CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2022 |
Mijn leeftijdgenoot, de Amerikaan John Adams (1947), mag zich rekenen tot een van de meest beroemde en meest onderscheiden toondichters van zijn generatie. Zijn overwegend minimalistische muziek wordt door vrijwel alle toporkesten topdirigenten en topsolisten op handen gedragen en dus overal uitgevoerd. Tegenstanders zijn er evenwel genoeg te vinden: zij die niets ophebben met het minimalisme, zich er zelfs sterk tegen afzetten omdat deze muziek naar hun mening alleen maar richtingloos voortkabbelt, conceptueel, inhoudelijk weinig voorstelt. Adams' klanktaal is door de bank genomen eenvoudig en dus niet veeleisend, wat van die van bijvoorbeeld Ives, Varèse, Boulez, Maderna, Nono, Berio, Rihm, Ketting, Van Baaren, Andriessen, Kurtág, Ligeti of Dusapin bepaald niet kan worden gezegd. Bij het Parijse Ensemble InterContemporain had men al snel door dat men het qua muzikale progressie bij Adams niet hoefde te zoeken: men had niets met zijn muziek. In ons land lag dat evenwel anders. Zelfs ons nogal traditioneel ingerichte nationale boegbeeld, het Concertgebouworkest, wilde maar al te graag met hem in zee, met als een van de eerste resultaten de uitvoering van zijn Harmonielehre. Critici hebben dit stuk van Adams zowat de hemel in geprezen, het als absoluut meesterwerk gekwalificeerd, al is het in mijn oren een weinig geslaagde mix van minimalistisch meanderen en romantisch getinte hoogmoed afkomstig uit een al lang vervlogen tijdperk. Een regelrechte nabrander eigenlijk van Schönbergs Verklärte Nacht, vermengd met nogal willekeurige grepen uit de symfonieën van Bruckner en Mahler. Dat deed Berio alleen al met zijn op een veel betere leest geschoeide Rendering bepaald beter, onnavolgbaar zelfs. Of het minimalisme nu wel of niet als als een belangrijke muzikale aanwinst moet worden beschouwd, een feit is wel dat dit nieuwe album een schoolvoorbeeld is van musiceren op topniveau: de al jaren uiterst actieve en niet minder bevlogen Paavo Järvi (hij stamt uit de bekende dirigentenfamilie) presenteert samen met het Tonhalle-Orchester Zürich (waarvan hij met ingang van het seizoen 2019-20 chef-dirigent is) deze vier werken van Adams met een rotsvaste overtuiging en ook nog eens schitterend van klank. Dat laatste zegt dan tevens het nodige over de opname die baadt in een zee van licht. index |
|