CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2022

Bach: Toccata in e, BWV 914

Schönberg: Drei Klavierstücke op. 11

Bach: Toccata in fis, BWV 910

Berg: Pianosonate op. 1

Bach: Toccata in d, BWV 913

Webern: Variaties op. 27

Hortense Cartier-Bresson (piano)
Aparté AP272 • 62' •
Opname: febr. 2021, Salle Colonne, Parijs

   

Het lijkt vaak een aardig idee om in een concert- of cd-programma het contrast zijn werk te laten doen, maar dat pakt niet altijd even overtuigend uit. Al doet de cover van dit nieuwe album anders vermoeden, gelet op het daarin opgenomen citaat van Schönberg: Er is een verbinding tussen de stijl van de vroege meesters en die van de vernieuwers. Bijna een eeuw verder mogen we gerust stellen dat deze uitspraak gelijkstaat aan het opentrappen van een open deur.

Hoe dan ook, de samenstelling van dit nieuwe album deed mijn wenkbrauwen fronsen. Alleen al om Bachs stormachtige Toccata in d, BWV 913 op Weberns fijnmazige Variaties op. 27 te laten volgen getuigt bepaald niet van een verstandige strategie. Maar anders dan misschien verwacht pakt het met BWV 914 en Schönbergs daarop volgende, nog in de Laatromantiek wortelende ‘Drei Klavierstücke' op. 11 juist wel goed uit. Bergs Pianosonate (overigens keurig in B-klein genoteerd!) valt in deze samenstelling echter onherroepelijk tussen wal en schip (al kan niet worden ontkend dat Bergs vormgeving wel degelijk raakvlakken heeft met die van Bach). Maar met de pauzeknop of afspelen in een andere volgorde valt dit probleem (als het althans als zodanig wordt ervaren!) gemakkelijk op te lossen.

Dat gezegd hebbende levert de Franse pianiste Hortense Cartier-Bresson in alle zes werken een prestatie van formaat. Met de partituur binnen handbereik blijkt bijvoorbeeld hoezeer zij werkelijk ieder detail minutieus onder de loep moet hebben genomen, al moet ik er wel gelijk aan toevoegen dat dit - zij het slechts incidenteel - wel enigszins ten koste is gegaan van de individualiteit, een aspect dat we in Bergs Pianosonate bij Glenn Gould (Sony) en Shura Cherkassky (Profil Hänssler) nu juist wél sterk terugvinden. Zeker in het begin lijnt ze de sonate nogal strak aan, terwijl het werk, evenals Schönbergs op. 11, nog duidelijk met één stevig been in de Laatromantiek staat, alsof het afscheid daarvan nemen beide componisten toen nogal zwaar is gevallen. Enigszins merkwaardig want in de overige werken (ook in dat van Schönberg!) is ze wel in absolute topvorm, zijn de totaal verschillende muzikale karakters meesterlijk getroffen en is het aldus van begin tot eind een fascinerend discours waarin ze zich als een vis in het water beweegt. De fraaie opname ontneemt u geen enkel detail van dit verbeeldingsvolle spel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links