CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2012

 

Beethoven: complete werken voor pianotrio

Pianotrio nr. 1 in Es, op. 1 nr. 1 - nr. 2 in G, op. 1 nr. 2 - nr. 3 in c, op. 1 nr. 3 - nr. 4 in Bes, op. 11 (Gassenhauer) - nr. 5 in D, op. 70 nr. 1 (Geister) - nr. 6 in Es, op. 70 nr. 2 - nr. 7 in Bes, op. 97 (Aartshertog) - Pianotrio in Es, WoO 38 - Allegretto in Bes, WoO 39 - Variaties in Es, op. 44 - in G, op. 121a (Kakadu)

Trio Wanderer

Harmonia Mundi HMC 902100.03 • 4.06' • (4 cd's)

Opname: Teldex Studio, Berlijn, december 2010 en september 2011

   

Nog in januari was er Hyperions heruitgave van alle pianotrio's door het Florestan Trio (klik hier voor de recensie) die ik de hoogst denkbare lof toezwaaide. Ik schreef onder meer dat het ensemble met glans de vergelijking met het eens zo fameuze Beaux Arts Trio op het Philips-label (in de oorspronkelijke bezetting wel te verstaan: Menahem Presser, piano; Daniel Guilet, viool; Bernard Greenhouse, cello) konden doorstaan. Misschien had ik er bij moeten vermelden dat ik met die opnamen uit de eerste helft van de jaren zestig bij wijze van spreken ben opgegroeid en dat nostalgie hierin misschien ook wel een woordje meesprak, maar toch...het blijven formidabele uitvoeringen die alleen door de gedateerde opnameklank iets (dus niet veel!) van hun waarde hebben ingeboet. Een echt puntje van kritiek zou misschien kunnen zijn dat de pianopartij er wel erg prominent opstaat, al zijn het dan pianotrio's.

De kracht van het Beaux Arts en het Florestan is het indivduele karakter van hun vertolkingen. Dat klinkt misschien op het eerste gezicht wat merkwaardig, maar toch vind ik het een belangrijk punt: dat niet ieder trio (dat geldt trouwens niet minder voor de variatiewerken in dit genre) dezelfde benadering in casu 'behandeling' ten deel valt. Natuurlijk zal iedere liefhebber qua interpretatie van deze schitterende partituren zo zijn eigen ijkpunten hebben (die van mij liggen bij het Derde trio in c (deel 2, Andante cantabile con Variazoni) het Vijfde in D (Largo assai ed espressivo) en het Zevende in Bes (deel 1, Allegro moderato). Dat zijn van die stukken waaruit al snel duidelijk wordt wat voor vlees we in de kuip hebben. Dat is in dit geval niet mis: er is geen twijfel aan dat Jean-Marc Philips-Varjabédian (viool), Raphaël Pidoux (cello) en Vincent Coq (piano) deze muziek héél vaak op de concertpodia hebben gespeeld. Niet staat alles als een huis, maar het 'zit' ook formidabel, qua dynamische nuancering, expressieve frasering en ritmische veerkracht. Dan is er het vlekkeloze samenspel, de ideale balans en de daaruit voortvloeiende transparante textuur, waardoor je bij wijze van spreken dwars door het stemmenweefsel kijkt (dat in Beethovens intieme kamermuziek verre van gemakkelijk is). Afgezien van de genoemde ijkpunten: het tweede deel (Allegretto) van het Zesde trio in Es heb ik zojuist al vijf keer gedraaid... Bezien vanuit het detail als het geheel dompelt het Trio Wanderer ons onder in grootse momenten op het gebied van de kamermuziek. De opname speelt daarbij eveneens een rol, wat alleen maar bevestigt dat die dik in orde is. heel mooi van klank en met een ideale balans. Hier ben ik héél blij mee!

Wat de nummering betreft hanteer ik voor de losse Varaties en Allegretto's niet de nummering die Harmonia Mundi er wel aan geeft, waardoor er in dit geval sprake is van in totaal elf pianotrio's in plaats van zeven. Voor de muziek is het natuurlijk van nul en generlei betekenis, maar voor de catalogisering ervan wel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links