CD-recensie

 

© Aart van der Wal, december 2020

Searching for Ludwig

Ferré/Sivilotti: Muss es sein? Es muss sein! (bewerking voor cello, strijkers en slagwerk)

Beethoven: Strijkkwartet nr. 16 in F, op. 135 (bewerking voor strijkorkest)

Sollima: Note Sconte (sel.) (eerste versie voor strijkorkest)

Beethoven: Strijkkwartet nr. 14 in cis, op. 131 (bewerking voor strijkorkest)

Kremerata Baltica o.l.v. Mario Brunello (cello) en Gidon Kremer (op. 131) met Léo Ferré (spreekstem)
Alpha 660 • 79' •
Opname: oktober 2019, Kronberg (D); juli 2011, Eisenstadt (op. 131)

   

Voor Gidon Kremer is het een vaak beproefd procedé: de verbinding van het oude met het nieuwe. Zo gaf hij eens Alfred Schnittke de opdracht om speciaal voor hem een geheel nieuwe cadens voor Beethovens Vioolconcert te schrijven, waaraan deze – als componist uit hetzelfde hout gesneden als de violist - maar al te graag voldeed. Ik was overigens niet de enige die er niet bepaald enthousiast over was: het klonk als een volkomen vreemde eend in de bijt.

Dit ‘century-hopping' heeft onder Kremers regie door de jaren heen al heel wat avontuurlijk moois opgeleverd en ook dit nieuwe album getiteld ‘Searching for Ludwig' (zoeken naar Ludwig) is daarvan een uitstekend voorbeeld met in het middelpunt de bewerkingen van Beethovens Strijkkwartetten op. 131 en 135 voor strijkorkest, aangevuld met drie deeltjes uit ‘Note Sconte' (verborgen noten) van Giovanni Sollima (1962) en – misschien nog verrassender – ‘Muss es sein? Es muss sein!', naar het motto boven het slotdeel van Beethovens op. 135, met daarin tevens verwerkt de stem van de componist, Léo Ferré (1916-1993).

‘Searching for Ludwig' is de title die Kremer het eerst gebruikte voor een essay dat hij schreef op uitnodiging van het Franse muziekblad ‘Diapason', met het verzoek om zijn favoriete uitvoering van Beethovens Vioolconcert te kiezen uit zo'n dozijn door de redactie reeds voorgeselecteerde opnamen door de grootste violisten van de twintigste eeuw. Kremer besteedde er zelfs zijn gehele vakantie aan, al luisterend naar deze opnamen, alle daterend van vóór 1955. Het resultaat vond een plaatsje in de ‘Gidon Kremer Beethoven Violin Concerto Edition' (klik hier).

Dezelfde titel werd opnieuw gebruikt, ditmaal door de ‘Kronberg Academy' in het Duitse Taunus-gebergte, in de herfst van 2019 geheel gewijd aan het komende Beethoven-jaar. Daar trad ook de Kremerata Baltica op, met Kremers vriend en toeverlaat Maria Brunello in de rol van cellist en dirigent. Twee zielen die muzikaal op hetzelfde aambeeld sloegen omdat ze beiden de overtuiging hadden dat primair de muziek moest worden gediend en niet zichzelf.

Het was ook Kremers idee dat Brunello met Kremerata Beethovens op. 135 zou opnemen. De opname vond ook plaats, in oktober 2019 in Kronberg. Maar daarmee alleen kon uiteraard geen cd worden gevuld. Er moest minstens een substantieel werk aan worden toegevoegd. Gelukkig lag er nog een opname van Beethovens op. 131 op de plank, de in juli 2011 gemaakte registratie in het Oostenrijkse Eisenstadt. Die was weliswaar niet bestemd voor een commerciële release, maar Kremer besloot alsnog daarvoor toestemming verlenen. Die opname is nu dus voor een groot publiek beschikbaar gekomen.

Kremer wijst er in zijn toelichting op dat dezelfde combinatie (op. 131 en 135) al veel eerder werd beproefd. Iedere Beethoven-liefhebber kent die beide opnamen: op. 131 werd in september 1977 en op. 135 in september 1989 vastgelegd in de Weense ‘Musikverein' met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Leonard Bernstein. Kremer schrijft erover:

‘I have never dared to “compare” Kremerata's interpretation of the pieces with the one recorded by “Lenny”. First of all, I rarely listen to recordings, and secondly I am not interested in comparisons as such. Music is not about “sport”, whether it is faster, slower, closer to the score or not. In any case, a “competition” is excluded because the values Leonard Bernstein and the VPO delivered are unique and one can only be amazed at how a symphony orchestra can come so close to the messages usually “conveyed” (or not) by a string quartet in the intimate original setting.'

