th- and 19th-century repertoire. Over the course of the 4-year project, I had rehearsed, performed, and recorded the Brahms symphonies and concertos as a conductor. After so much reading, writing, and conducting, I found that I longed for the experience of applying what I had discovered as a violinist to find how it had changed my approach to Brahms's chamber music. I called Julian Reynolds and asked if he would be willing to experiment with my findings. We had studied the Brahms violin sonatas together with Josef Suk in Vienna and Prague many years ago. We found a beautiful Blüthner grand piano of 1857 in the atelier of Andriessen pianos in Haarlem.

Our recording represents our desire to find the freedom to apply the 19th-century expressive tools of flexibility of rhythm and tempo, of expressive legato, portamento and vibrato that have been largely forgotten or perhaps discarded over the course of last century. These tools cannot simply be dusted off and re-implemented. As I argued in my dissertation, working with them requires re-inventing them. Portamento for example was a hotly debated subject throughout the 19th century. There is no single model or example of how to apply it today. The same can be said about vibrato. What we can say with certainty is that in the violin methods of Louis Spohr and later Joseph Joachim and Andreas Moser, portamento was named as the first and most important means of expression for string players, and vibrato was described as an ornament. When it comes to flexibility of tempo, we can be sure that the 19th-century concept of tempo was more flexible, and that modifications of tempo were much more frequent than in more modern times. We know that Brahms had a particularly free and flexible way of performing his own music. Brahms himself famously refused to give metronome markings, writing that he could not find a meaningful relationship between his flesh and blood and such a mechanical instrument, a feeling perhaps inherited from Beethoven. He also wrote that any “sane musician” would take a different tempo every week.'

En zo geschiedde, want ook hier tart Leertouwer, met in zijn spoor zijn vaste pianist Julian Reynolds op een Blüthner-vleugel uit 1857 (hun samenwerking is zonder meer eendrachtig, zoals ook al bleek uit hun Schumann-vertolkingen van alweer bijna dertig jaar geleden die ik in de kast heb staan), menige traditionele ‘regel', zoals het veelvuldig gebruik van het portamento en de vrijheid die beiden zich veroorloven ten aanzien van de tempi en tempowisselingen, mede ingegeven door het feit dat Brahms volgens Leertouwer weinig tot niets ophad met de ‘dwingende' metronoom en dat het voorts de mening van de componist was om bij voorkeur ‘wekelijks van tempo te wisselen'. Het is aldus een al met al verre van strakke weergave van deze drie sonates geworden, maar eerder een ronduit fascinerende, uiterst wendbare ‘conversatie' tussen drie heren, met in het middelpunt daarvan (uiteraard postuum) Johannes Brahms, omgeven door twee met hart en ziel betrokken musici die met hun aparte zienswijze op deze muziek in dit op zich zo traditionele domein voor de toehoorder nieuwe perspectieven hebben geopend. Want neemt u het maar gerust van mij aan: het klinkt bepaald anders; en het is nog tot in detail gemotiveerd ook. Dit alles in vlekkeloze techniek, terwijl de kwaliteit van de surround-opname (zoals gebruikelijk ook in stereo te beluisteren) met kop en schouders boven het maaiveld uitsteekt.

Dan nog dit. Betekent dit dat alle voorgaande opnamen daarmee hun artistieke waarde hebben verloren? Geenszins, al zijn die vele voorgangers in een strakker keurslijf geperst. Bovendien mag de persoonlijke voorkeur zijn eigen rol hier meespelen. Laten we daarbij evenmin vergeten dat iedere registratie bevroren is in de tijd, niet meer dan een momentopname is (wat in de tijd van Brahms uiteraard heel anders was). Morgen of overmorgen kan of zal het weer anders zijn. Dat dit nieuwe album er ook vanuit historisch perspectief nadrukkelijk bij zal blijven horen staat voor mij in ieder geval als een paal boven water.

___________________
Klik hier voor onder meer fraaie foto's van de uitvoerenden en de opnamelocatie. Het cd-boekje vindt u hier.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links