CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2018

 

Bliss: The Beatitudes F 28 - Introduction and Allegro F 117 - God Save the Queen

Emily Birsan (sopraan), Ben Johnson (tenor), BBC Symphony Chorus & Orchestra o.l.v. Andrew Davis
Chandos CHSA 5191 • 67' • (sacd)
Opname: mei 2017, Watford Colosseum (VK)

   

Coventry Cathedral had het in de Tweede Wereldoorlog zeer zwaar te verduren: het nog uit de middeleeuwen stammende bouwwerk werd door een Duitse bommenregen vrijwel in de as gelegd. Wederopbouw bleek onhaalbaar een enorme klus, maar in 1962 was het zo ver: de nieuwe kathedraal, verrezen pal naast de restanten van de geblakerde muren, kon feestelijk worden ingehuldigd. Benjamin Britten, Michael Tippett en Arthur Bliss schreven speciaal muziek voor het letterlijk uit de as herrezen godshuis, met Bliss' 'The Beatitudes' als (bedoeld) openingswerk. Maar het pakte anders uit: de festiviteiten zullen altijd in het teken blijven staan van Brittens 'War Requiem'. En dat terwijl Bliss 'The Beatitudes' nu juist had gecomponeerd voor uitvoering in de kathedraal. Maar In plaats van het groots opgezette werk van Bliss (voor sopraan, tenor, koor, orgel en orkest) klonk tijdens de officiële inhuldiging op 25 mei 1962 Brittens 'War Requiem'. Hoe kon dat? In de Londense 'Times' werd in april 1961, dus al een jaar vóór de opening van het festival, 'The Beatitudes' als het nieuwe werk voor de inhuldiging van de kathedraal aangekondigd.

Waarom in plaats daarvan gekozen voor Britten? In juni meldde de festivalleider in een brief aan de redactie van 'The Times' dat als gevolg van 'logistieke omstandigheden' het openingsconcert - en daarmee dus 'The Beatitudes' - 'noodgedwongen' was verplaatst naar het Belgrade Theater. De componist bleef van dit besluit echter onkundig , tot een paar weken vóór de première. De 'logistieke omstandigheden' kwamen ook toen niet echt duidelijk in beeld, maar het argument was dat er na de inhuldigingsdienst onvoldoende tijd zou overblijven voor een laatste repetitie van 'The Beatitudes'. De organisatoren legden de 'schuld' bij het 'War Requiem', dat aanmerkelijk complexer (dat gold vooral het kooraandeel) bleek dan in eerste instantie was voorzien, met als gevolg dat in de kathedraal aanzienlijk meer repetitietijd moest worden ingeruimd (wat 'helaas' ten koste ging van 'The Beatitudes'). Natuurlijk had Sir Arthur Bliss, als 'Master of the Queen's Music', na deze boodschap gelijk de hakken in het zand kunnen zetten en eisen dat men vast diende te houden aan het oorspronkelijke plan (waardoor zijn opus voorrang zou krijgen boven dat van Britten), maar dat druiste te zeer tegen zijn moraal in. Bliss wilde niets afdwingen en accepteerde de feiten zoals zij waren. En zelfs zonder wrok: hij gunde zijn jongere collega, die hij als componist hoog in het vaandel had, de uitvoering van diens 'War Requiem' in de kathedraal en hij nam zelf genoegen met Belgrade Theatre. Dat de festivalleiding in deze kwestie een dubieuze rol heeft gespeeld is duidelijk. Niet alleen werd Bliss lange tijd doelbewust onkundig gehouden van het besluit om aan Britten alle ruimte te geven, maar had zij zich onder druk laten zetten door een aantal van Brittens invloedrijke vrienden. Desondanks heeft Bliss zijn waardering voor Britten tot aan het eind van zijn leven bewaard. Daarvan getuigen ook twee werken die hij speciaal voor Brittens Aldeburgh Festival schreef: 'The World is Charged with the Grandeur of God' en het Celloconcert.

Sir Arthur Bliss (1891-1975)

Het staat buiten kijf dat 'The Beatitudes' (te vertalen naar zowel aardse als toekomstige gelukzaligheid), op teksten van Henry Vaughan, George Herbert, Dylan Thomas, Jeremy Taylor en uit het bijbelboek Jesaja, een subliem werk is. Dat Britten het wat Coventry betreft uiteindelijk 'won' van Bliss is nu nog slechts van belang als historisch feit. Belangrijker is of deze nieuwe uitvoering recht doet aan het twaalfdelige opus. Ook wat dit betreft kan de conclusie helder zijn: een 'masterpiece' dat ook als zodanig klinkt, met schitterende vocale en instrumentale soli, een rotsvast koor (alleen al 'The Lofty Looks of Man'.) en een buitengewoon kleurrijk orkest. Een indrukwekkend staaltje Engelse 'pomp and circumstance', maar dan wel de pracht en praal in de beste betekenis.
Zie het 'Introduction & Allegro' (hier uitgevoerd in de versie van 1937) en door de componist opgedragen aan de Amerikaanse dirigent Leopold Stokowski, niet als zomaar een bonus, maar als een bijzonder waardevolle aanvulling, al duurt het stuk nog geen twaalf minuten. De cd wordt plechtig afgesloten met 'God Save the Queen', het Britse volkslied, door Bliss in 1969 bewerkt voor koor en orkest.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links