CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2016

 

Brahms: Lieder und Gesänge op. 32: Wie rafft ich mich auf in der Nacht (Platen) - Nicht mehr zu dir zu gehen (Daumer) - Ich schleich umher betrübt und stumm (Platen) - Der Strom, der neben mir verrauschte (Platen) - Wehe, so willst du mich wieder (Platen) - Du sprichst, daß ich mich täuschte (Platen) - Bitteres zu sagen denkst du (Baumer) - So stehn wir, ich und meine Weide (Daumer) - Wie bist du, meine Königin (Daumer)

Sommerabend op. 85 nr. 1 (Heine) - Mondenschein op. 85 nr. 2 (Heine) - Der Tod, das ist die kühle Nacht op. 96 nr. 1 (Heine) - Es schauen die Blumen op. 96 nr. 3 (Heine) - Meerfahrt op. 96 nr. 4 (Heine)

Vier ernste Gesänge op. 121: Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh (Ecc. 3:19-22) - Ich wandte mich, und sahe (Ecc. 4:1-3) - O Tod, wie bitter bist du (Sirach 41:1-2) - Wenn ich mit Menschen - und mit Engelszungen (1 Kor. 13:1-3, 12-13)

Matthias Goerne (bariton),
Christoph Eschenbach (piano)

Harmonia Mundi HMC 902174 • 56' •

Opname: april 2013 en dec. 2015, Teldex Studio, Berlijn

   

Hoe merkwaardig is het om deze grote Duitse bariton te horen in een ideale akoestiek die meer teruggeeft dan zij ontvangt. Hoe genereus kan een ambiance zijn! Het is zo'n stem die in zoveel onderliggende lagen resoneert dat het karakteristieke karakter ervan zich in meerdere dimensies kan openbaren, onverschillig in welke ligging ook. Niet alleen in diep bronzen sonoriteit, maar ook door intense kleuring in midden en hoog. Het is een stem uit duizenden die de weg baant naar een vertolkingskunst die niet minder opzienbarend is. We kennen het van onder meer zijn exemplarische Schubert-vertolkingen: Goerne excelleert in diep gevoelde expressie, in timing en in frasering. Wie de bladmuziek erbij neemt zal misschien nog wel dieper worden getroffen: Goerne suggereert voortdurend een hoge mate van vrijheid, maar zonder aanslag op het notenbeeld. Hij raakt tot diep in de ziel van deze menigmaal door merg en been gaande liederen, met een verbeeldingskracht die de toehoorder onmiddellijk in de ban slaat, zo niet overweldigt. De vele stemmingswisselingen, de ongehoorde intensiteit, de kleurrijke aanpak, de spanningsopbouw en de tot in de kleinste finesse uitgewerkte vocalistiek maken deze cd tot een waar schoolvoorbeeld van elitaire zangkunst; en dat zeg ik met een uitsluitend positieve connotatie. Dit is de ware top, zoals er slechts één is.
Dan is er Christoph Eschenbach, nu niet in zijn rol van dirigent maar als de sensitieve pianist die Goerne's liedkunst als een handschoen past. Goerne had het niet beter kunnen treffen. Het is een samenwerking die de best denkbare vruchten afwerpt.
In het laatste lied op deze cd, het slotlied van de 'Vier ernste Gesänge' op. 121, wordt 1 Korintiërs 13 vers 1 geciteerd: 'Als ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden'. Het lijkt het motto van deze gehele cd te zijn: de liefde voor deze muziek klinkt in iedere maat door. De schitterende opname past er naadloos bij. Dit is een van de meest fabuleuze lied-cd's van de laatste tijd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links