CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2023 |
Bachs klaviermuziek bied ongeacht of het instrument: orgel, klavecimbel, clavichord of piano de vertolker mogelijkheden genoeg om zich een zekere mate van vrijheid te veroorloven. Dat geldt weliswaar voor de meeste muziek, maar die van Bach kent geen uitvoerige aanduidingen binnen de kaders van de barokke retorica, zoals frasering, articulatie en dynamiek, maar ook ornamentatie, zoals in de Sarabande van nr. 6. Waarbij we ook moeten bedenken dat deze partita's voor het klavecimbel zijn gedacht. Wat voor zijn tijdgenoten vanzelfsprekend was is voor ons een regelrechte puzzel geworden die de musicus op zijn eigen wijze probeert op te lossen. Het komt dus aan op kennis van de historiserende uitvoeringspraktijk, maar ook op muzikaal inzicht en inventiviteit, en in al deze karakteristieken en eigenschappen excelleert de Noorse pianist Nils Anders Mortensen zonder enige beperking, wat deze zo contrastrijke werken bovendien zeer ten goede komt. Met name BWV 830 is een van de meest indrukwekkende werken op dit gebied en dat laat Mortensen horen ook. Om er slechts enige aspecten uit te lichten: de sublieme gebalanceerde stemvoering (de vele tussenstemmen blijven ook in de meest complexe passages glashelder), de lyriek in de langzame delen, de pregnante articulatie (steeds maakt het de indruk dat het allemaal klopt als een bus), de fraai uitgewerkte fraseringen (ze maken een belangrijk deel van de structuur uit, al heeft Bach ze niet consequent genoteerd), de zich op de aandacht van de toehoorder richtende modulaties (maar zonder enige nadrukkelijkheid), de fijnzinnige vertragingen en versnellingen, de volmaakt gekozen tempi: het is een voortdurend luister- én klankfeest, want de vleugelklank (ongetwijfeld een Steinway) is werkelijk prachtig vastgelegd. Bovendien: met de partituur erbij is het ook in puur muzikaal-intellectueel opzicht een ervaring die niet valt uit te leggen. Laten we dus maar vol verwachting uitkijken naar het tweede en tevens afsluitende album! index |
|