|

CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2017
|
Volodos plays Brahms
Brahms: Capriccio's op. 76 nr. 1-2 - Intermezzi op. 76 nr. 3 en 4 - Intermezzi op. 117 nr. 1-3 - Klavierstücke op. 118 nr. 1-6
Arcadi Volodos (piano)
Sony Classical
88875130192 • 54' •
Opname: 2015-16, Teldex Studio, Berlijn
|
|
|
Zondagavond al, niet meer dan een uur na onze publicatie van de winnaars Edison Klassiek 2017, lazen we op ons contactformulier dat een lezer zich had geërgerd aan het feit dat op onze site een recensie ontbrak van een van die prijswinnaars: Arcadi Volodos met zijn 'late Brahms'. De goede man (of vrouw, dat viel niet goed op te maken uit de reactie) had het grootste gelijk van de wereld, maar er zit wel een 'verhaal' (nou ja, verhaaltje.) achter. Want wat wil het geval? Volodos is een Sony-artiest en van Sony kan men zeggen wat men wil, maar niet dat dit label in ons land een adequate persvertegenwoordiging bezit. Althans voor ons niet. Sterker nog, als we een bepaalde Sony-uitgave per se willen bespreken (zonder daarvoor eerst - en tegen betaling - bij de detailhandel te moeten aankloppen), hebben we daarvoor een contact in Zwitserland. Je zou bijna zeggen: het moet niet gekker worden.
De perscommunicatie met Sony loopt al jaren of uiterst moeizaam of ontbreekt geheel. Waarom dit zo is? Geen idee. Het is het enige label dat blijkbaar 'niets met ons heeft'. Maar aangezien het aanbod van de andere labels (die wel probleemloos meewerken) zo overstelpend groot is, wordt het Sony-label door ons niet echt gemist. Wat ook enigszins samenhangt met Sony's - wat de nieuwe uitgaven betreft - nogal fletse repertoire. Totdat er wel, als een duveltje uit een doosje, een interessante uitgave verschijnt die later bovendien in de prijzen valt. Enfin, dit verklaart in ieder geval waarom Sony-uitgaven in ons recensiekatern zo weinig aan bod komen. Aan ons ligt het in ieder geval niet.
Het is niet altijd wat het lijkt
Een kritische noot dus richting Sony. Maar er moet ook een kritische noot in de richting van de Edison Klassiek worden afgevuurd, want helaas geldt ook in dit domein dat het niet altijd is wat het lijkt. Ik ga nu niet in op wat de jury heeft klaargestoomd, maar wel op de gotspe dat niemand - behoudens OpusKlassiek! (ik schreef er onlangs nog een column over) - het erover heeft dat de deelnemers aan het prijzenfestival zonder uitzondering lid (moeten) zijn van de branchevereniging en dat wie geen lid is al bij voorbaat buiten het prijzencircus valt. Het werkt simpel: de platenmaatschappijen of hun vertegenwoordigers nomineren de uitgaven die naar hun oordeel in aanmerking komen en de jury kiest vervolgens uit dat aanbod de prijswinnaars. Een dubbel filter dus: ten eerste moet de aanbieder lid zijn, ten tweede wordt alleen uit de aangereikte nominaties gekozen. De jury hoeft zich dus niet door enorme stapels heen te werken om tot een oordeel te kunnen komen.
Maar waarom zou men geen lid zijn van zo'n branchevereniging? Het antwoord is net zo simpel: omdat het lidmaatschap niet gratis is of omdat wordt getwijfeld aan het nut van zo'n vereniging in de dagelijkse praktijk (wat iets anders is dan een jaarlijks feestje). En omdat niet iedereen lid is kan de muziekconsument er dus al bij voorbaat niet van uitgaan dat het prijzenfestival representatief is voor de gehele branche. Outhere Music bijvoorbeeld, een belangrijke producent en distributeur die een groot aantal schitterende uitgaven op zijn naam heeft staan (u hoeft alleen maar onze vele lovende besprekingen te volgen), is géén lid van de NVPI, de Nederlandse Vereniging van Producenten en Importeurs van beeld- en geluidsdragers. Dus dingen die uitgaven niet mee naar de Edison Klassiek.
Momentopname
Laten we ook met elkaar vaststellen dat de uitkomst van het beoordelen, schiften en kiezen door de Edison-jury weinig anders is dan een momentopname, terwijl - ik verwijs naar het bovenstaande - de klokken bovendien niet helemaal zuiver lopen. Terwijl het a priori al een volstrekt onmogelijke opgave is om uit het overstelpende aanbod (de cd is nog lang niet dood, echt niet!) een echt verantwoorde keus te maken. En bovendien dat aanbod, bezien vanuit het perspectief van de NVPI, dan nog niet eens compleet is.
Nee, dit is geen stem tegen de Edison Klassiek, maar wel het advies om de betrekkelijkheid ervan in te zien. Wat - zij het in iets mindere mate - tevens geldt voor de prijzen die door de muziektijdschriften worden bedacht. Wie even nadenkt en daarbij het enorme aanbod in ogenschouw neemt, begrijpt heus wel dat 'The Record of the Year' eigenlijk niets anders is dan louter flauwekul. Zoals het ook je reinste flauwekul was van een bekend Engels muziektijdschrift om het Koninklijk Concertgebouworkest uit te roepen tot 'het beste orkest van de wereld'. Dat hieruit door zowel orkest als magazine vrijwel onmiddellijk commercieel profijt werd getrokken maakte die 'reward' natuurlijk niet minder belachelijk...
 |
Arcadi Volodos |
Volodos speelt Brahms
Dan nu naar de Brahms van Arcadi Volodos (1972) die inderdaad best bijzonder mag heten, zoals blijkt uit de werkelijk schitterende toonvorming en daarvan afgeleid de fraaist denkbare klankkleuren, een technisch onbeperkt vocabulaire en het vermogen om met zijn (onzichtbare!) toehoorders te communiceren. Volodos biedt een ideeënrijkdom die deze late Brahms in het mooist denkbare perspectief zet. Dat is het algemene beeld. Dan is er de diepe gelaagdheid in met name op. 118 die bij Volodos gevoed door het sterk gevarieerde expressieve karakter ervan. Het is alles tezamen genomen ook het beeld van de breed uitgesponnen lyriek (met de rubati en accelerandi die daar bij horen) en het enigszins nadrukkelijk inkleuren van de schaduwkanten (wat ik niet maar anderen wel als een bezwaar hebben ervaren). Al moet worden gezegd dat het andante moderato waarmee op. 117 nr. 1 begint door Volodos nogal stijf wordt opgezet. Het naar binnen gekeerde en bij vlagen dromigere slot van op. 118 (het intermezzo in es-klein) slaagde daarentegen wel wondermooi. Pure lyriek is Volodos' absolute handelsmerk, terwijl de 'klavierleeuw' Volodos duidelijk naar de achtergrond is verschoven. (terwijl in deze late stukken echt niet alleen maar liefkozend of dromerig gemijmerd wordt!) De opname is bijzonder fraai, wat ook veel te maken heeft met de opnameruimte: de door veel labels gebruikte Teldex-studio in Berlijn. Er is naar zeggen niet in ge-edit: Volodos koos zelf de mooiste tracks. Een initiatief dat zeker navolging verdient.
|
|