CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2013

 

Balbastre: Pièces de clavecin: Premier Livre, 1759

Korneel Bernolet (klavecimbel)

Aliud ACD BE 066-2 • 75' • (sacd)

Opname: november 2012,
Academiezaal Sint-Truiden (B)

   

Claude-Bénigne Balbastre, aldus het cd-boekje (ook in het Nederlands!), was klavecinist, organist en fortepianist van grote statuur te midden van de beste achttiende-eeuwse Franse muzikanten. Geboren in Dijon, in 1724, kreeg hij al vrij jong les van zijn goede vriend Claude Rameau, jawel, de broer van Jean-Philippe, bij wie hij later compositie zou gaan studeren. Eenmaal in 1750 verhuisd naar Parijs, was het Jean-Philippe die hem introduceerde in hoge aristocratische kringen, met onder meer de kunstmecenas Alexandre Le Riche de La Pouplinière als de centrale figuur. Het pakte goed uit en tussen 1755 en 1782 concerteerde Balbastre regelmatig bij het Parijse Concert Spirituel, een instelling die in 1725 in eerste instantie was opgericht ten behoeve van de uitvoering van geestelijke muziek die op kerkelijke feestdagen stevig in de knel kwam, met name in de vastentijd, als de operahuizen gesloten waren. Later, ten tijde van Balbastre, kwam ook de seculiere muziek aan bod, tot de opheffing in 1791. Wie mocht optreden bij het Concert Spirituel was een musicus van betekenis. Dat blijkt ook uit Balbastres overige functies, zoals organist aan de Église Saint-Roch, de Notre-Dame en de Chapelle Royale. Als hofmusicus geeft hij les aan Marie-Antoinette. Louis-Stanislas-Xavier, de latere koning Louis XVIII, krijgt van hem orgelles. Zijn improvisaties op het orgel van Saint-Roch zijn dermate populair dat de aartsbisschop hem in 1762 tijdens de avent zelfs een speelverbod oplegt omdat de kerk de enthousiaste menigte niet meer aankon.
Zoals het zovelen overkwam, brachten Balbastres connecties met het hof en adellijke kringen hem tijdens de Franse Revolutie in grote problemen. Hij kon lijf en leden alleen redden door op het orgel van de Notre-Dame (inmiddels omgedoopt in |Temple de la Raison, Tempel; van de Rede) volks- en strijdliederen te spelen, waaronder een eigen bewerking van La Marche des Marseillois. Voor Balbastre was evenwel geen rooskleurige toekomst meer weggelegd. Hij verloor uiteindelijk al zijn muzikale functies en zelfs zijn pensioen, en stierf berooid in 1799 in Parijs.

Karakterstukken
Het is meerdere keren vertoond: karakters muzikaal op de hak nemen of alleen maar uitbeelden. Edward Elgar deed dat in 1898 met zijn voor symfonieorkest gezette Enigma Variations en Balbastre 130 jaar eerder met zijn Eerste Boek met zeventien karakterstukken, geschreven voor klavecimbel. Ze zijn opgedragen aan notabelen en kunstenaars, wel of niet van adel. Er komen er nogal een aantal voorbij, waaronder een tulpenspeculant, parlementsgriffier, klavecimbelbouwer, meubelmaker, bibliothecaris, beeldhouwer, bioloog en markies, In het boekje worden ze keurig een voor een opgesomd, met het deeltje wat bij hen hoort. En gezegd moet worden dat Balbastre ook in dit toch wel bijzondere métier zijn kunst goed verstond. Sterker nog, wie de muzikale karakteriseringen volgt kan de personages bij wijze van spreken zo uittekenen. Dit gaat bepaald iets verder dan Beethovens bekende uitspraak 'Mehr Ausdruck der Empfindung als Mahlerey' (brief van 28 maart 1809 aan de muziekuitgeverij Breitkopf & Härtel). En in tegenstelling tot dat werk van Elgar kleeft er niets geheimzinnigs aan die karaktertekeningen: hoogstens wat lichte spot, waar de 'ontvangers' toen zeker niet over zijn gestruikeld.
Dat die zeventien karakterschetsen (karakter hier niet al te letterlijk moeten worden genomen, want er worden immers ook beroepen uitgebeeld) zo overtuigend tevoorschijn komen danken we niet alleen aan Balbastre maar ook aan de Belgische klavecinist, dirigent en docent Korneel Bernolet (1989), die tot in de kleinst denkbare detail deze miniaturen realiseerde op een absoluut koninklijk klinkend instrument: een recente kopie van een klavecimbel dat Jean-Henri Hemsch, een van de belangrijkste Parijse klavecimbelbouwers, in 1736 bouwde en dat, gemeten naar zijn ontstaanstijd, uitstekend bij deze muziek past. Het dubbelmanualige instrument met twee achtvoeten en een viervoet, biedt binnen de tessituur van ieder register een subliem klankraffinement,. De zeer gevarieerde kleurenwaaiers vormen een ware lust voor het oor; en zeker gespeeld zoals hier. Dat klankraffinement vinden we trouwens ook terug in de fijnzinnige opname: Jos Boerland weet hoe hij een dergelijk instrument moet opnemen! Alles bijeengenomen is deze sadcd een héérlijke aanvulling op het barokke klavecimbelrepertoire.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links