CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2021

Bach: Brandenburgse Concerten nr. 1-6 BWV 1046-1056

Isabelle Faust (viool), Antoine Tamestit (altviool), Akademie für Alte Musik Berlin
Harmonia Mundi HMM 902686.87 • 88' • (2 cd's)
Opname: maart & mei 2021, Jesus-Christus-Kirche, Berlin-Dahlem

   

Mogelijk dat velen het niet meer weten dat dit topensemble al eerder de zes Brandenburgse Concerten heeft opgenomen, eveneens op het Harmonia Mundi label (HMX 2901634.35), uitgebracht in 2003. Achttien jaar geleden, time flies. Ik herinner me die uitgave helaas alleen nog op papier (tenminste, ik keek in mijn notities en vond daarbij de aantekening ‘geen bespreking'). Het album heb ik ook niet meer en dus kan ik wat dit betreft niet meer ‘terug in de tijd'. Geen nood, het heden compenseert het gelukkig in ruime mate.

Dat deze nieuwe release hoge ogen oogt lijkt enerzijds een vanzelfsprekendheid: een in de historiserende uitvoeringspraktijk wortelend topensemble, aangevuld door twee topsolisten: de Duitse violiste Isabelle Faust, op een instrument van Jacobus Stainer uit 1658 (in nr. 3 BWV 1048 en nr. 4 BWV 1049) en de Franse altviolist Antoine Tamestit op een Stradivarius van 1672 uit het bezit van Gustav Mahler (in nr. 3 en nr. 6 BWV 1051) Waarbij ik er gelijk aan toevoeg dat de Akademie für Alte Musik Berlin eveneens over zéér gerenommeerde instrumentalisten beschikt die moeiteloos iedere willekeurige solo-rol voor hun rekening (hadden) kunnen nemen.

Hoe zou dat in Bachs tijd zijn gegaan? Afgaande op deze zes virtuoze partituren kan de conclusie eigenlijk niet anders zijn dan dat ook hij over een uitgelezen ensemble moet hebben beschikt. Misschien niet op het niveau zoals we dat vandaag de dag gewend zijn, maar in ieder geval goed genoeg om er geen instrumentaal potje van te maken. Maar helaas, niemand die ons kan vertellen hoe het daar muzikaal aan het hof van de Markgraaf van Brandenburg moet zijn toegegaan, maar dat deze Six Concerts Avec Plusieurs Instruments hoge speltechnische eisen stellen staat buiten kijf; en het blijkt ook vandaag nog steeds. Hoe het ook zij, de toenmalige kapelmeester in Köthen, Sachsen-Anhalt schreef zeker niet voor de bureaulade: wat hij componeerde was uitsluitend voor uitvoering bestemd. Hij moet hebben geweten welk instrumentaal hij in de kuip had of mocht verwachten (de zes Brandenburgse Concerten zijn géén opdrachtwerk).

Iedere interpretatie moet van compromissen uitgaan. De dynamiek is een factor (ook wat betreft de instrumenten onderling), over het tempo kan absoluut worden getwist (vier van de in totaal negentien delen zijn zelfs zonder enige tempoaanduiding) en ook menige fraseringsboog ontbreekt (al voeg ik er wel aan toe dat de melodische opbouw zo logisch is dat het discours minder of meer voor zich spreekt). Het is en het blijft interessant om te horen hoe de verschillende ensemble hiermee omgaan, het ontbrekende als het ware invullen. En daarop maakt de ‘Akademie' uiteraard geen uitzondering. Het komt allemaal zéér overtuigend uit de luidsprekers. Ook het klavecimbel (het instrument is in menige opname helaas onder- of juist overbelicht) staat er bijzonder fraai op, getuige bijvoorbeeld de uitgebreide cadens in het openingsdeel van nr. 5 BWV 1050.

Exquis en geëngageerd spel, niet zonder durf vormgegeven en met de expressie hoog in het vaandel, wat betekent dat sprake is van een album dat in de hoge regionen zich niet hoeft te verdedigen. Het is er allemaal zogezegd, met inbegrip van het weerbarstige karakter van de beide hoorns in nr. 1 BWV 1046 en de hoge trompet in nr. 2 BWV 1047 (nu de fenomenale Rupprecht Drees, in een ver verleden Maurice André en Adolf Scherbaum op hun Bachtrompet: nostalgie...). Zo hoort het ook en dat zegt genoeg.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links