![]() CD-recensie © 2003 Aart van der Wal
|
Beethoven: Pianosonates nr. 8 in c, op. 13 (Pathetique) - nr. 14 in cis, op. 27/2 (Mondschein) - nr. 15 in D, op. 28 (Pastorale) - nr. 21 in C, op. 53 (Waldstein), nr. 23 in f, op. 57 (Appassionata) - nr. 26 in Es, op. 81 a (Les Adieux). Alfredo Perl (piano). Arte Nova 74321 39106-2 (2) • 1.26' • Deze Chileense pianist lijkt Mahlers bekende uitspraak Tradition ist Schlamperei met letterlijk beide handen aangegrepen te hebben. Hij komt althans met een volstrekt eigen en niet zelden zeer verfrissende visie op dit zo langzamerhand door alle grote en minder grote pianisten tot op het bot afgekloven repertoire. Sterke troeven daarbij zijn een vrijwel onwankelbare ritmiek en de zeer pregnante behandeling van de zo typisch Beethoviaanse accenten: zo worden de sforzati werkelijk messcherp neergezet, krijgen ook de kleine dynamische nuanceringen groot gewicht mee en gaat de strakke puls niet ten koste van de nodige souplesse. In technisch opzicht gelden voor Perl geen beperkingen en dat is in dit geval een zeer belangrijke factor omdat die vlekkeloze en schijnbaar moeiteloze techniek volledig dienstbaar wordt gemaakt aan een overtuigende zoektocht naar spanning, avontuur en samenhang. Niet zelden zal de luisteraar door het bijna improvisatorische karakter van deze uitvoeringen worden overrompeld, zonder dat de pianist zich vergrijpt aan de onwrikbare logica die achter deze werken schuilgaat. In de meeste hoekdelen zijn de dynamische spanningen te snijden. Zonder opgelegd pandoer, gezochte tempofluctuaties of uit het verband gerukte agogiek krijgen we uiterst vitale en bij vlagen zelfs revolutionaire Beethoven- interpretaties voorgeschoteld, onverschillig of het nu het slotdeel van de Mondschein of het openingsdeel van de Appassionata is. Er is duidelijk sprake van een concept dat naast Partiturtreue ook voldoende ruimte biedt aan een ronduit fantasierijke benadering die Beethovens architectuur geen geweld aandoet. AI bekroop mij soms enige twijfel bij de soms te scherp aangezette akkoorden en de neiging tot uitvergroting van de tempoverschillen tussen hoek- en middendelen. Dit zijn typisch vertolkingen om er bij te hebben naast bijvoorbeeld Gilels en Solomon. De vleugelklank is helaas niet erg flatteus vastgelegd en neigt naar hardheid in de forti. index |