CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2017

 

   

Beethoven: Missa Solemnis in D, op. 123

Carolyn Sampson (sopraan), Marianne Beate Kielland (alt), Thomas Walker (tenor), David Wilson-Johnson (bas), Cappella Amsterdam, Orkest van de Achttiende Eeuw
Dirigent: Daniel Reuss

Glossa GCD 921124 • 75' •

Live-opname: oktober 2016, TivoliVredenburg, Utrecht

https://www.youtube.com/watch?v=fYvpMeaaS3A

 


"Von Herzen - möge es zu Herzen gehen!" schreef Beethoven bovenaan de eerste partituurpagina van zijn in 1823 voltooide tweede Mis in D, op. 123 (de door prins Nikolaus Esterházy bestelde, kleinschaliger opgezette eerste Mis in C, op. 86 dateert uit 1807).

De titelpagina van de Missa Solemnis in Beethovens handschrift

Achtergrond
In 1819 toonde Beethoven zich in zijn brief aan zijn leerling aartshertog Rudolph nog optimistisch over zijn plan: "Der Tag, wo ein Hochamt von Mir zu den Fejerlichkeiten für I.K.H. soll aufgeführt werden, wird für mich der schönste meines Lebens sejn, u. Gott wird mich erleuchten, dass meine schwachen Kräfte zur Verherrlichung dieses Fejerlichen Tages bejtragen."
Rudolph zou een jaar later, op 19 maart 1820, als aartsbisschop van het Moravische Olmütz worden geïnstalleerd, maar de compositie, een spontaan gelegenheidswerk, vorderde slechts langzaam. In ieder geval mag de voorzichtige conclusie wel worden getrokken dat Beethoven in 1819 nog niet kon bevroeden dat de Missa langzaam maar zeker zou uitgroeien tot een zowel naar concept als afmetingen reusachtig werk. Schindler bericht: "Gleich bei Beginn dieser neuen Arbeit schien sein [Beethovens] ganzes Wesen eine andere Gestalt angenommen zu habe, welche besonders seine älteren Freunde wahrnahmen, und ich muss gestehen, dass ich Beethoven niemals vor- und niemals nach jener Zeit mehr in einem solchen Zustande absoluter Erdenentrücktheit gesehen habe, als dies vorzüglich im Jahre 1819 mit ihm der Fall gewesen." In de Konversationshefte vinden we ontwerpschetsen voor de Missa tussen aantekeningen van huishoudelijke aard.
Eerst op 19 maart 1823, op de kop af drie jaar na de inhuldiging, zond Beethoven aan Rudolph een kopie van de gereed gekomen Missa. Enige maanden later bood de componist het werk aan niet minder dan tien Europese hoven aan voor de prijs van 50 dukaten. De eerste complete uitvoering vond plaats in Sint-Petersburg op 24 maart 1824. Twee maanden later werden in Wenen alleen het Kyrie, Credo en Agnus Dei uitgevoerd. Pas in 1845 zouden in Wenen alle delen ten gehore worden gebracht, bijna achttien jaar na het overlijden van de componist.

Uit brieven en gesprekken blijkt duidelijk dat Beethoven de Missa als zijn grootste werk beschouwde, en dat hij ter voorbereiding ervan veel energie heeft gestoken in de bestudering van het liturgische proces, oude kerktoonsoorten en gezangen.

Beethovens ontwerpschets voor de slotfuga van het Credo: "...et vitam venturi saeculi"

Hoewel hij de gebruikelijk liturgie in de Missa strikt volgt, lijkt het werk toch vooral die zo menselijke behoefte aan innerlijke vrede en rust uit te stralen, waarbij strekking en betekenis van Beethovens religiositeit niet zo gemakkelijk te duiden zijn. Een notitie werpt misschien enig licht op het in dit reusachtige werk opgetaste gedachtegoed: "ein kleiner Hof, eine kleine Kapelle, von mir in ihr der Gesang geschrieben, aufgeführt, zur Ehre des Allmächtigen, des Ewigen, Unendlichen."

De Missa straalt een diepe ernst uit, wat al blijkt aan het prille begin, met de aanwijzing 'mit Andacht'. Het lijkt op een uiteindelijk volbrachte, zeer persoonlijk getinte zoektocht naar innerlijke vrede en rust, waarin grote dynamische contrasten (Gloria en Credo) niet worden geschuwd, en zelfs het militaire oproer kracht bijzet aan de roep om vrede in het Dona nobis pacem in het afsluitende Agnus Dei. Het is duidelijk dat Beethoven in zijn visionaire gedachten niet of nauwelijks rekening hield met de mogelijkheden van de menselijke stem: zowel van de solisten als van het koor wordt de uiterste virtuositeit verwacht (de gigantische fuga in het Gloria wordt om die reden alom gevreesd). Zeker als Beethovens metronoom-aanduidingen serieus worden genomen is het vrijwel onmogelijk om 'heelhuids' de eindstreep te halen.

