![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2018
|
Amsterdam Sinfonietta is het enige strijkorkest zonder dirigent dat ons land telt en behoort ook in internationaal opzicht tot het beste op dit gebied. Dat komt - het hoeft nauwelijks betoog - niet zomaar uit de lucht vallen. Het betekent primair een zeer scherp afgebakend toelatingsbeleid (audities), grote volharding en keihard werken, en daarnaast veel, heel veel opofferingsgezindheid. Maar zelfs daarmee is de laatste steen nog niet gelegd, want er is ook nog zoiets als spiritualiteit die de muziek uiteindelijk vleugels moet geven. Het is de combinatie van technisch meesterschap en artistieke bevlogenheid die doorslaggevend is, zowel op het concertpodium als in de studio. Maar Amsterdam Sinfonietta voegt er zelfs nog een belangrijke dimensie aan toe door een breed repertoire dat menigmaal buiten de gebaande paden gaat of zelfs - bij wijze van uitstapje - tegen de betere amusementssector aanschurkt. Zo heb ik - het lijkt bijna een eeuwigheid terug - enorm genoten van dit ensemble samen met Wende Snijders in het Amsterdamse theater Carré. Dat het onder de bezielende artistieke leiding van de violiste Candida Thompson allemaal moeiteloos lukt is dus eerder schijn dan werkelijkheid, maar het is er allemaal wel. We zien iets soortgelijks bij Holland Baroque, met de beide zussen Steenbrink als stuwende motor achter een net zo divers repertoire. We mogen onze beide handen dichtknijpen dat dergelijke ensembles er ondanks alle bezuinigingen nog überhaupt zijn Het Amsterdam Sinfonietta heeft opnieuw een formidabele loot aan die toch al rijke cd-stam toegevoegd, met Bartóks speelse Divertimento en Brahms' Tweede strijkkwintet in G, hier omgezet naar het volbloedige strijkorkest. Dat er tussen beide werken een idiomatisch gat van jewelste gaapt is evident, maar toch zit er op een haar na niet meer dan een halve eeuw tussen: Brahms' Strijkkwintet dateert uit 1890 en Bartóks Divertimento uit 1939 (een uitgesproken dartel werk, al lijkt het duistere molto adagio al een voorbode te zijn van de komende verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog). In het cd-boekje schrijft Candida Thompson terecht: 'Brahms's Op. 111 [.] is not often performed by a full string orchestra and is already overpowering in its original quintet form'. Ze kende het werk al lang geleden van binnen en van buiten, toen zij het met de Amerikaanse violist Isaac Stern in diens masterclass analyseerde. Een exercitie die haar toen alles bijeen genomen maar liefst twee weken in beslag nam. Die kennis heeft ze uiteraard meegenomen naar deze versie. Brahms is geen 'piece of cake', maar dat is het Divertimento van Bartók evenmin. Zeker het slotdeel, een wervelend allegro assai, mag zelfs een tour-de-force heten, maar ook elders in het werk wordt een uiterst scherp geprofileerde textuur en absolute ritmische precisie verlangt. Terwijl het in dat Strijkkwintet van Brahms het tot een ware 'kunst' is verheven om een vette vernislaag te vermijden en ondanks dat vol bezet strijkorkest toch voor een filigraan, bijna kamermuzikaal klankpalet te zorgen. En dat is het Amsterdam Sinfonietta ook ditmaal meesterlijk gelukt. Dankzij Jared Sacks staat het er bovendien allemaal magnifiek op. Wel moet u nog even geduld hebben: het album ligt pas vanaf 20 juni a.s. in de winkel. Zou het nog van komen? Bartóks Muziek voor snaren, slagwerk en celesta door hetzelfde ensemble? Als het zo is moet ook dit evenement als een net zo'n groot feest uitpakken. Onvermijdelijk! index |
|