CD-recensie

 

© Aarnout Coster, mei 2012

 

 

Wagner: Symfonie in C, WWV 29 – in E, WWV 35 – Huldigungsmarsch WWV 97 – Ouverture Rienzi WWV 49 – Kaisermarsch WWV 104

Royal Scottish National Orchestra o.l.v. Neeme Järvi

Chandos CHSA 5097 • 79' • (sacd)

Opname: Royal Concert Hall, Glasgow, augustus 2010 en maart 2011


Wagner stuurde vanuit Maagdenburg op 11 april 1836 het manuscript van zijn symfonie in C aan Mendelssohn en hij schreef in de begeleidende brief: ‘Ich… bitte Sie, beiliegende “Symphonie”, die ich, 18 Jahre alt, schrieb, als Geschenk von mir anzunehmen…Ich mache als Gegengeschenk auf nichts weiter Anspruch, als dass Sie dieselbe in irgendeiner Mussestunde einmal durchlesen möchten; vielleicht reicht sie hin, Ihnen einen Verweis meines redlichen Bestrebens und meines Fleisses zu geben…’
Wagner schreef de symfonie in 1832. De eerste uitvoering vond plaats op 15 december 1832 in het Praags Conservatorium onder leiding van Dionys Weber. Daarna werd het werk op 10 januari 1833 in het Gewandhaus in Leipzig uitgevoerd.
Mendelssohn heeft het werk nooit gedirigeerd en de partituur is verdwenen. In 1877 werden de orkestpartijen van het concert in Praag teruggevonden in Dresden in een koffer, die Wagner daar had achtergelaten toen hij in 1849 de stad ontvluchtte na de mislukte revolutie met Bakunin. Anton Seidl reconstrueerde uit dit materiaal de partituur. Op een concert in het Teatro La Fenice in Venetië dirigeerde Wagner zelf de eerste twee delen en Humperdinck de overige delen. Postuum werd het eind tachtiger jaren uitgevoerd en de partituur werd in 1911 uitgegeven.
De symfonie begint met tien accoorden (een dramatisch motief), gevolgd door een langzame inleiding met daarna expositie, doorwerking en recapitulatie volgens het klassieke model. Het tweede deel, andante, is een soort treurmars. Het vlotte, korte scherzo wordt gevolgd door een opgewekte finale. Het is Wagners enige voltooide symfonie. Beethoven was het idool van Wagner, hij bestudeerde diens werken en de invloed daarvan is duidelijk merkbaar in karakter en instrumentatie van de symfonie in C. Zonder directe citaten horen we echo’s van de Zevende symfonie, Fidelio en de Leonore-ouvertures. Ook het melos van Mendelssohn en dat van Weber klinkt door; Wagner was een kind van zijn tijd en verwerkte wat hij aantrof tot een originele creatie.
Järvi kiest in zijn uitvoering voor vlotte tempi in tegenstelling tot bijvoorbeeld Edo de Waart met het San Fransisco SO (Decca 1982), die het rustiger aan doet en als doorgewinterde Wagner-dirigent de dramatiek van het stuk benadrukt. In Järvi’s visie is de symfonie het werk van een jong genie, vol levenslust en vitaliteit. Ook de ouverture Rienzi (1840) krijgt bij Järvi een voortvarende, sprankelende uitvoering terwijl wagneriaan Hans Knappertsbusch met de Wiener Philharmoniker in 1950 (Testament) de tragische lotgevallen van Rienzi voorspelt.

Uit 1834 dateren de schetsen van de symfonie in E: het eerste deel en 30 maten van het tweede deel. Daarna hield Wagner er mee op, in de overtuiging dat de symfonie à la Beethoven geen toekomst meer had en hij begon aan zijn opera Die Feen. De schetsen van de symfonie raakten zoek, maar in 1886 kwamen ze in handen van Cosima. Op haar verzoek maakte Felix Mottl een orkestversie. Het is deze versie die we op deze cd horen. Mottl heeft fraai geïnstrumenteerd met afwisselende partijen voor blazers en strijkers. Het eerste deel heeft een stevig hoofdthema en een lieflijk neventhema; het onvoltooide tweede deel is een teer, gevoelig adagio. Romantische muziek waarin van een Götterdämmerung niets te bespeuren valt.

De Huldigungsmarsch schreef Wagner in 1864 ter gelegenheid van de inhuldiging van Ludwig II tot koning van Beieren. De kroning van de Pruisische koning Wilhelm tot keizer van het Duitse Rijk, was de aanleiding tot de Kaisermarsch. Het slot daarvan moest een meezinger: ‘Heil dem Kaiser’ worden en daarvoor koos Wagner de melodie van Luthers Ein feste Burg ist unser Gott. Deze twee marsen zijn pompeuze gelegenheidswerken die Järvi met zijn Schotse orkest prima voorbij laat marcheren.

Zoals we van zijn vele opnamen gewend zijn, levert Neeme Järvi een zeer verzorgde prestatie. Met het enthousiast spelende Royal Scottish National Orchestra maakt hij het beluisteren van dit Wagner-programma tot een belevenis. De sacd opname klinkt prachtig en het boekje bevat lezenswaardige toelichtingen van de hand van Emanuel Overbeeke.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links