CD-recensie

 

© Aart van der Wal

 

Beethoven: Pianosonates nr. 30 in E, op. 109 - nr. 31 in As, op. 110 - nr. 32 in c, op. 111.

Alfred Brendel (piano).

Philips 446701-2 • 67' •


Brendel wordt weleens aangeduid als 'de boekhouder van Beethoven' wat althans veel zegt over zijn nauwgezetheid, maar anderzijds een zekere dorheid doet vermoeden. Sommigen storen zich aan de maniërismen in zijn spel, maar in deze uitgave is het Brendels grootse stijl die de kroon zet op deze laatste trilogie van de Beethoven-sonates. In deze late werken mag de grillige en experimentele structuur ogenschijnlijk de motivische en thematische logica enigszins naar de achtergrond verdringen, de werkelijkheid is bij Brendel toch bepaald anders. Dat maakt de pianist in strakke en kristalheldere lijnen, met een ongekende intellectuele superioriteit en een zeer genuanceerd palet aan expressieve en dynamische mogelijkheden overtuigend duidelijk. In deze laatste sonates worden qua dynamiek, frasering en spanningsopbouw de grenzen eenvoudig verlegd en dat zal de toehoorder weten ook. De nobele en rijke klankschakeringen in op. 109, de bijna onstoffelijk geworden en berustende klaagzang van op. 110 met daar omheen geweven de grandeur van de fuga en zijn omkering, waarbij de contrapuntische complicaties bijna tergend worden ontrafeld, wat een ongekende onrust bij een op zich volmaakt evenwicht oproept. Op. 111 bezit een hechtheid die slechts zelden wordt gehoord, één lange structuurboog vanaf het majestueuze openingsakkoord tot de laatste nerveuze trillers in het slotdeel. De opname vind ik een van de beste van de tot nu toe gehoorde in deze serie. Iedere nuance is te volgen en de realistische vleugelklank brengt het instrument bijna binnen handbereik, wat het geheel een zeer indringend reliëf geeft.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links