In ‘Searching for Ludwig' als project past Ferré's ‘Muss es sein?' uitstekend. Het is een nogal vreemdsoortig maar in dit verband zeker niet uit de toon vallend vehikel van de revolutionair, anarchist en singer-songwriter die dol was op de muziek van Beethoven en met zijn ‘Muss es sein?' daarvan muzikaal getuigenis heeft afgelegd. Het is oorspronkelijk geschreven voor symfonieorkest, koor en spreekstem (Ferré heeft voor zijn songs talloze orkestraties gemaakt), maar op deze opname horen we het arrangement van Valter Sivilotti voor cello, strijkers en slagwerk, mét de oorspronkelijke stem van Léo Ferré (terecht, want Ferré's aandeel is werkelijk onnavolgbaar). Jammer alleen dat de tekst geen plaatsje heeft gekregen in het boekje. Daarom hieronder de Franse versie (Ferré bedient zich in deze opname van de Italiaanse tekst, die ik evenwel op het internet niet heb kunnen vinden):

La Musique... La Musique...
Où elle était la Musique ?

Dans les salons lustrés aux lustres vénérés ?
Dans les concerts secrets aux secrets crinolines ?
Dans les temps reculés aux reculs empaffés ?
Dans les palais conquis aux conquêtes câlines ?

C'est là qu'elle se pâme c'est là qu'elle se terre la Musique...
Nous c'est dans la rue qu'on la veut la Musique !
Et elle y viendra !
Et nous l'aurons la Musique !

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !

Depuis voilà bientôt trente ans
Depuis voilà bientôt dix jours
Depuis voilà bientôt ta gorge
Depuis voilà bientôt ta source
Depuis que je traîne ma course
Au creux des nuits comme un forçat
A patibuler mon écorce

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !

Je suis un arbre non daté
Depuis que je bois à ma porte
Et que de l'enfer tu m'apportes
De quoi trancher sur l'avenir
Depuis que rien ne se dévore
A part les ombres sur le mur
Depuis que tu me sers encore
La défaite sur canapé

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !

Une araignée m'a dit " bonsoir "
Elle se traînait au crépuscule
Depuis que mon âme bascule
Vers des pays plus mécaniques
Depuis que gavé de musique
Je vais porter ma gueule ailleurs
Une araignée m'a dit " d'ailleurs
Le tout c'est d'avoir la pratique "

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !

Ludwig ! Ludwig ! T'es sourdingue ?
Ludwig la Joie Ludwig la Paix
Ludwig ! L'orthographe c'est con !
Et puis c'est d'un très haut panache
Et ton vin rouge a fait des taches
Sur ta portée des contrebasses
Ludwig ! Réponds ! T'es sourdingue ma parole !

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !
Cela doit-il être ? Cela est !

La Musique... La Musique...
Où est-elle aujourd'hui ?
La Musique se meurt Madame !
Penses-tu ! La Musique ?

Tu la trouves à Polytechnique
Entre deux équations, ma chère !
Avec Boulez dans sa boutique
Un ministre à la boutonnière

Dans la rue la Musique !
Music ? in the street !
La Musica ? nelle strade !
Beethoven strasse !

MUSS ES SEIN ? ES MUSS SEIN !
Cela doit-il être ? Cela est !

Niet alleen ‘Muss es sein?' maar ook de drie deeltjes uit Giovanni Sollima's ‘Note Sconte' vervullen een brugfunctie tussen Beethoven en de eigentijdse muziek. Kremer:

‘[…] The pieces by Ferré and Sollima created a strong impact by bringing Ludwig van's music closer to our time and to our emotions of today. Léo Ferré's Es muss sein and the fragments by Giovanni Sollima are keys with the help of which we can open the door to Beethoven's magical world.'

En over het project als geheel:

Searching for Ludwig is therefore a project which should allow anyone to find yet another path to Beethoven in our troubled century (troubled not only by the Coronavirus), when technology is taking over, as predicted by Orwell and recently brilliantly analysed in the book The Game by the Italian writer Alessandro Baricco. […] To me, Searching for Ludwig means searching for eternal values and maintaining the humanity in each of us. Thanks to Beethoven, we may perhaps be able to feel more at home in our short but precious lives.'

Kremer heeft het gelijk aan zijn kant: dat de uitvoering van Beethovens op. 131 (maar ook op. 135) door de Weners onder Bernstein een uniek karakter heeft. Bovendien ben ik het volmondig met hem eens wanneer hij stelt dat hij sowieso niet is geïnteresseerd in vergelijkingen omdat muziek nu eenmaal geen sportprestatie inhoudt. Ik heb er zelfs een uitgesproken hekel aan (in dit opzicht voel ik mij als een witte raaf tussen al die recensenten die er een 'sport' van hebben gemaakt).

De opnamen zijn uitstekend, waarbij ik overigens vermoed dat de technici de verschillende akoestische omstandigheden en tijdvakken op deze cd met elkaar in evenwicht hebben willen brengen; wat prima is gelukt. Het klankbeeld is slank, wat door de bezetting wordt verklaard:bij de Wiener Philharmoniker 14-12-10-8-6, bij de Kremerata Baltica 7-6-5-4-2. De conclusie is helder: een bijzonder fraai en zelfs in meerdere opzichten uniek album is dat zich moeiteloos kan voegen bij al het moois dat in dit Beethoven-jaar is verschenen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links