CD-recensie

 

© Aart van der Wal, september 2016

 

Beethoven: Pianosonate nr. 9 in E, op. 14 nr. 1 - nr. 16 in G, op. 31 no. 1 - nr. 19 in g, op. 49 nr. 1 - nr. 20 in G, op. 49 nr. 2 - nr. 26 in Es, op. 81a (Les Adieux)

Angela Hewitt (piano)

Hyperion CDA68131 • 75' •

Opname: september 2015, Grand Hotel, Kulturzentrum, Dobbiaco (I)

 

Tachtig jaar zijn vergaan sinds Artur Schnabel zijn fabuleuze Beethoven-cyclus voor toen nog His Master's Voice in Londen opnam en die in de loop van de afgelopen vier decennia in alle denkbare varianten werd heruitgegeven. Het is de enige toetssteen op dit gebied uit dat verre verleden die er echt toe doet. Wat begon op 78 toeren-platen pakte uiteindelijk uit als een Beethoven-monument op cd. En hoewel hij de eerste was, bleef hij uiteraard niet de enige. Ik zal u de lange lijst besparen van al die cycli die uitgevoerd door de meest gerenommeerde en iets minder gerenommeerde pianisten sindsdien het daglicht hebben gezien. Een groot aantal daarvan bleef in de catalogi rondzweven, andere verdwenen in het eindeloze rijk der vergetelheid.

Wat beweegt musici en labels om steeds weer opnieuw met een Beethoven-cyclus te komen? Ik denk niet dat het antwoord in de sterren staat geschreven, maar het gewoon down to earth de blijkbaar onontkoombare mix van artistieke dadendrang en commercie is; en niet per se in deze volgorde. Zo ook de Canadese pianiste Angela Hewitt (1958) die samen met het Britse Hyperion de zoveelste uitdaging in dit genre is aangegaan en intussen al aardig is gevorderd. Voor mij ligt althans het zesde deel.

Hewitt is een uitstekende pianiste die in Beethovens sonatelabyrint uitstekend de weg weet. Er is dat mengsel van revolutionaire doortastendheid, lichtvoetige elegantie en een sterk gevoel voor ritme en timing, naast soms zelfs flamboyante energie en passie. Zeer passend allemaal. De onderliggende puls is niet minder sterk en de langzame delen mogen baden in een expressieve weelde. Toch mis ik iets belangrijks in haar spel: zij tovert niet met kleuren en ze zoekt het momentum niet op, zoals haar grote collega's dat wel konden en deden, van Schnabel tot Gilels, van Kempff tot Gulda, van Schiff tot Brendel, van Arrau tot Lewis. Dat pleit kan Hewitt van hen niet winnen en dus blijft het bij wat in het jargon 'sympathieke lezingen' worden genoemd. Niet minder, maar ook niet meer. Dertig jaar geleden had ik er misschien wat minder streng over gedacht, maar het aanbod is vandaag de dag zo overstelpend dat de hoogst denkbare eisen mogen worden gesteld. Waarom zou je anders zo'n cd kopen, terwijl er betere alternatieven voorhanden zijn, en bovendien meestal ook nog in een goedkope(re) serie?
Hewitt schreef zelf de liner notes en daarmee bewijst zij grote haar kennis van zaken. De cover daartegen getuigt van weinig smaak. De opname is een fractie minder riant in het laag dan die van Harmonia Mundi voor Lewis, maar staat desondanks op hoog niveau. Hewitt bespeelt haar lievelings- zo niet lijfinstrument: een Fazioli-vleugel. De locatie is bijzonder: het cultuurcentrum van het Grand Hotel in Dobbiaco, het vroegere Toblach, waar Gustav Mahler zijn vele en soms zelfs wanhopige sporen heeft getrokken.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links