CD-recensie

 

© Aart van der Wal, december 2019

Beethoven: Symfonie nr. 1 in C, op. 21 - nr. 5 in c, op. 67

Budapest Festival Orchestra o.l.v. Iván Fischer
Channel Classics CCS SA 39719 • 62' • (sacd)
Opname: februari 2017, Palace of Arts, Budapest

   

Volgend jaar is het Beethoven-jaar en zal allerwegen worden herdacht dat de componist 250 jaar geleden in Bonn werd geboren. Er wordt zonder enige twijfel een stortvloed aan evenementen, concerten en zowel oude (heruitgaven) als nieuwe opnamen over ons worden uitgestrooid. Wie daar ernstige bedenkingen tegen heeft evenzeer gelijk als degenen die er enthousiast over zijn.

Hoewel het 'feest' officieel dus nog moet beginnen, worden her en der reeds de nodige schoten voor de boeg gelost. Zo bracht Channel Classics onlangs een album uit met Beethovens Eerste en Vijfde symfonie door het fameuze Budapest Festival Orchestra onder zijn even fameuze oprichter en chef-dirigent Iván Fischer.

Het resultaat viel me niet op alle fronten mee. Om met de Eerste symfonie te beginnen: die moet het in de visie van Fischer stellen zonder sterke contrasten, pittige syncopen en scherpe ritmische profilering. Met andere woorden: het wel degelijk (al) revolutionaire karakter van het werk krijgt onder zijn handen onvoldoende kans zich te ontplooien. Mogelijk heeft Fischers lijzige aanpak (door de componist als menuet gepositioneerd, maar feitelijk al met duidelijk scherzo-karakter) te maken met wat hij in de toelichting opmerkt: dat dit album een 'belangrijke reis vertegenwoordigt van de klassieke naar de romantische kijk op de symfonie'. Het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk, maar een feit is wel dat Beethoven in zijn muzikale ontwikkeling grotere stappen nam dan Fischer blijkbaar bereid was te nemen.

Gelukkig worden de spanningen en tegenstellingen in het openingsdeel van de Vijfde wel behoorlijk opgepookt en is de stuwkracht in strijkers, blazers en pauken soms zelfs overrompelend. Bovendien wordt een waaier van de fraaiste orkestkleuren met echt grote finesse ingezet om het discours nog eens extra en volkomen overtuigend glans te verlenen. Innemend is ook het daarop volgende Andante con moto, in het 'ideale' tempo gespeeld en met veel aandacht voor de frasering naast de vele door Beethoven met meesterhand ingevlochten instrumentale details. In het derde deel kantelt het beeld echter onverwacht door de ingevlochten overdreven vertragingen, die eerder verbrokkeling in het geheel brengen dan dat ze de hier absoluut vereiste spanningsopbouw ondersteunen. De martiale hoorns (schitterend vastgelegd!) zijn evenwel een ware lust voor het oor. De transitie naar de finale kent wel een goed gedoseerde spanning, maar het begin van die finale wordt eerder gekenschetst door zwaar aangezet momentum dan door triomf (de drie beginakkoorden die de jubelfinale inluiden en ook later nog terugkeren zetten daarvoor letterlijk de toon). Daar kunnen de goed gekozen tempi op zich niets aan veranderen.

Deze nieuwe uitgave in de reeks (ik besprak negen jaar geleden de naar mijn smaak veel beter geslaagde uitvoering van de Vierde en de Zesde symfonie - klik hier) biedt aldus een nogal wisselvallig beeld en is daardoor niet een voldoende serieuze concurrent van al het moois dat - deels al vele decennia lang en geddeltelijk zelfs nog in onvervalst mono! - voorhanden is. De opname klinkt overigens als een klok. Wie over een surround-installatie beschikt waant zich in een klankparadijs. Wie uitsluitend op stereo is aangewezen hoeft echter zeker niet te treuren en zal zeker niet meer mogen verlangen. De handtekening van Jared Sacks en Daan van Aalst zegt wat dit betreft genoeg.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links