CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2016
|
Wie achter een heuse concertvleugel gezeten een willekeurige toets aanslaat in het contra-octaaf wordt plotsklaps getroffen door de enorme (voor de meesten onder ons ongekende) sonoriteit die zo'n enkele toon teweegbrengt. Het is de droom van iedere opnametechnicus: die ook echt fysiek gevoelde sonoriteit in de opname vereeuwigen. Wat niet in die mate lukt. Hoogstens kan men er dichtbij komen, maar dan nog blijft de belevenis die de werkelijke klank oproept uniek. Ik weet heus wel dat in audiotijdschriften de suggestie (of nog erger.) wordt gewekt dat high fidelity echt bestaat, maar dat is een vorm van natuurgetrouwheid die zich alleen als illusie tussen twee of meer luidsprekers afspeelt. Als ik mijn recensies weleens memoreer dat het lijkt alsof de vleugel in de kamer staat, is het (dus) de illusie. Met die illusie is overigens niets mis. Goede audio, onverschillig of het opname- of weergave-apparauur betreft, zet het venster op de concertzaal enigszins open; maar meer ook niet, alle technische vooruitgang ten spijt. Hoe beter de spullen des te opener het venster. In oktober 2015 liet Daniel Barenboim zijn nieuwe vleugel schitteren in de Berlijnse Teldex studio. Hoe kwam hij ertoe? Uit het begeleidende boekje valt op te maken dat hij in 2011 in Sienna tijdens een tournee voor het eerst kennismaakte met de ruim twee eeuwen oude gerestaureerde vleugel van Franz Liszt. Dat bleek - mede door de parallel gespannen snaren (in die tijd overigens niets bijzonders) - een regelrechte ear-opener. Barenboim was bijzonder onder de indruk van de klank die uit het instrument kwam: dat wilde hij ook wel! Het was Steinway die hem vervolgens op het spoor zette van de Belgische bouwer Chris Maene die wel oor had naar de 'nieuwe' klank die Barenboim voor ogen had. Het meest in het oog en oor springende verschil tussen de traditionele en deze nieuwe vleugel zijn de parallel gemonteerde in plaats van de gebruikelijke kruiselings aangebrachte snaren.
Er zijn tot op dit moment slechts twee instrumenten van dit type in omloop, beide in het bezit van Barenboim. Het moet een uiterst kostbare affaire zijn geweest, want Maenen en de zijnen hebben er maar liefst vierduizend arbeidsuren opzitten. Het nieuwe model is, althans wat Steinway betreft, het enige alternatief voor de (al uit 1884 stammende) Steinway D. De 'New Piano' is ook deels opgebouwd uit gewoon gangbare Steinway-onderdelen. Het instrument klinkt meer dan voortreffelijk, al zal - zoals gezegd - het klankeffect in werkelijkheid (nog) groter zijn dan op deze fraai opgenomen cd. Barenboims pianospel is boven iedere kritiek verheven. Geen wankele aanslagen, geen slordigheden, geen matige articulatie, maar uitvoeringen die echt staan als een huis, met een kristalheldere maar lyrisch-warme Scarlatti (waarvan de plastische contouren net fraai worden gerealiseerd als lang geleden door Clara Haskil), een meesterlijk gedoseerde Beethoven, een Chopin vol raffinement en een ook in pianistisch opzicht tot in de puntjes verzorgde, uiterst kleurrijke Liszt. Zo mag ik Barenboim graag horen. De transparante diskant en de gloedvolle maar altijd heldere baskant zijn een ware lust voor het oor. Interessant is ook dat de klankexplosies (Eerste Mephisto-wals) er een extra dimensie bij lijken te hebben gekregen. index |
|