CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2008


 
   
 

Brahms: 4 Ballades op. 10 - 2 Rapsodieën op. 79 - Variaties op een thema van Paganini op. 35.

Nicholas Angelich (piano).

Virgin Classics 0946 332628 2 9 • 71' •

 

 

 

Brahms: 7 Fantasieën op. 116 - 3 Intermezzi op. 117 - 6 Klavierstücke op. 118 - 4 Klavierstücke op. 119.

Nicholas Angelich (piano).

Virgin Classics 0946 379302 2 9 • 25' + 61' • (2 cd's)

 

 


De musicus die zijn instrument technisch volkomen beheerst kan van zijn artistieke vrijheid gaan genieten. Hij kan zich voelen als een vogel in de lucht, en zijn trektocht voert hem misschien wel naar ongekende verten. Hij kan het volle profijt van zijn kunstenaarschap trekken en met hem zijn toehoorders. Want zij worden daarin meegezogen, ze geven zich eraan over, mits zij daarvoor openstaan. Maar als dat zo is er een werkelijk direct en intens contact met het muziekwerk, met de musicus en zijn instrument als de enige verbindende schakels. Musiceren op het hoogste niveau stimuleert het luisteren op het hoogste niveau. Ingewikkelder hoeven we het niet te maken.

Toch... Die artistieke vrijheid ontwikkelt zich meestal pas goed in de loop van de tijd, met het groeien van het kunstenaarschap, van de ervaring. Als het goed is natuurlijk. Want er zijn meer dan voldoende musici die dat stadium om de een of andere reden nu eenmaal niet kunnen bereiken. Alsof er ergens voor hen een kritieke grens is opgetrokken, die ze met geen mogelijkheid kunnen overschrijden.

Het lijkt simpel. Als alle technische barrières zijn overwonnen ligt de weg naar de interpretatie open, maar de voetangels en klemmen blijven, een heel muzikantenleven lang. Steeds opnieuw moet het veroverde weer heroverd worden, maar de belangrijkste beloning schuilt altijd weer in de verwerving van nieuwe inzichten, met vervolgens de praktische toetsing ervan.

Gerijpt kunstenaarschap is de bondige omschrijving voor die lange zoektocht naar de ideale vertolking die, zoals we allemaal wel weten, eigenlijk niet bestaat. Wonderlijk toch dat zulke grootse resultaten kunnen worden behaald met slechts een illusoir doel voor ogen!

Het stoort mij dat vele jonge musici prijzen in de wacht slepen terwijl ze juist in artistiek opzicht nog lang en breed niet zijn 'uitgerijpt'. Zeker, hun spel klinkt zo romig als jonge kaas, er valt technisch weinig tot niets op af te dingen, maar ze lijken toch vooral naar hun illustere voorgangers en tijdgenoten te hebben geluisterd. Wat hen - menigmaal op het irritante af - ontbreekt is een eigen inzicht in de partituur, de individualistische benadering ervan zoals het een echt grote interpreet betaamt. Ze scheppen niet of nauwelijks een band met de muziek die de luisteraar tot een nieuwe ontdekking of zelfs een heroriëntatie aanzet. Ze dragen geen eigen, goed doordacht concept met zich, maar lezen het boek van een ander. De concoursen worden ermee overstelpt, maar ook in de concertzaal en de platenstudio zijn ze her en der te vinden. Echte muzikale persoonlijkheden zijn zeldzaam. Zij bewijzen het. Die eeuwige jacht naar het jonge talent heeft al vele slachtoffers gemaakt, waaronder - het wordt onderschat - ook vele 'gewone' muziekliefhebbers. Bewust of onbewust! Té veel technisch uitmuntend toegeruste musici, té weinig echte talenten. Een diepe zucht.

Genoeg gemopperd. Nu eindelijk naar het spel van de 38-jarige Amerikaanse pianist Nicholas Angelich, die weliswaar goed naar zijn grote voorgangers, o.a. Julius Kätchen, Clifford Curzon en Svjatoslav Richter (die overigens bij hoog en bij laag beweerde dat hij "alleen maar speelde wat er stond", wat toch wel een miskenning van zijn meestal grootse pianospel was!) zal hebben geluisterd, maar wel zijn eigen denkbeelden laat prevaleren. Angelich gaat er met volle overtuiging vol in, als de chef-kok die zijn klanten van de meest exquise gerechten laat proeven, in een grote variëteit van zachte en kruidige smaken, tong- (om bij de muziek te blijven: oor-) strelend, voorzien van rijke sauzen en niet zelden behoorlijk geflambeerd. Met Brahms op dit feestmenu is de conclusie dan ook onontkoombaar: bijzonder indrukwekkend.

Het treft al aan het begin van de Eerste rapsodie op. 79, in het sostenuto sempre, juist voor de herhaling, als Angelich met fraaie penseelstreken letterlijk in de diepte gaat. Dan zijn er verderop die glissanderende 64-ste noten die messcherp worden gearticuleerd en daardoor echt thematische substantie krijgen (hun virtuoze betekenis is in dit geval daaraan ondergeschikt).

In deze pianomuziek vindt Angelich zonder mankeren de organische puls, óók in deze stukken die Brahms min of meer vrij heeft gecomponeerd (de sonatevorm is uiteraard afwezig, biedt hier dus geen houvast). Het wisselspel tussen majeur en mineur blijft ook in deze stukken overeind, zoals ook de parallelle sexten (Brahms was er dol op) hun soms spectaculaire rol blijven vervullen. Zoals ook andere componisten zich daarin uitleefden (denk maar aan Robert Schumann) heeft ook Brahms de 'vrije', rapsodische en fantasievorm aangegrepen om buitengewoon beeldende stemmingen op te roepen, die soms als een korte schaduw wel voorbijtrekken, maar dan in het verdere verloop weer in een andere gedaante opduiken.

In de Fantasien op. 116, de Intermezzi op. 117 en de Klavierstücke op. 118 en 119 treft de grote concentratie van de 'Spätstil', die we - zij het in een andere dimensie - ook bij Beethoven en Liszt aantreffen. Geen wonder dat Clara Schumann deze tijdens Brahms' vakanties in Bad Ischl in 1892 en 1893 gecomponeerde meesterwerkjes in het hart had gesloten. De architectonische elementen worden beduidend minder gestapeld en meer naast elkander gelegd, in een contrapuntische vervlechting die nostalgische herfstkleuren oproept. De verdichting van het discours is bij Angelich in uitstekende handen, waarbij het treft dat hij in de bijna barokke virtuositeit van de Paganini-variaties van de jonge en vaak onstuimige Brahms evengoed thuis is als in de stilistisch karige werken die aan het einde van diens werkzame leven ontstonden

Angelich heeft 'zijn' Brahms met overtuiging op de kaart gezet. De fraai geïntoneerde Steinway komt bovendien bijna levensecht uit de luidsprekers. Is dit de ideale Brahms-vertolking? Die bestaat gelukkig niet. De illusie kan echter mooier zijn dan de werkelijkheid.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links