![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2008 |
||||
Brahms: Vioolconcert in D, op. 77 - Dubbelconcert in a, op. 102. David Oistrach (viool), Mstslav Rostropovitsj (cello), Moskous Filharmonisch Orkest o.l.v. Kirill Kondrashin. BBC Legends BBCL 4197-2 (mono) • 72' • Live-opnamen: Royal Festival Hall, Londen 19 september 1963 (op. 77) en Wie een tochtje langs of over de Theems maakt kan het grote blok beton niet missen dat zich langs de oever verheft en dat al vanaf ruime afstand geen echt toegankelijke indruk maakt. Dichterbij is het nog rampzaliger en lijkt het meer op zo'n typisch Oost-Duitse of Russische kolos met die onheilspellende uitstraling die het ergste doet vermoeden. Het is een van die typische, architectonisch mislukte mastodonten die zich niet zo gemakkelijk laten afbreken en waarmee de muziekliefhebber sinds mensenheugenis lijkt te zijn opgescheept. Wie na het concert nog even naborrelt en vervolgens huiswaarts keert, voelt zich tussen de donkere spelonken niet zo op zijn gemak en verwacht misschien wel de een of andere Jack the Ripper die dreigend vanuit het nachtduister opdoemt en op meer uit is dan alleen maar een vuurtje. De akoestiek biedt evenmin enige soelaas, want die lijkt met de term 'beroerd' goed te zijn omschreven. In al die jaren dat ik er concerten heb bijgewoond heb ik nooit een moment gehad waarop ik in vervoering raakte van de strijkersklank, de houtblazers, het koper, de pauken, of stemmen. Hoe mooi daar ook werd gespeeld, door de beste solisten en ensembles, koren en orkesten, de grillige akoestiek zette de voet dwars. Er is in de loop van de afgelopen vier decennia wel geprobeerd om er akoestisch nog iets van te maken, maar het is helaas niet gelukt. Het is en blijft ontembaar, wat niet alleen voor het publiek, maar evenzeer voor de musici altijd weer een grote opgave betekent. Ik ken geen orkestlid uit heden en verleden dat geen retirade afstak als het ging om het spelen in de Festival Hall. 'A disaster of bricks', was nog de vriendelijkste beschrijving. Maar toch... Daar hoorde ik in de jaren zeventig en tachtig de mooiste concerten van mijn leven, want alle muzikale groten der aarde traden daar op. Jammer, jammer, jammer, dat ik Klemperer, het Philharmonia Koor onder Wilhelm Pitz, Oistrach, Rostropovitsj, Guido Cantelli, Alceo Galliera, Jacqueline du Pré, en zoveel anderen daar nooit heb gehoord, want ondanks die vermaledijde akoestiek waren het vaak wèl heuse muzikale happenings die nog weken in de herinnering nasudderden. BBC ondergedompeld in mono Hoeveel opnamen heeft de BBC in de RFH niet gemaakt? Het moeten er hónderden zijn. Maar ach, wat liepen de dames en heren van de techniek daar achter bij de platenlabels! Het is toch onbestaanbaar dat de BBC in het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw nog in mono opnam, terwijl tien jaar eerder hun collega's bij EMI en Decca al stereoplaten uitbrachten? Maar nee, de BBC ging voor het 'geluid door het sleutelgat', wat natuurlijk niet alleen met de opnameapparatuur te maken had, maar ook met het nog niet landelijk ingevoerde stereo radiosignaal. BBC3, dé Engelse klassieke zender, zond toen immers nog gewoon mono uit. Dat neemt echter niet weg dat de BBC de concerten natuurlijk wel degelijk in stereo had kunnen opnemen, al was het alleen maar om die stereobanden op de plank te hebben liggen als er sprake werd van stereo/uitzendingen. Regeren is vooruitzien, nietwaar? De in de RFH gemaakte BBC-opnamen hebben dus een dubbel nadeel: de beroerde akoestiek én het mono/geluid. Maar wie deze obstakels van zich af weet te schudden krijgt muziekuitvoeringen voorgeschoteld die vandaag de dag met een lantaarntje zijn te zoeken. De mogelijke tegenwerping dat het 'vroeger altijd veel beter was' schud ik al bij voorbaat van mij af... Er zijn immers bewijzen, zoals deze nieuwe uitgave in de BBC Legends serie, waarin het 'grote' werk - heel uitzonderlijk - vooraf wordt gegaan door het Russische volkslied (het 'opwarmertje' gaat direct vooraf aan het Vioolconcert). Tegelijk probeer ik te bedenken waarom die curiositeit eigenlijk op deze cd is geperst, maar ik veronderstel dat het past in het 'historische kader'. Oistrach, Rostropovitsj en Kondrashin Waarom speelden deze Russen Brahms eigenlijk zo goed? Er zijn vele opnamen daarvan bewaard gebleven, die zonder uitzondering gerekend mogen worden tot de (aller)beste uitvoeringen. Ook deze weer, die de beide concerten van deze Hamburgse en later Weense meester werkelijk van alle denkbare kanten belicht, maar structureel wel uit een stuk, als - om die term maar weer eens van stal te halen - uit graniet gehouwen. Oistrach, dé exponent van de Russische vioolschool, had de muziek van Brahms waarschijnlijk het meest op zijn programma, zowel wat de concerten als de kamermuziek betreft. Dat valt althans op te maken uit de beschikbare opnameoverzichten.
Is dit 'hun' Brahms? Of dé Brahms? Dat laatste kan niet, het eerste is overweldigend. wat een geweldige vertolkingen zijn dit! Er is die onophoudelijk sterke, die nooit verzwakkende onderstroom, waarboven de enorme expansieve krachten uittorenen, dynamisch en verheven, groots in de superieure legatobogen die over de scherp geprofileerde frasen worden gespannen, van epische dimensies. Hier worden echt lange slagen gemaakt, met zo min mogelijk streekwisselingen, de expressie niet per se vanuit het vibrato opgebouwd, maar vanuit de kern zelf, gespierd, maar nobel en zelfverzekerd. In de langzame delen sluimert voortdurende die zo typische brahmsiaanse melancholie, maar kan ook het stralende licht doorbreken, en dit alles met het technische meesterschap dat zo eigen is aan deze grote Russische vertolkers. Maar dan wel een techniek die niet op zich staat, maar 'gewoon' deel uitmaakt van het muzikale concept. Het was de dirigent Gennadi Rozjdestvenski, die vaak met Oistrach heeft gemusiceerd, die eens zei dat al vanaf de eerste paar noten van deze grote violist het concept voor het gehele werk duidelijk en rotsvast was geschetst. Over Rostropovitsj zal hij zich waarschijnlijk niet anders hebben uitgelaten. The proof of the pudding is in the eating, zeggen de Engelsen. Hier is het dus, zo op een presenteerblaadje. En de akoestiek? Ach, dit is de vorm van musiceren die zelfs het weerbarstigste beton doet smelten. Het dak is er al af... Het doet denken aan die mooiste concerten waarover ik het al eerder had. Evenmin doet die mono-opname, of een kuchje hier en wat geschuifel daar er niet meer toe. Dat achtergrondgeruis is al snel vergeten. index | ||||