Religieus testament
"Von Herzen - möge es zu Herzen gehen!" schreef Beethoven boven de partituur. Het lijkt meer dan slechts een humanistisch gebaar: Beethovens wens om ons deelgenoot te maken van zijn geloof, zoals hij dit bijna massief, als uit graniet gehouwen, in het Credo laat doorklinken. Maar er is meer: 'mit Andacht', 'Bitte um außere und innere Frieden', aanduidingen die geen enkel misverstand laten bestaan over het discours dat Beethoven met deze mis is ingeslagen.

Ik heb het weleens eerder gezegd: het is in principe mogelijk om dit werk zonder religieuze gevoelens uit te voeren en te ondergaan, hoewel het toch uiteindelijk het geloof was dat Beethoven tot deze hoogste vorm van esthetica aanspoorde. Sterker nog, het ontstaan van de mis is anders ondenkbaar. Wie in de rol van musicus de achtergronden van het werk goed kent en gelooft in de Latijnse mistekst kan er mogelijk een duidelijk voelbare muzikale dimensie aan toevoegen; waarbij ik tevens aanteken dat zeker een werk als dit algauw ten prooi kan vallen aan sentimenten die buiten de partituur liggen, hoezeer dit magnum opus ook naar het hart van de toehoorders moet stromen.

Groots In Memoriam
Een orkest zonder zijn oprichter (Frans Brüggen overleed 2014) en een koor dat op ondeugdelijke gronden zomaar werd beroofd van overheidssubsidie (maar wel met een artistiek leider die kort daarna de versierselen kreeg opgespeld van Ridder in de Orde van de Nederlandse Eeuw 'wegens zijn bijzondere verdiensten van zeer exceptionele aard voor de samenleving'). En kort vóór het schrijven van deze recensie kwam het bericht binnen dat de subsidieaanvraag voor de periode 2017-2020 nu eveneens is afgewezen: het door het koor ingediende bezwaarschrift was verworpen. Cappella Amsterdam staat daardoor voor de financiële afgrond want het mist daardoor bijna een half miljoen euro op jaarbasis.

Uit het aan Frans Brüggen opgedragen concert in het Utrechtse TivoliVredenburg in oktober van het vorig jaar bleek hoe springlevend het Orkest van de Achttiende Eeuw zonder zijn roemrijke chef-dirigent van weleer nog steeds is en hoe geëngageerd het niet minder professionele, voor deze bijzondere gelegenheid versterkte Cappella Amsterdam ondanks alle subsidieperikelen een superieure koorklank wist te realiseren. Daniel Reuss leidde een in alle opzichten overrompelende uitvoering die het gemoed zonder enige gêne als een fakkel deed oplaaien, maar waarin ook alle ruimte werd geschapen voor fijnzinnig gestileerde meditaties. Dat betekende vooral het geraffineerd exploreren van de grote contrasten die het werk van nature bezit. Wat in deze imposante uitvoering voortdurend resoneerde was het ware raison d'être van dit kolossale geloofswerk: Beethovens diep bewogen geschenk aan de mensheid, waarin soms het geloof aan de godheid even lijkt te stagneren (Kyrie), maar waarin het ongebroken geloof aan pure schoonheid en vervoering visionaire dimensies aanneemt. Het was alsof eenieder op het podium manmoedig de strijd aan wilde gaan tussen de eigen hooggestemde ambities en die altijd weer zo weerbarstige praktijk, maar wel met als uitkomst de stralende 'Vermittlung des Geistes mit den Sinnen' (Schlegel). Dit is ook naar mijn smaak de kern waar het in deze mis om moet gaan, al zijn er die aardse momenten waarin het krijgsgewoel de kop opsteekt en de ontreddering nabij lijkt, en de vrede letterlijk moet worden afgesmeekt (Agnus Dei). Solisten en koor bewogen zich in dit diepgelaagde concept menigmaal op het snijpunt van onbarmhartige werkelijkheid en verheven troost, van trotse ongenaakbaarheid en diepe menselijke betrokkenheid. Zo klonk het werk in al zijn fascinerende facetten, gedragen door zowel gloedvol engagement als vocale en instrumentale glans. Verrassend waren ook de voortvarende tempi, het scherp articulerende koor en het snedig geprofileerde koper en de pauken van het Orkest van de Achttiende Eeuw. Het energieke, maar soms ook strijdbare karakter van deze Missa werd er nog eens met extra geladen intensiteit door onderstreept. Kortom een superieure prestatie en een al even indrukwekkend in memoriam. Het cd-boekje bevat een indringende (ook Nederlandstalige) inleiding van Bas van Putten. Vermeldenswaard is ook de afbeelding op het hoesje: een kruis en een hart met elkaar versmolten. Von Herzen - möge es zu Herzen gehen!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links