![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2009 |
||
Berg: Kammerkonzert für Klavier und Geige mit 13 Instrumenten. Mozart: Serenade nr. 10 in Bes, KV 361 Mitsuko Uchida (piano), Christian Tetzlaff (viool), Ensemble InterContemporain o.l.v. Pierre Boulez. Decca 478 0316 • 80' •
Met grote verwachtingen begonnen, met enige teleurstelling geëindigd. Bondiger kan ik het niet samenvatten, maar natuurlijk zit er een verhaal aan vast. Ten eerste deze uiterst merkwaardige koppeling, want die kan alleen in koortsachtige fantasieën ontstaan. Edoch, de Gran Partita (helaas zonder de heerlijk kruidige contrabas, hier vervangen door de contrafagot) hoeft natuurlijk niet gelijk op de drie tracks van het Kammerkonzert te volgen. In die zin is de cd-koper in het voordeel. DG pakte het slimmer aan: in de Originals serie werd Bergs sublieme werk uit 1923/25 gekoppeld aan Stravinsky's niet minder sublieme Dumbarton Oaks (1937/38), Ebony Concerto (1945) en de 8 Instrumental Miniatures for 15 Players (1962), eveneens door het Ensemble InterContemporain onder Boulez, maar in het Kammerkonzert ditmaal met Daniel Barenboim als de pianist en Pinchas Zukerman als de violist (er is er overigens nog een onder Boulez, met o.a. de blazers van het BBC Symphony Orchestra, op het Sony-label, maar ik meen dat die uit de catalogus is verdwenen). Tussen de DG-uitvoering van het Kammerkonzert uit 1977 en deze nieuwe zit, wat het aandeel van het ensemble en van Boulez zelf betreft, niet of nauwelijks verschil. Dat had niemand ook mogen verwachten, want Boulez is in de muziek van de Tweede Weense School al sinds de jaren zestig gepokt en gemazeld, terwijl zijn inzichten in deze muziek, en daardoor tevens zijn interpretaties, in de afgelopen bijna halve eeuw niet of nauwelijks zijn veranderd. Het is een van de wezenlijke trekjes van deze dirigent en componist: dat hij nooit over een nacht ijs gaat en dat hij, als hij zich eenmaal op grond van zijn haarscherpe analyses een oordeel heeft gevormd, hij daaraan consequent vasthoudt. Zowel de beide solisten (hoewel die term in het stuk van Berg niet echt haarzuiver is) als het ensemble hebben Bergs meesterwerk danig in de Europese concertzalen beproefd, alvorens naar de opnamentudio te togen. Technisch wordt het vlekkeloos gerealiseerd, waarbij men erover van mening kan verschillen of de intensiteit van zowel Barenboim als Zukerman in de DG-uitvoering niet licht de voorkeur verdient. Ik tendeer naar een status quo, met de positieve kanttekening dat de interpretatieve belichting in beide uitvoeringen (gelukkig maar!) verschilt. Zo is Zukerman in zijn figuraties minder scherp en is Tetzlaff meer de 'beitelaar', maar Zukerman een steviger structurele greep op de weerbarstige materie. Uchida overtreft de steviger uitpakkende Barenboim in haar kristalheldere, bijna objectiverende belijning, maar de vraag is of in dit opzicht haar consistente aanpak in dit werk wel de juiste is. Boulez benadert Mozarts Gran Partita weliswaar analytisch (het is uiteindelijk zijn handelsmerk!), maar wel degelijk warm. Toch geef ik de voorkeur aan de meer bevlogen, spirituele aanpak van 'ons' Nederlands Blazers Ensemble, dat nog steeds bovenaan mijn lijstje staat. Toentertijd werd dat gevormd door de vaderlandse blazerstop: Werner Herbers en Carlo Ravelli (hobo), George Pieterson en Sjef Douwes (klarinet), Hans Mossel en Geert van Keulen (bassethoorn), Joop Meijers, Jan Peeters, Henk en Iman Soeteman (hoorn), Joep Terwey en Henk de Wit (fagot), en als figuurlijke hekkensluiter Anthony Woodrow met zijn heerlijk zoevende contrabas. Dáár straalt het jeugdige elan er van alle kanten vanaf. Bovendien is de Philips-opname warm en helder tegelijk, 'aus einem Guss'. Eind jaren zestig, nooit meer overtroffen! Over de opname gesproken: die van DG mag dan inmiddels ruim dertig jaar oud zijn, het Berg-concert klinkt mij natuurlijker, minder 'opgefokt' en klinisch in de oren dan deze nieuwe Decca. Enfin, de DG-opname is, wat Berg betreft, bepaald niet onttroond en bovendien is die koppeling veel logischer én interessanter. De al even schitterende Gran Partita heeft al een rijke discografische geschiedenis achter de rug, maar mogelijk was dit een noodzakelijke knieval voor de commercie, de verkoopbaarheid van het product. In sommige kringen wordt Berg immers nog als (te) 'modern' beschouwd. In dit geval is de Gran Partita dan een aardige inkopper. index | ||