![]() CD-recensie
© 2003 Aart van der Wal
|
Berlioz: Symphonie fantastique, op.14. Nieuw Philharmonisch Orkest van Moskou o.l.v. Jacques Chalmeau. EMI 7243 5 56360 0 3 • 50' • Dit is een zogenaamde enhanced (extra) oftewel interactieve cd die zowel in een gewone cd- als in een pc cdrom-speler kan worden afgespeeld. U maakt elders in dit nummer met dat fenomeen nader kennis. Het cdrom-deel bevat naast de biografie van de componist een uitvoerige toelichting op de ideeënrijkdom van Berlioz en de wijze waarop hij die in dit werk thematisch gestalte heeft gegeven. De symfonie kan natuurlijk met de cdrom-speler ook - net als in een `gewone' cd-speler - van begin tot eind worden afgespeeld. Het computerscherm trakteert u dan naar wens bij talloze passages op bijzonderheden omtrent bijv. de orkestratie. Er zijn ook korte beelden te zien van een repetitie in Moskou, maar de kwaliteit van beeld en geluid laten hier sterk te wensen over. De partituur om de muziek te kunnen volgen ontbreekt helaas, maar EMI heeft een uitgebreidere versie aangekondigd die ook daarin voorziet. Nog interessanter vind ik echter de muzikale uitkomsten van het door Chalmeau voor deze uitgave gedane onderzoek aan de hand van het oorspronkelijke manuscript naar de authenticiteit van de verschillende versies zoals die al sinds jaar en dag door de orkesten worden gebruikt. Hij nam daarbij uiteraard ook het handschrift zelf met de talloze verbeteringen, retouches en aanvullingen (letterlijk!) onder de loep. In het tekstboekje legt de dirigent daarvan uitvoerig en gedocumenteerd en voorzien van notenvoorbeelden verantwoording af. Als u reeds meerdere versies van dit opus bezit kunt u aan de hand van de aanschouwelijke voorbeelden, maar ook op het gehoor de verschillen gemakkelijk zelf beoordelen. Mij heeft deze Russisch/Franse uitvoering niet geheel overtuigd, al heeft dit met Chalmeau's graaf- en spitwerk weinig te maken. Er zijn genoeg prachtige momenten zoals in de inleiding met de rustig pulserende maatvoering in alla breve, de fraaie walscantilenen met de ruisende harppassages in Un bal en de raak getypeerde, dromerige sfeer die als een romantisch zomerbriesje over het derde deel waait. Maar als het op drama en demonische contouren aankomt, is de vertolking onderkoeld en mij te afstandelijk. De mars naar het schavot is allesbehalve indrukwekkend en mist de daarvoor noodzakelijke opbouw van de spanning. Alsof het Chalmeau eerder te doen is om het belichten van de symfonische proporties en het scherzo-karakter. Die visie spreekt ook uit de slapjes uit de luidsprekers komende pauken en de weinig pregnante bijdrage van de grote trom. De dreigende stopnoten van het lage koper ontbreken en de vallende bijl van de guillotine is allesbehalve verpletterend. Ook de finale lijdt daaronder. Het Dies Irae-thema komt niet echt onheilspellend uit de luidsprekers en de geesten in de macabere heksensabat willen maar niet uit de fles. Bijzonder is dat de dirigent in deze opname óók als producer én klankregisseur fungeerde. Het orkest is in de toen in zwang zijnde opstelling vastgelegd, d.w.z. met de contrabassen linksmidden geposteerd. Prettig is ook dat de eerste violen in de linker en de tweede violen in de rechter speaker domineren. Dit levert al met al meer details op dan in de conventionele opstelling. De strijkers hadden wèl meer ruimte mogen hebben. index |