CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2008


 

Hummel: Trompetconcert in Es.

Haydn: Trompetconcert in Es.

Torelli: Trompetconcert in D.

Neruda: Trompetconcert in Es.

Alison Balsom (trompet),
Deutsche Kammerphilharmonie Bremen
o.l.v. (concertmeester) Thomas Klug.

EMI Classics 2 16213 0 7 • 53' •


Het was Anton Weidinger die rond 1790 voor het eerst een trompet met kleppen presenteerde waarmee in alle registers melodisch en chromatisch kon worden gespeeld. Mozart, die in 1791 in Wenen overleed, zal deze nieuwe ontwikkeling mogelijk niet meer hebben meegekregen, maar de componisten en uitvoerende musici na hem maakten er uiteraard gebruik van. Het was voor dit instrument dat Hummel en Haydn hun beroemde trompetconcerten componeerden. Daarmee kwam een einde aan de beperkingen van de natuurtrompet (zonder kleppen en ventielen). Vanaf nu hing het van de technische capaciteiten van de trompettist en niet meer van het instrument af om niet alleen de hoogste tonen eruit te persen, maar die ook melodisch te laten klinken. Daarmee werd het leven tevens gemakkelijker voor die trompettisten die de stratosferische trompetstem in de muziek van Johann Sebastian Bach het volle pond moesten geven. In de achttiende eeuw stonden zij in hoog aanzien, werden zij als ware kunstenaars op hun instrument beschouwd, want het betekende in die dagen nogal wat om Bachs (en hij niet alleen) virtuoze trompetpartijen volmaakt over het voetlicht te brengen. Ware meesters waren het, onverschrokken in hun streven om het beste eruit te halen.

In dit opzicht heeft Alison Balsom het gemakkelijker, want in de afgelopen twee eeuwen werd de trompet nog verder vervolmaakt en werd het bespelen ervan nog gemakkelijker, al blijft het aan de beste voorbehouden om deze virtuoze trompetconcerten feilloos tot een goed te brengen. Zelfs de beste instrumentalist laat tijdens een live-concert weleens een steekje (of een forse steek) vallen, maar het publiek begrijpt dan best wel dat dit in de 'natuur der dingen' is. Anders wordt het natuurlijk bij een studio-opname, want dan verwachten we een technisch volmaakte uitvoering, nemen we geen genoegen met minder. Wat dit betreft zijn we als cd-kopers behoorlijk verwend geraakt, terwijl we ons eigenlijk niet realiseren hoezeer vaak aan een studio-opname moet worden 'gesleuteld' alvorens het product op de markt wordt gebracht.

Ik denk niet dat we ooit zulke levenslustige, spirituele en intens muzikale uitvoeringen van deze trompetconcerten hebben gehoord. Ik althans niet. Met een ongekend gemak speelt Balsom hier werkelijk alle sterren van de hemel, alsof er geen enkele technische hindernis bestaat. In de hoekdelen vliegen de vonken er vanaf, is haar spel uitermate briljant, maar in de langzame tussendelen mogen we haar geweldige legato (ademtechniek!) bewonderen, als ze met een bijna smeltende toon het expressieve karakter ervan verkent. De Deutsche Kammerphilharmonie (het ensemble speelt op traditionele instrumenten), aangevuurd door concertmeester Thomas Klug, stijgt ver boven zijn begeleidingsrol uit en speelt met scherp gestoken fraseringen en ruim getrokken dynamische contouren op het puntje van de stoel. Wat een spanning en enthousiasme maakt zich hier los van de luidsprekers! De opname is een sieraad. Kortom een fantástische uitgave.Één minpuntje: in het boekje is geen biografische schets over Alison Balsom opgenomen. Best wel een omissie!


