![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2017
|
||||||
Beethoven: Missa Solemnis in D, op. 123 Carolyn Sampson (sopraan), Marianne Beate Kielland (alt), Thomas Walker (tenor), David Wilson-Johnson (bas), Cappella Amsterdam, Orkest van de Achttiende Eeuw Glossa GCD 921124 • 75' • Live-opname: oktober 2016, TivoliVredenburg, Utrecht https://www.youtube.com/watch?v=fYvpMeaaS3A
"Von Herzen - möge es zu Herzen gehen!" schreef Beethoven bovenaan de eerste partituurpagina van zijn in 1823 voltooide tweede Mis in D, op. 123 (de door prins Nikolaus Esterházy bestelde, kleinschaliger opgezette eerste Mis in C, op. 86 dateert uit 1807).
Achtergrond Uit brieven en gesprekken blijkt duidelijk dat Beethoven de Missa als zijn grootste werk beschouwde, en dat hij ter voorbereiding ervan veel energie heeft gestoken in de bestudering van het liturgische proces, oude kerktoonsoorten en gezangen.
Hoewel hij de gebruikelijk liturgie in de Missa strikt volgt, lijkt het werk toch vooral die zo menselijke behoefte aan innerlijke vrede en rust uit te stralen, waarbij strekking en betekenis van Beethovens religiositeit niet zo gemakkelijk te duiden zijn. Een notitie werpt misschien enig licht op het in dit reusachtige werk opgetaste gedachtegoed: "ein kleiner Hof, eine kleine Kapelle, von mir in ihr der Gesang geschrieben, aufgeführt, zur Ehre des Allmächtigen, des Ewigen, Unendlichen." De Missa straalt een diepe ernst uit, wat al blijkt aan het prille begin, met de aanwijzing 'mit Andacht'. Het lijkt op een uiteindelijk volbrachte, zeer persoonlijk getinte zoektocht naar innerlijke vrede en rust, waarin grote dynamische contrasten (Gloria en Credo) niet worden geschuwd, en zelfs het militaire oproer kracht bijzet aan de roep om vrede in het Dona nobis pacem in het afsluitende Agnus Dei. Het is duidelijk dat Beethoven in zijn visionaire gedachten niet of nauwelijks rekening hield met de mogelijkheden van de menselijke stem: zowel van de solisten als van het koor wordt de uiterste virtuositeit verwacht (de gigantische fuga in het Gloria wordt om die reden alom gevreesd). Zeker als Beethovens metronoom-aanduidingen serieus worden genomen is het vrijwel onmogelijk om 'heelhuids' de eindstreep te halen. Religieus testament Ik heb het weleens eerder gezegd: het is in principe mogelijk om dit werk zonder religieuze gevoelens uit te voeren en te ondergaan, hoewel het toch uiteindelijk het geloof was dat Beethoven tot deze hoogste vorm van esthetica aanspoorde. Sterker nog, het ontstaan van de mis is anders ondenkbaar. Wie in de rol van musicus de achtergronden van het werk goed kent en gelooft in de Latijnse mistekst kan er mogelijk een duidelijk voelbare muzikale dimensie aan toevoegen; waarbij ik tevens aanteken dat zeker een werk als dit algauw ten prooi kan vallen aan sentimenten die buiten de partituur liggen, hoezeer dit magnum opus ook naar het hart van de toehoorders moet stromen. Groots In Memoriam Uit het aan Frans Brüggen opgedragen concert in het Utrechtse TivoliVredenburg in oktober van het vorig jaar bleek hoe springlevend het Orkest van de Achttiende Eeuw zonder zijn roemrijke chef-dirigent van weleer nog steeds is en hoe geëngageerd het niet minder professionele, voor deze bijzondere gelegenheid versterkte Cappella Amsterdam ondanks alle subsidieperikelen een superieure koorklank wist te realiseren. Daniel Reuss leidde een in alle opzichten overrompelende uitvoering die het gemoed zonder enige gêne als een fakkel deed oplaaien, maar waarin ook alle ruimte werd geschapen voor fijnzinnig gestileerde meditaties. Dat betekende vooral het geraffineerd exploreren van de grote contrasten die het werk van nature bezit. Wat in deze imposante uitvoering voortdurend resoneerde was het ware raison d'être van dit kolossale geloofswerk: Beethovens diep bewogen geschenk aan de mensheid, waarin soms het geloof aan de godheid even lijkt te stagneren (Kyrie), maar waarin het ongebroken geloof aan pure schoonheid en vervoering visionaire dimensies aanneemt. Het was alsof eenieder op het podium manmoedig de strijd aan wilde gaan tussen de eigen hooggestemde ambities en die altijd weer zo weerbarstige praktijk, maar wel met als uitkomst de stralende 'Vermittlung des Geistes mit den Sinnen' (Schlegel). Dit is ook naar mijn smaak de kern waar het in deze mis om moet gaan, al zijn er die aardse momenten waarin het krijgsgewoel de kop opsteekt en de ontreddering nabij lijkt, en de vrede letterlijk moet worden afgesmeekt (Agnus Dei). Solisten en koor bewogen zich in dit diepgelaagde concept menigmaal op het snijpunt van onbarmhartige werkelijkheid en verheven troost, van trotse ongenaakbaarheid en diepe menselijke betrokkenheid. Zo klonk het werk in al zijn fascinerende facetten, gedragen door zowel gloedvol engagement als vocale en instrumentale glans. Verrassend waren ook de voortvarende tempi, het scherp articulerende koor en het snedig geprofileerde koper en de pauken van het Orkest van de Achttiende Eeuw. Het energieke, maar soms ook strijdbare karakter van deze Missa werd er nog eens met extra geladen intensiteit door onderstreept. Kortom een superieure prestatie en een al even indrukwekkend in memoriam. Het cd-boekje bevat een indringende (ook Nederlandstalige) inleiding van Bas van Putten. Vermeldenswaard is ook de afbeelding op het hoesje: een kruis en een hart met elkaar versmolten. Von Herzen - möge es zu Herzen gehen! index |
||||||