CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2008


 

Brahms: Variaties op een Hongaars lied op. 21 nr. 2 - Variaties en fuga op een thema van Händel op. 24 - Variaties op een thema van Paganini op. 35.

Olga Kern (piano).

Harmonia Mundi HMU 907392 • 63' •


Het is en blijft een misvatting dat Brahms als romanticus begon en zich uiteindelijk tot classicus liet bekeren. Er was die eeuwige strijd met aan de ene kant de klassieke traditie en aan de andere de school van Liszt-Wagner, waarmee Brahms zich niet wilde associëren. Zeker, Brahms had de klassieke vormen lief, ze stonden in zijn oeuvre ook centraal, maar hij gebruikte ze slechts als middel tot een hoger doel, de creatie van complexe, uitdijende klankstructuren die veel verder reikten dan die klassieke traditie op zich. Naarmate de tijd voortschreed nam het aantal omvangrijke partituren toe, maar hij was nog maar nauwelijks dertig toen hij al drie grote pianosonates en vijf variatiecycli op zijn naam had staan. En wat klein lijkt, zoals de Klavierstücke op. 76 en de beide Rapsodieën op. 79, zijn feitelijk kolossaal in hun vrije behandeling, met al die figuraties die zo ingenieus deel blijven uitmaken van de basisthematiek. Zelfs kleinoden als de Klavierstücke op. 118 en 119 bieden de luisteraar steeds weer opnieuw vergezichten die ieder voor zich een enorme geestkracht demonstreren.

Wie zich aan Brahms grote variatiewerken waagt dient uiterst virtuoos te zijn, maar moet die virtuositeit gelijk weer opzij zetten ten gunste van de inhoud, die zo moet spreken dat het de toehoorder bijna omver werpt. Dat lukt alleen als de vele technische kunstgrepen die deze variaties vragen niet meer zijn dan het vehikel voor de exploratie van de geestelijke diepgang die in deze muziek besloten ligt. Die te ontdekken en overtuigend over te brengen kan slechts een groot kunstenaar, zoals hier Olga Kern.

Olga Kern was net dertig toen ze zich in Burbank, Californië aan deze opname zette. Het resultaat? Subliem. Met haar vertolking schaart ze zich onder de besten, die het ook zo goed hebben begrepen. In grootse stijl volgt de ene metamorfose na de andere, met een zowel intens lyrisch als dramatisch kleurenpalet, technisch volmaakt (zo zijn haar fraseringen in de Händel-variaties werkelijk exemplarisch), met een tot in de finesses verzorgd pedaalgebruik. Het is haar betoogtrant die volkomen overtuigt, excellerend in de kleine en in de grote vorm, in volledige concentratie, een met haar instrument, de prachtig opgenomen Yamaha concertvleugel.

Na Angelich (Virgin) is het nu Kern die nog steeds jong genoeg is om verder te rijpen. Maar als het op deze variatiewerken aankomt lijkt mij dit bepaald geen tussenstation te zijn. Fenomenaal!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links