![]() CD-recensie
© Aarnout Coster, april 2011
|
||||
Mozart: Pianoconcert nr. 10 in Es, KV 365 (voor twee piano's) Liszt: Concerto Pathétique voor twee piano’s Bartók: Concert voor twee piano’s, slagwerk en orkest GrauSchumacher Pianoduo (Andreas Grau en Götz Schumacher), Franz Schinbeck en Jan Schlichte, (slagwerk), Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Ruben Gazarian NEOS 20901 • 73' • Deze drie dubbelconcerten hebben met elkaar gemeen dat ze geschreven zijn om samen met een vrouwelijke partner (resp. zuster, leerlinge en echtgenote) uit te voeren. Een andere overeenkomst is het feit dat Bela Bartók zich als pianist en/of componist met deze werken heeft bezig gehouden. Mozart schreef het Pianoconcert KV 365 in 1779 voor hemzelf en zijn zuster Nannerl. In Wenen had hij in 1781 groot succes met een uitvoering samen met Josephine Aurnhammer. Bartok componeerde omstreekst 1939 eigen cadenzen bij het eerste en laatste deel en voerde het concert uit samen met zijn echtgenote Ditta Pásztory. Het werk stond ook op het programma van zijn afscheidsconcert in Budapest, voor zijn vertrek naar Amerika op 8 oktober 1940. Onlangs zijn Bartóks cadenzen uit het archief van zijn zoon Peter tevoorschijn gekomen. Piano 1 speelt de cadens bij deel 1 en piano 2 die bij deel 3. Het is boeiend te horen hoe Bartók Mozarts materiaal hierin verwerkt. Liszt componeerde te Weimar zijn Concerto Pathétique in 1858 voor zijn begaafde 18-jarige leerlinge Ingeborg Starck. Samen speelden zij het concert op de ochtendconcerten in de Altenburg. Ook dit concert had het pianoduo Bartók-Pásztory op hun repertoire. In zijn inaugurele rede in de Hongaarse Akademie voor Wetenschappen wees Bartók op het grote belang van Liszt voor de ontwikkeling van de muziek. Diens composities bevatten op de toekomst gerichte elementen, die door Wagner later uitgewerkt zijn. Bartóks dubbelconcert is een fascinerend werk met zijn geheimzinnig begin, ritmische episodes, een soms onheilspellende sfeer en een vitaal, vrolijk slot. Het is een bewerking uit 1940 van zijn Sonate voor twee piano’s en slagwerk uit 1937. In januari 1943 soleerde hij met Ditta in een uitvoering met de New York Philharmonic onder leiding van Fritz Reiner. Het zou zijn laatste publieke optreden als pianist zijn. Het duo GrauSchumacher is vooral bekend door veelvuldig optreden in Duitsland en Frankrijk. Hun repertoire is breed: van Schütz tot Stockhausen (wiens Mantra für zwei Pianisten onder zijn supervisie door het duo is opgenomen).
Beide solisten laten ons genieten van verzorgd en virtuoos pianospel – pianoduo spelen is een kunst apart – een kunst die zij perfect beheersen. Na een fraaie Mozart volgt virtuoos vuurwerk van Liszt en als hoogtepunt een spannende Bartók. De uitgave is uitstekend gedocumenteerd. De titel luidt: ‘Concert 1’; er valt dus meer te verwachten van NEOS, gesubsidieerd door een Spaanse stichting, die zich ten doel stelt wetenschappelijk onderzoek en culturele aktiviteiten te bevorderen. De samenwerking van de stichting met NEOS is erop gericht moderne muziek en nieuwe versies van klassieke muziek op te nemen en te verspreiden. index | ||||