![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2015
|
De Engelse componist Charles Avison (1709-1770) heeft zijn bekendheid vooral te danken aan de twaalf Concerti Grossi naar Scarlatti en het driedelige 'Essay on Musical Expression', gepubliceerd in 1752. Of het boek een schokgolf teweeg heeft gebracht, vertelt de geschiedenis niet, maar wel dat het op dit gebied de eerste Engelstalige publicatie was. Toch moet het essay meer dan slechts een rimpeling hebben opgeleverd, want Avison nam geen blad voor de mond, poneerde zijn kruidige stellingen recht voor zijn raap en schrok er niet voor terug om een groot aantal van zijn componerende tijdgenoten letterlijk de maat te nemen, waarbij hij zijn onvrede over hun werk bepaald niet onder stoelen of banken stak. Zo kreeg Georg Friedrich Händel, in Engeland beroemd en op handen gedragen in die tijd, het bij Avison zwaar te verduren. Zijn stevige kritiek richtte zich vooral op de dominantie van de melodie onder de gelijktijdige verwaarlozing van de harmonie, of juist ook precies het omgekeerde. Het zijn opvattingen die in feite ook iets zeggen over zijn eigen componeerwijze: Avison zocht in zijn expressie voortdurend naar de naar zijn gevoel ideale balans tussen melodie en harmonie: "Air and Harmony are never to be deserted for the sake of expression: because expression is found on them." Voor Avison was het sleutelwoord symmetrie, de juiste onderlinge verhouding tussen melodie en harmonie diende volgens hem doorslaggevend te zijn. Als expressie het hoogste doel moet zijn, mogen melodie en harmonie daaraan niet worden opgeofferd: het zijn deze twee elementen in de muziek waarin de expressie dient te worden gevonden. Voor de muziekliefhebber van vandaag is het zeker ook interessant om kennis te nemen van Avisons opvattingen omtrent het gebruik van het instrumentarium in de ensembletechniek. Of anders gezegd, welk instrument zich het beste leende voor welke expressie. Waarbij moet worden aangetekend dat Avison zich in zijn geschriften nogal overtuigd toonde van zijn eigen gelijk en daardoor al bij voorbaat op veel weerstand stuitte, niet in de laatste plaats die van vakgenoten. Wat maakte hij er als componist eigenlijk zelf van? Een feit is dat zijn 'tuneful Concerti' als een stabiel anker in zijn creatieve loopbaan fungeren. Ze vormen inderdaad de ideale synthese tussen melodie en harmonie, geconcipieerd naar een beroemd voorbeeld: de concerti van Francesco Geminiani en Domenico Scarlatti (1685-1757). Deze Italiaanse stijl vinden we ook terug in de 12 concerti die Avison stoelde op een groot aantal klavecimbelsonates van Scarlatti. Ieder concerto bestaat uit vier delen en ieder deeltje is gestoeld op een deel uit zo'n klavecimbelsonate. Dat lijkt zo op het eerste gezicht uit te zijn gemond in een waar ratjetoe, maar niets is minder waar: ondanks al die verschillende deeltjes is er toch sprake van een homogeen geheel waarin bovendien het evenwicht wordt bewaard tussen melodie en harmonie. Dat is overigens een 'verdienste' die ook aan Scarlatti mag worden toegeschreven: ook in zijn sonates heeft deze grote Italiaan altijd veel aandacht geschonken aan de balans tussen linker- en rechterhand, zij het dat die opzet niet onverkort met die van Avisons concerti mag worden vergeleken. De voorliggende cd biedt ons zes van deze twaalf Concerti naar Scarlatti door een sprankelend Concerto Köln dat in termen van klankkleur alle strijkerregisters opentrekt en een superieur pleitbezorger van deze muziek blijkt, met een messscherpe articulatie, een sublieme afwerking van de frases en indrukwekkend expressief in de langzame delen, dit alles gehuld in een instrumentale warmte die weldadig aandoet. Het is bij Concerto Köln net dat beetje meer dat van een doorsnee uitvoering iets geweldigs kan maken. Als bonus is er het Presto uit de klavecimbelsonate in D, K 29/L 461, het deeltje dat Avison gebruikte voor het tweede deel (Con furia) van zijn Concerto nr. 6 in D. Dat levert een zeer geslaagde vergelijking op tussen het origineel en wat Avison ervan wist te maken, terwijl Con furia bovendien het beste bewijs levert voor de grote virtuositeit van Concerto Köln. Michael Morawietz en Christoph Schumacher tekenden voor een sublieme opname. Aangenaam Klassiek, geen twijfel mogelijk! En ja, deze cd duurt bijna 83 minuten, een absoluut record! index |
|