CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2022

Bach: Sonates en Partita's voor viool solo

Sonate nr. 1 in g, BWV 1001 - Partita nr. 1 in b, BWV 1002 - Sonate nr. 2 in a, BWV 1003 - Partita nr. 2 in d, BWV 1004 - Sonate nr. 3 in C, BWV 1005 - Partita nr. 3 in E, BWV 1006

Esther Hoppe (viool)
Claves 50-3035/36 • 2.19' • (2 cd's)
Opname: febr. & april 2021, Kirche Neumünster, Zürich

   

Wie het mocht hebben gemist: de Zwitserse violiste Esther Hoppe was nog onlangs, op 1 oktober, samen met haar Nederlandse collega Liza Ferschtman te horen in de Grote Zaal van het Amsterdamse Muziekgebouw, in werken voor vioolduo van Telemann, Prokofjev, Vanesse Lann (zij componeerde Moonshadow Sunshadow speciaal voor dit duo) en Louis Spohr.

Esther Hoppe (r.) en Liza Ferschtman

De beide violistes kennen elkaar van hun studie aan het Curtis Institute in Philadelphia, eind jaren negentig. Ze konden het uitstekend met elkaar vinden, werden vriendinnen en spelen al geruime tijd samen, waaronder in allerlei kamermuziekensembles.

Samen optreden op 1 oktober stond al eerder gepland, toen onder de titel Curtis on tour , maar het alom om zich heen grijpende coronavirus verhinderde dat echter. Zoals voor zoveel musici gold betekende het min of meer gedwongen thuiszitten of anders eenzaam of met een bescheiden, zo'n 1.5 meter uit elkaar gepositioneerd ensemble in de concertzaal met live-streaming. Of gewoon zo'n project vanuit de eigen huiskamer, maar in beide gevallen zonder enig rechtstreeks contact met het publiek.

Hoppe, die ook naam heeft gemaakt als pedagoge, heeft zich – evenals Ferschman vóór haar - voor het Zwitserse muzieklabel Claves aan Bachs sonates en partita's voor viool solo gezet, en dat doet ze met grote overtuigingskracht en spontaniteit.

Titelpagina (autograaf, 1720)

Voor deze alleen al technisch bepaald niet misselijke Bach-verkenning bracht ze twee verschillende instrumenten in de strijd: voor het eerste deel een Gioffredo Cappa (1690) en voor het tweede de viool die ze sinds kort bespeeld: een Stradivarius, de ‘De Ahna' (die waarschijnlijk op cd nu voor het eerst is vastgelegd). Wie het verschil tussen beide opmerkt hoort de ietwat donkere klank van de Cappa ten opzichte van de meer heldere, ietwat briljantere Stradivarius. Wat de speelwijze betreft ontlopen de beide instrumenten elkaar niet veel: alleen de druk van de strijkstok moet bij de Stradivarius iets lichter zijn.

Wat deze vertolkingen in de eerste plaats duidelijk maken is dat Hoppe met deze zes werken als het ware vergroeid lijkt: het gaat haar niet alleen speltechnisch gemakkelijk af, maar er is ook een duidelijke hint naar een eigen karakter, ingegeven ook door de interpretatieve ruimte die de componist zelf in zijn muziek de interpreet biedt (wat niet alleen voor de ornamentatie geldt). Wat daarbij mogelijk ook een rol heeft gespeeld is dat ze in haar rol van docente de sonates en partita's als lesmateriaal heeft gebruikt. Van het flitsende Presto uit BWV 1002 en de rijk gekleurde stemvoering in de perfect gedoseerde Fuga uit BWV 1003 naar de diep gevoelde, gloedvolle bezonkenheid van de Ciaccona uit BWV 1004: dit is spel dat van begin tot eind blijft boeien.

Openingspagina (Adagio) van BWV 1001 (autograaf)

We weten het: het aantal albums op dit vlak is al zeer aanzienlijk, maar zowel het spel als het instrumentarium bewijst dat er wel degelijk nog ruimte is voor een nieuwe uitgave. ‘Toinmeister' Hans Kipfer legde het in de Neumünster-kerk in Zürich akoestisch goed gedoseerd vast: niet te droog, maar ook niet te ruim, en daardoor qua klankbeeld perfect gestileerd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links