![]() CD-recensie © 1999 Aart van der Wal
|
Brahms: Serenade nr. 2 in A, op. 16. R. Strauss: Serenade in Es, op. 7. Prague Chamber Symphony o.l.v. Václav Smetacek. Supraphon 110048-2011 • 43' • Dit is de laatste opname van deze Tsjechische dirigent: hij overleed een
maand daarna, in februari 1986, na een slopende ziekte. Dit tussen 1857
en 1860 gecomponeerde opus toont Brahms van een uitgesproken milde kant.
Anders dan de eerste, meer symfonisch aangelegde, serenade in D is op. 16
weker en bescheidener van opzet: de delen zijn korter, violen, pauken en
trompetten ontbreken. De klankkleur van dit quasi-divertimento is aan de
donkere kant gehouden (hoorns, fagot, klarinet en lage strijkers). Smetacek
geeft een zeer ontspannen, zelfs geresigneerde lezing. Het scherzo mist
een scherp, ritmisch profiel, maar het adagio met zijn ostinatobas wordt
fraai gerealiseerd. Zowel Kertész (Decca) als Haitink (Philips) kozen voor
een pittiger aanpak. Klarinet en fluit mengen zich soms minder goed in het
geheel, wat enigszins ten koste gaat van de harmonische versmelting. De
blazersserenade van Richard Strauss, een weinig oorspronkelijk jeugdwerk
dat de originaliteit van Don Juan en Till Eulenspiegel nog in de verste
verte niet aankondigt, krijgt een vertolking die bij het werk past recht-toe,
recht-aan, zonder "hineininterpretieren". De koppeling met de
eerste serenade van Brahms had meer voor de hand gelegen, maar de omstandigheden,
waaronder deze uitgave tot stand kwam, doen kritiek op de karige tijdsduur
van deze cd verstommen. De opname is nogal droog uitgevallen, maar de bas
staat als een huis. index |