![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2009 |
||
Telemann: Concert in A (uit Tafelmusik I). Bach: Cantate "Non sa che sia dolore" BWV 209 - Tripelconcert in a, BWV 1044. Lucy Crowe (sopraan), James Johnstone (klavecimbel), Ashley Solomon (fluit), Rodolfo Richter (viool), Florilegium. Channel Classics CCS SA 27208 • 69' • (sacd) Een aantrekkelijke combinatie: Telemann en Bach, die in dezelfde periode hun compositorische krachten en invloed konden meten. Telemann werd door zijn tijdgenoten als de grootste levende Duitse componist beschouwd, een eer die hij later moest afstaan aan Bach en Händel. Telemanns Tafelmusik uit 1733 bevat in totaal achttien stukken voor kamermuziekbezetting in verschillende samenstelling, zoals het Concert in A voor fluit, viool, strijkers en basso continuo. Ze werden vooral bekend dankzij de stevige reclamecampagne die de componist ervoor op touw had gezet. Evenals Händel in Engeland was Telemann behoorlijk bedreven in wat we nu marketing noemen. Hij plaatste advertenties en verspreidde intekenformilieren, die gretig aftrek vonden. Zijn kracht lag in het melodieuze, gemakkelijk toegankelijke karakter van zijn muziek. Voor Telemann ging het in de muziek toch vooral om de zangkunst, die hij ook in zijn instrumentale werken tot uitdrukking liet komen. Over Bachs cantate "Non sa che sia dolore" ("Hij die niet weet wat verdriet is") is vrijwel niets bekend, behoudens dan het uiteraard tot de reeks wereldlijke cantates behoort. De tekstdichter is onbekend, al weten we inmiddels wel dat de openingstekst afkomstig is van Guarini's Il pastor fido en het merendeel van de tekst voor de slotaria uit de pen van Metastasio is gevloeid. Over de aanleiding tot het werk tasten we eveneens in het duister. Sommigen betwijfelen zelfs of het wel door Bach werd geschreven, hoewel de meeste musicologen het er inmiddels wel over eens zijn dat het werk alle ingrediënten van Bachs componeerkunst bevat. Desondanks kunnen fragmenten van andere componisten stammen, die Bach dan naar zijn hand kan hebben gezet, een werkwijze die in die tijd zeker niet ongebruikelijk was. Veel weten we dus niet, maar de muziek is in ieder geval schitterend. Het Tripelconcert vindt zijn oorsprong in Bachs Prélude en Fuga in a, BWV 894, geschreven voor het klavecimbel. Het lieflijke middendeel, Adagio, is gereserveerd voor de solo-instrumenten (klavecimbel, fluit en viool) en lijkt in die zin verwant met het middendeel van het Vijfde Brandensburgse concert (waarin het klavecimbel evenals in het Tripelconcert de hoofdrol vervult).. Levendige, spirituele vertolkingen, geworteld in de authentieke uitvoeringspraktijk, dat zijn we van het Florilegium-ensemble gewend (met in dit geval een apart compliment voor de geweldige barokfluitiste Ashley Solomon), en dat krijgen we ook, in een ideale balans en met zeer smaakvolle ornamentatie. De kristalheldere sopraan Lucy Crowe zingt met veel verbeeldingskracht, fraai legato en heldere dictie. De opname (augustus 2007, St. Michael's Church, Highgate, Londen) maakt van dit alles een mooie afbeelding, al merkte ik incidenteel oversturingsvervorming in de sopraanstem (track 9, 01:40), zij het met de kanttekening dat het mij niet via dynamische luidsprekers, maar alleen met zeer kritische hoofdtelefoons is opgevallen. Maak er dus niet meer van dan wat het werkelijk is. index | ||