Toevallig dat later Aarnout Coster deze zelfde cd besprak. Zijn recensie vindt u hieronder:

© Aarnout Coster, maart 2010

Wat is het geheim van de trompet? Hoe tovert zijn klank een instant-emotie tevoorschijn? Enkele voorbeelden: de ontroering die koperblazers van het Leger des Heils, die de aandacht op een collecte willen vestigen, oproepen als zij op straat een koraal inzetten; de sprankelende inzet van het Weihnachtsoratorium van Bach; de posthoornsolo in de Derde symfonie van Mahler die het publiek in zijn ban houdt;
de kracht die de trompet geeft aan Beethovens orkest in zijn Eerste pianoconcert; de dominante aanwezigheid van de cornet in de Dixielandmuziek. In deze voorbeelden levert de trompet een essentiële bijdrage aan een geheel; maar als solist kan de trompettist ons bij uitstek van de kwaliteiten van zijn instrument laten genieten, zoals in de concerten op deze cd, waarop de Engelse trompettist Alison Balsom vier trompetconcerten vertolkt uit verschillende perioden.

Het concert van Giuseppe Torelli (1658-1709) is een laatzeventiende-eeuws barokconcertje voor trompet, strijkers en continuo, waarin de trompet alleen meespeelt in de twee snelle hoekdelen, die daardoor een juichend karakter krijgen.

De Tsjechische componist Jan Krtitel Jirí Neruda (1711-1776) schreef zijn trompetconcert omstreeks 1760, een charmant werk vol ‘Empfindsamkeit’ (vooral het middendeel).

Het bekende concert van Haydn (1732-1809) uit 1796 is de topper van dit album. Zoals alle werken van de oude meester is dit een geïnspireerd, evenwichtig, vitaal werk,
uitbundig in de hoekdelen, ingetogen in het Andante.

Uit 1803 stamt het concert van Johann Nepomuk Hummel (1778-1837). Deze componist/pianist, die zich in zijn pianoconcerten vaak verliest in eindeloze loopjes en toonladders, weet hier keurig maat te houden, wellicht gedwongen door de aard van het solo-instrument. Het resultaat is een prachtig, evenwichtig stuk, waarin de invloed van zijn vroege leermeester Mozart (die zeer te spreken was over de jonge Hummel) merkbaar is, met een mooie en boeiende solopartij, virtuoos vooral in het laatste deel.

De vertolking van deze werken door Alison Balsom en Die Deutsche Kammerphilharmonie Bremen is voortreffelijk en mooi ruimtelijk opgenomen. De jeugdige Balsom (1978) treedt sedert 2001 op als solotrompettist. In 2009 trad zij op in de ‘Last Night of the Proms’ met het Haydn concert. Zij is momenteel solotrompettist van het London Chamber Orchestra en sedert 2006 Professor of Trumpet aan de Guildhall of Music and Drama. Zij verklaarde dat zij bij haar interpretatie van bijv. Haydn niet zozeer naar andere trompettisten kijkt als wel naar wat Haydn bedoeld heeft en ‘zoals het nu goed aanvoelt’. Onveranderlijk is haar fraaie toon, zowel bij ingetogen spel als bij fortepassages. Zij fraseert stijlvol en speelt smaakvolle cadensen. De Bremers staan haar congeniaal en enthousiast bij, zonder dirigent (wel met een oplettende primarius), hetgeen volgens Balsom een grotere verantwoordelijkheid aan de individuele spelers geeft.

Het boekje geeft informatie over de gespeelde werken en voorts zijn er evenals op de hoes fraaie foto’s van Balsom in diverse poses in witte avondjurk te zien. Deze EMI-cd is een ‘Opendisc’, dat wil zeggen: u legt de cd in de computer om toegang te krijgen tot de ‘EMI classics Club’ waar informatie over de uitvoerende artiesten te vinden is. Aan pr is overigens de nodige aandacht besteed: op YouTube zijn aardige filmpjes van Balsom te vinden.

Om nog even terug te keren naar de vraag waarmee deze recensie begon: luister naar het trompetspel van Balsom op deze cd en u weet het antwoord.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links